Roeselarenaar Koen Allary krijgt ultieme Franse culturele bekroning

Koen Allary aan De Spil, liefst dertien jaar zijn vertrouwde omgeving. "Roeselare is de enige Vlaamse centrumstad die 0 euro van het kunstendecreet krijgt. Dat moet beter kunnen." © (foto SB)
Philippe Verhaest

Vanaf nu mag Koen Allary zich op hetzelfde schavotje zetten als Arno en Axelle Red. De man die in Vlaanderen het hedendaagse circus op de kaart heeft gezet, mag zich sinds woensdag Chevalier dans l’Ordre des Arts et des Lettres noemen. “Een ongelooflijke eer”, glundert hij. “Maar ik draag die op aan de hele Vlaamse hedendaagse circuswereld. Zij verdienen alle kansen, maar krijgen er veel te weinig.”

Op cultureel vlak heeft Koen Allary (58) zijn strepen méér dan verdiend. Zijn jeugd bracht hij in Izegem door, maar zijn professionele carrière deed hem in 1996 in Roeselare belanden. “Mijn allereerste job was in Spiere-Helkijn”, graaft de sympathieke kerel in zijn geheugen. “Ik was er een tijdlang maatschappelijk assistent en tegelijk OCMW-voorzitter, maar toen ik een vacature als cultuurfunctionaris voor De Spil in Roeselare zag, was ik meteen verkocht. Dit was de job die ik wilde doen. Alleen: we waren in totaal met een 180-tal kandidaten voor slechts een handvol jobs. Ik herinner me nog dat de twee studiezalen van het Klein Seminarie afgeladen vol zaten voor het examen. Maar blijkbaar bracht ik het er niet zo slecht van af, want ik had de job beet”, grinnikt hij. “Een jaar later vestigde ik me ook in Roeselare.”

Nu woont hij met zijn vrouw Katelyn Sabbe in de Begionastraat. Samen zijn ze de ouders van Casper (20), Aukelyn (30) en de tweeling Pepijn en Lander (33). Ook pleegzoon Niels (20) maakt deel uit van het gezin.

De Spil

Als cultuurfunctionaris was het Koens taak om, samen met Bieke Demeester, het jaarprogramma degelijk in te vullen. “Ik focuste me op theater, pop- en rockoptredens, film, vormingen en de meer exotische voorstellingen. Een erg boeiende periode en tijdens die beginjaren heb ik erg veel kansen gekregen in De Spil. Daar ben ik nog altijd dankbaar voor.”

Gaandeweg introduceerde Koen ook het hedendaags circus in De Spil. “Waar die liefde vandaan komt, is moeilijk te verklaren”, zegt hij. “Mijn oma had een gezin van vijftien kinderen en hechtte erg veel belang aan een warme familie. Dat gevoel vond ik terug in de circuswereld en zo groeide ook mijn interesse. Heel voorzichtig nam ik enkele hedendaagse circusartiesten op in het programma van De Spil en toen de vijfjaarlijkse Rodenbachstoet omgeturnd werd naar De Groote Stooringe hebben we ook daar flink wat circuselementen aan toegevoegd. Op de Onze-Lieve-Vrouwemarkt hebben we zelfs nog een circustent neergepoot. Schitterende tijden.”

Koen maakt wel een duidelijk onderscheid tussen het klassieke en hedendaags circus. “Klassiek circus gaat over clowns, trucjes, jongleren… terwijl de hedendaagse variant veel meer rond choreografie en dramaturgie draait. De artiesten praten met hun lichaam en zijn echte atleten. Ze duwen hun lichaam echt tot de limiet. Eigenlijk het tegenoverstelde van mij, want ik ben op dat vlak een echte plank”, glimlacht Koen. “Ik heb echt bewondering voor hen.”

Werk voor Roeselare

Na dertien jaar bij De Spil werd Koen door het kabinet van toenmalig Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux gevraagd om het Circuscentrum als directeur te runnen. “Die organisatie stond toen in zijn kinderschoenen en moet hét steunpunt worden voor het hedendaags circus in Vlaanderen. Die job heb ik tot oktober vorig jaar gedaan en we zijn op de goeie weg. Op 1 januari 2021 gaat een nieuw circusdecreet van kracht en ik heb voor mezelf de beslissing gemaakt om mijn schouders onder de vzw PRPLX uit Marke te zetten. Ik werk nu aan een dossier om de organisatie uit te bouwen tot een circuswerkplek waar lokaal talent zich kan ontplooien. Broodnodig is dat.”

“Jan Jambon snijdt in het budget voor cultuur, onze zuiderburen komen met een mooie erkenning…”

Op dat vlak is er ook in Roeselare nog werk aan de winkel, vindt Koen. “Begrijp me niet verkeerd, De Spil levert fantastisch werk, maar Roeselare is de enige Vlaamse centrumstad die 0 euro van het kunstendecreet krijgt. Er moet meer gediversifieerd worden en toppers van eigen bodem moeten alle kansen krijgen. Neem nu Alexander Vantournhout. Op en top Roeselarenaar en een wereldster in het hedendaags circus. Hij stond vorig jaar nog op het prestigieuze Festival d’Avignon, maar hier wordt hij veel te weinig naar waarde geschat. Ook topdansers als Lisbeth Gruwez en Sarah Bostoen verdienen op dat vlak beter, want met hun kunnen wordt in eigen stad véél te weinig gedaan.”

Circus

Anno 2020 staat Koen internationaal te boek als expert als het over hedendaags circus gaat. “Ik ben onder andere ondervoorzitter van Circusnext uit Parijs, het enige erkende circusplatform binnen Creative Europe, maak deel uit van de raad van bestuur van de comagnie XY… Of ik mijn roeping als hedendaags circusartiest gemist heb? Ik zou het fysiek gewoon niet kunnen. Laat me één oefening uitvoeren en ze mogen met met de ambulance afvoeren”, knipoogt hij. “Laat mij maar het juiste kader creëren en faciliteren.”

Enorme motivatie

Die jarenlange ervaring levert hem nu een enorme erkenning op. Woensdagavond werd Koen op de Franse ambassade in Brussel gelauwerd als ridder of Chevalier dans l’Ordre des Arts et des Lettres. “Dat doet me enorm veel deugd”, glundert hij. “Niet zozeer voor mezelf, maar wel voor iedereen die met hedendaags circus bezig is. Ik voel me gedragen door die hele gemeenschap en ben oprecht ontroerd dat deze eer me te beurt valt. Het komt wel binnen. Maar vooral: deze erkenning geeft me de motivatie om er nóg harder tegenaan te gaan. Onze Vlaamse minister-president Jan Jambon snijdt langs alle kanten in de cultuursubsidies, terwijl we alle mogelijke steun kunnen gebruiken. Het zegt veel dat deze erkenning van bij onze zuiderburen komt…”