Ronny Neirinck: “Vroeger trok ik razendsnel door Tielt, nu voel ik me toerist in eigen stad”

© Wouter Meeus
Philippe Verhaest

Liefst vier decennia lang was Ronny Neirinck zowat de bekendste inwoner van Tielt. Met dank aan zijn imposante loopbaan bij Roularta, waar hij 40 jaar lang huisfotograaf van Krant van West-Vlaanderen was. Ondertussen is de man al een tweetal jaar met pensioen en geniet hij met volle teugen van zijn nieuwe leven. “Eindelijk kan ik eens als toerist door Tielt wandelen en tijd nemen om een praatje te slaan”, zegt Ronny. “Een ongelooflijke luxe.”

Nu geniet hij al een tweetal jaar van een welverdiend pensioen, maar laat de naam Roularta vallen – dat dit jaar zijn 65ste verjaardag mag vieren – en Ronny Neirinck (64) krijgt spontaan een kamerbrede glimlach op het gelaat. “En zeggen dat ik eerst een andere carrière wilde uitstippelen”, bekent hij. “Aan het conservatorium van Gent behaalde ik een eerste prijs notenleer en op mijn vijftiende werd ik lid van mijn eerste band: de Lalic Street Band. Daarmee reven we begin jaren 70 zelfs nog de Zomerhit van Radio 2 binnen. Maar het toeval besliste er anders over.”

Je reageerde op een eenvoudige advertentie…

“Klopt. In 1977 zag ik in De Weekbode Tielt een oproep voor medewerkers en fotografen. Ik besloot te reageren, maar die keuze heeft mijn leven compleet veranderd.”

Wat sprak je destijds aan in die uitdaging?

“Fotografie was toen al een passie van mij en ik wilde ook wel artikels schrijven. Aanvankelijk fotografeerde ik zo goed als alle verkeersongevallen en branden in de streek rond Tielt. Het viel toenmalig hoofdredacteur Emiel Ramoudt op dat ik vaak foto’s had die geen enkele andere krant kon publiceren. Hij haalde me in 1979 over de streep om de vaste fotograaf van De Weekbode – later Krant van West-Vlaanderen – te worden. En daar heb ik nooit spijt van gehad, want ik kon uiteindelijk ook aan de slag voor Sport Magazine, Knack, Trends…”

BIO

Privé

Geboren op 9 mei 1955, 64 jaar. Zoon van Roger Neirinck en Johanna Vande Maele. Broer van Marleen (65), Frank (60) en Martine (55). Woont in de Tramstraat.

Loopbaan

Veertig jaar lang huisfotograaf van Krant van West-Vlaanderen en Roularta.

Vrije tijd

Actief wandelaar bij de Watewystappers, tijd doorbrengen in zijn buitenverblijf in de Ardennen, bestuurslid van de Tieltse Perskring en gepassioneerd door alles wat met oldtimers te maken heeft.

Wat herinner je je van die beginjaren?

“Voor Sport Magazine heb ik úren op de motor in het peloton doorgebracht. Als sportliefhebber een droom die in vervulling ging. Ik herinner me nog mijn allereerste wereldkampioenschap wielrennen in 1981, waar Freddy Maertens de regenboogtrui wegkaapte. Ik was amper 27 jaar, maar zat op de eerste rij toen Freddy een van zijn grootste triomfen beleefde. Toen verscheen De Weekbode trouwens voor het eerst in kleur. Historische momenten vragen om historische ingrepen, hé. En voor Club Brugge heb ik half Europa afgereisd. Elke Europese uitwedstrijd waren we van de partij. Daar ben ik heel dankbaar voor.”

Uiteindelijk heb je je hele professionele carrière op dezelfde loonlijst doorgebracht. Niet zo vanzelfsprekend.

