Rika al acht jaar toegewijde mantelzorger van haar Jan: “Natuurlijk zorg ik voor mijn man”

Het Wit-Gele kruis gaf bloemen aan Rika Deblauwe, die mantelzorger is voor haar man Jan Defour. © Foto Kurt
Hannes Hosten

Dinsdag 23 juni is de Dag van de Mantelzorger. Het Wit-Gele Kruis schenkt daarom 75 mantelzorgers van hun patiënten uit heel West-Vlaanderen een ruiker bloemen. Eén van die mantelzorgers is Rika, die haar man Jan al acht jaar met de beste zorgen omringt. In de coronatijden was dat nog zwaarder dan anders, maar Rika vindt het vanzelfsprekend. “Ik ben wel zijn vrouw, hé.”

Mantelzorgers, dat zijn mensen die thuis voor een hulpbehoevend familielid zorgen. Het kan een kind, kleinkind of buur zijn, maar in veel gevallen neemt vooral de partner de zorg op. Zoals bij Jan Defour (79) en Rika Deblauwe (76), een koppel uit Pittem, waar Jan vroeger een schilderszaak had. Rika stond als onderwijzeres voor de klas in Koolskamp. Er zijn drie zonen en twee kleinkinderen.

In 2012 begon Jan met zijn gezondheid te sukkelen. “Het begon met een val op reis”, vertelt Rika. “Het duurde wel een jaar voor we wisten wat het was. In 2013 werd de diagnose gesteld: geen Parkinson, maar Parkinsonisme, een variant op de ziekte.” Sindsdien beweegt Jan minder vlot en komt elke dag een verpleegkundige van het Wit-Gele Kruis. Rika voert Jan ook drie keer per week naar de kine.

Doorzetter

“Ik help mijn man bij het opstaan en om zijn peignoir en pantoffels aan te trekken. Om 9.30 uur komt dan de verpleegkundige om hem te wassen en aan te kleden. Ik maak van de gelegenheid gebruik om boodschappen te doen. Dan moet ik hem niet alleen laten. Ik ben te bang dat hij zal vallen. In het begin kwam er ook ‘s avonds nog een verpleegkundige. Ik dacht dat het een bij het ander hoorde, ‘s morgens en ‘s avonds. Maar toen merkte ik dat ik het ‘s avonds best zelf kon en heb gezegd dat ze niet meer moesten komen.”

Die zelfredzaamheid is typerend voor Rika. “Ze legt alles klaar om Jan te wassen en ook zijn kleren”, vertelt Annelies Van Hove, een verpleegkundige die zeker twee keer per week langskomt bij het koppel. “Het is ook Rika die achteraf de douche en het scheerapparaat schoonmaakt. Ze is een goede mantelzorger, iemand die er echt uit springt. We komen hier dan ook graag, ook al begrijpen we dat iedereen zich inzet naar best vermogen. Rika vindt het vanzelfsprekend wat ze doet, maar dat is het niet. Ze is een doorzetter, die met volle overgave voor haar man zorgt.”

Leven veranderd

“In het begin had ik het moeilijk om het te aanvaarden. Dat ik me niet meer zelf kon wassen en aankleden, daar kon ik me maar moeilijk bij neerleggen”, bekent Jan. “Maar ik ben de hulp gaan aanvaarden. Intussen kan ik ook niet meer zo goed draaien in bed. Soms helpt Rika me daarbij, maar ik probeer zo veel mogelijk op dezelfde kant te blijven liggen. Ik ben blij dat mijn vrouw zoveel voor mij kan doen. Zonder haar zou het hier niet meer lukken.”

Ons leven is veranderd sinds Jan ziek is“, aldus Rika. “Vroeger gingen we heel veel weg, maar nu bezoeken we enkel nog vrienden en kennissen. Jan zit in een rolwagen en daarom gaan we graag naar zee, om te wandelen op de dijk. Daar is het allemaal plat. Vroeger deden we wel eens een vliegreis, maar dat is voorbij. Al gaan we wel nog voor meerdere dagen naar zee. Best dat we die rolwagen hebben. We kochten ook een auto waarin je hoger zit en lieten een lift plaatsen. Alle kamers in ons huis zijn op dezelfde verdieping, maar je moet wel trapjes doen om er te geraken.”

“Rika en Jan zijn positief ingesteld. Ze zijn voor de vooruit“, vindt Annelies. “Toch is het soms wel lastig hoor”, zegt Rika. “Zeker in de winter, als je veel meer kleren moet aandoen. Ik ben blij dat er hulp is, want je geraakt wel eens t’end. Ik kreeg intussen ook twee nieuwe knieën en een nieuwe schouder. Na die ingrepen moest het Wit-Gele Kruis een keer meer komen en vroegen we Familiehulp voor het huishouden. Zonder hen zou het toen niet gegaan zijn.”

Even geen hulp

Bij het uitbreken van de coronacrisis lieten we de verpleegkundigen en ook de poetsvrouw weten dat ze tijdelijk niet meer moesten komen. Ik was erg bezorgd omdat een zoon van ons, die in het Gentse woont, redelijk zwaar getroffen werd door corona. Maar zonder de hulp was het natuurlijk veel zwaarder voor mij”, aldus Rika. “Dan ga je alle hulpverleners nog meer waarderen. Maar de angst was te groot om hen meteen terug te laten komen.”

Het is een eenzame tijd geweest. Ook Jan heeft nood aan wat klapping. Hij moet in gesprek blijven. Geen verpleegsters in huis, geen poetsvrouw, en de familie mocht ook al niet komen. Gelukkig kwamen de verpleegkundigen wel eens op terrasgesprek. Hun coach belde ons ook geregeld. En met de familie hadden we videogesprekken. Sinds eind april, begin mei komen de verpleegkundigen en de poetsvrouw weer. En ook onze kinderen en kleinkinderen zagen we intussen allemaal terug.”

“Ik denk nog niet aan het moment dat het niet meer zal gaan”

Ter gelegenheid van de Dag van de Mantelzorger stuurt het Wit-Gele Kruis alle mantelzorgers van hun patiënten een bedankingskaartje. “Zeker dit jaar hebben ze dat wel verdiend”, zegt verpleegkundige Annelies. “Onze hulpverlening is altijd doorgegaan, al waren er mensen die, zoals Rika en Jan, verkozen om ons even niet te laten komen. Maar hoe dan ook is het voor iedereen een zware periode geweest. Daarenboven hebben we 75 mantelzorgers uitgeloot die ook een boeket bloemen ontvangen. Rika is daar één van.”

“Ik denk nog niet aan het moment dat ik dit niet meer kan doen. Ik voel me nog fit”, zegt Rika. “Het lukt nog allemaal, al moet ik na de middag wel even rusten. Als het niet meer zo goed gaat, kan ik nog altijd ‘s avonds het Wit-Gele Kruis vragen ook. Het moet wel gaan hé. Ik zie de zorg voor Jan als een deel van mijn taak. Ik ben wel zijn vrouw, .”