“Waar het goed is, moet je blijven, zeg ik. Ik ben nogal een trouw persoon en voelde me altijd als een vis in het water bij Roularta. Waarom dan veranderen? Dankzij mijn job heb ik erg veel onvergetelijke gebeurtenissen van heel dichtbij meegemaakt. Veel mooie zaken, maar ook mindere momenten. In mijn carrière heb ik drie kettingbotsingen in beeld gebracht, waaronder die op de E17 in Deinze in 1996. Geloof me, dat kruipt onder je vel. Ik kweekte doorheen mijn carrière een olifantenhuid, maar dergelijke taferelen draag je toch met je mee. Gelukkig kon ik altijd ventileren bij mijn collega’s.”

Vroeger was er meer respect voor het metier. Nu voelt iedereen zich fotograaf. Dat betreur ik wel een beetje

Hoe heb je je vertrouwde sector zien veranderen?

“Ik maakte in eerste instantie de transformatie van Roularta vanop de eerste rij mee. Van een gemiddeld familiebedrijf naar een echte mediareus. Toen ik er van start ging, werkten er ongeveer 300 mensen. Op een bepaald moment waren dat er tien keer zoveel. Maar de basis is altijd dezelfde geweest, met het familiale gevoel voorop. Dat is erg veel waard. Er werd ook steeds maar professioneler gewerkt. Dat typeerde het bedrijf nog het meest.”

Zoals de omwenteling van analoge naar digitale fotografie.

“Een revolutie was dat. De eerste 20 jaar van mijn loopbaan had ik nog een donkere kamer ter beschikking, maar Roularta was een van de eersten om op digitale fotografie over te schakelen. In 1998 was dat. Ik kreeg een fototoestel van liefst 740.000 oude Belgische frank ter beschikking. Dat omschrijft Roularta helemaal: die zin om te pionieren en baanbrekend werk te leveren. Hoe dan ook zorgde het bedrijf ervoor dat ik altijd met state of the art-materiaal aan de slag kon. De keerzijde van die digitale omwenteling was natuurlijk wel dat er ook alleen maar sneller gewerkt moest worden. Vroeger had je meer tijd om je foto’s te ontwikkelen, was er nog meer respect voor het metier op zich. Nu is iedereen eigenlijk fotograaf. Dat betreur ik wel een beetje.”

Ronny Neirinck:
© Wouter Meeus

Wat was de mooiste periode?

“Toch wel de jaren 80. Ik was jong en mocht alle grote sportmomenten van dat decennium fotograferen. Op het moment zelf besef je dat niet, maar het waren de leukste jaren van mijn leven. Ik kreeg grote namen voor mijn lens, maar bekommerde me tegelijk ook om de fotografie in mijn eigen Tielt. Die combinatie heb ik nooit willen loslaten. En van Roularta kreeg ik ook de ruimte om dat te doen. Net daarom blijft dit bedrijf voor mij de beste werkgever. Dichtbij, veel kansen en mijn droomjob kunnen uitoefenen. Ik heb in totaal twee miljoen kilometer voor Roularta gereden. Jobliefde, zeker?”

Je bent ondertussen twee jaar met pensioen. Hoe verliep de aanpassing naar je nieuwe leven?

“Het was toch even wennen, moet ik toegeven. Toen ik net met pensioen was, had ik het niet altijd even makkelijk. Ik raasde aan 120 kilometer per uur door het leven, plots was dat nog aan 60. Maar nu heb ik de klik gemaakt. Ik verblijf zo’n honderd dagen per jaar in mijn huisje in Alle-sur-Semois in de Ardennen en trek er regelmatig op uit met een van mijn vijf oldtimers. Dat brengt me tot rust. En ik heb de voorbije twee jaar veel gereisd: Rome, Turkije, Amsterdam, Griekenland… In januari trek ik naar Dubai. Daar kijk ik nu al naar uit. Van het zwarte gat heb ik allesbehalve last. Ik ben ook lid van de Watewystappers in Tielt en maak nu regelmatig lange wandelingen.”

Ik kweekte doorheen mijn carrière een olifantenhuid, maar de kettingbotsing op de E17 in 1996 heb ik met me meegedragen. Gelukkig kon ik altijd ventileren bij mijn collega’s

Met het fototoestel in aanslag?

(grijnst) “Neen. Ik neem geen foto’s meer. Hoogst uitzonderlijk schiet ik nog een beeldje met mijn smartphone, maar daar blijft het ook bij. Ik heb zelfs geen degelijk fototoestel meer! Dat kon ik me pakweg tien jaar geleden niet voorstellen. Ik heb er ook geen behoefte meer aan.”

Hoeveel foto’s heb je in totaal voor Roularta genomen?

(blaast) “Die optelsom kan niemand maken, onbegonnen werk. Maar één iets weet ik wel: ik heb ze stuk voor stuk met heel veel liefde gemaakt.”

DE TIPS VAN RONNY

Culinair

“Op dat vlak zijn we in Tielt verwend. Ik ga heel vaak in ‘t Stil Vermoeden langs, maar ook in de Shamrock en El Parador schuif ik erg graag de voeten onder tafel. Dat zijn en blijven toch topadresjes in eigen stad. Maar er zijn zoveel goeie plekken om lekker te eten. Het Inofec Kaffee, bijvoorbeeld, en De Wildeman. Mag ik iets bekennen? Ik ga eigenlijk bijna elke dag op restaurant, want ik kook nooit zelf. En zo kom je dus ook in elke horecazaak van de stad. Mag ik nog een paar tips buiten Tielt geven? Tafel 10 in Ruiselede is een aanrader, net als Het Gisthuis in Meulebeke en Cuisine Kwizien in Zwevezele. En eigenlijk kan ik blijven doorgaan…”

Shoppen

“Daar kan ik kort over zijn: dat doe ik niet. Mijn schoenen haal ik in de Mayfair, maar mijn kledij koop ik vooral in de Ardennen. In Tielt maak ik er wel een punt van om mijn dagdagelijkse aankopen zoveel mogelijk bij zelfstandigen te doen. Ik vind het oprecht jammer dat Slagerij Hans de deuren heeft gesloten.”

Leuke plekjes

“De Poelberg raak ik nooit beu. Wanneer ik met mijn Vespa een toertje maak, eindig ik altijd op de mooiste heuvel van onze regio. Daar krijg ik keer op keer een instant vakantiegevoel. Maar ook onze Markt en de Hallentoren blijven in mijn ogen uniek. Zo’n stukje werelderfgoed op enkele tientallen meters van je bed, dan voel je je toch de koning te rijk?”

Reizen

“Als fotograaf heb ik heel Europa afgereisd. Alle grote steden van ons continent heb ik bezocht. De voorbije twee jaar heb ik heel wat trips afgewerkt, maar ik droom nog van een reis richting Brazilië. De muzikant in mij wil het land van de bossanova ontdekken.”

Een iets is onveranderd gebleven: ook als gepensioneerde blijft je hart voor Tielt kloppen.

“Dat zal ook nooit veranderen. Ik breng dan wel een derde van mijn tijd aan de andere kant van het land door, Tielt blijft mijn thuis. Hier krijg je me nooit meer weg. Als persfotograaf heb ik zo goed als elke Tieltenaar op de gevoelige plaat vastgelegd, maar moest ik overal rap-rap passeren. Ik had geen seconde te verliezen. Nu heb ik eindelijk tijd om me zelf in het Tieltse leven onder te dompelen. Ik ga regelmatig naar het cultuurcentrum Gildhof, kan op evenementen eindelijk eens bijpraten met oude bekenden… Soms voel ik me toerist in eigen stad. Een gevoel dat ik al die jaren heb moeten missen. Op dat vlak beleef ik mijn tweede jeugd.”

En kent iedere Tieltenaar nog Ronny Neirinck?

“Tja, iedereen kende Ronny van De Weekbode, hé. Ik word nu nog erg vaak aangesproken, maar ik voel dat het aan het minderen is. De jonge garde kent me niet meer, hé. Zo zie je maar, alles heeft zijn tijd. En dat is maar goed ook.”