Rik Vercoutere brengt al 44 jaar Rode-Kruisstickers aan de man: “Het geheim? Altijd glimlachen, ook als je niks verkoopt”

Rik Vercoutere: “Hoeveel ik er in al die jaren al verkocht heb? Geen idee, maar het moeten er tienduizenden zijn.”©JOKE COUVREUR
Rik Vercoutere: “Hoeveel ik er in al die jaren al verkocht heb? Geen idee, maar het moeten er tienduizenden zijn.”©JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Nog tot volgende week donderdag kan je een exemplaar van de bekendste ‘plakker’ van Vlaanderen op de kop tikken. De stickeractie van het Rode Kruis blaast dit jaar zestig kaarsjes uit en wil na het rampjaar 2020 weer een succesverkoop noteren. Maar geen verkoop zonder enthousiaste vrijwilligers. Heulenaar Rik Vercoutere heeft al meer dan veertig jaargangen op zijn teller. “Wanneer je in recordtempo je stickers verkoopt, voel je je de gelukkigste mens ter wereld.”

In 1961 werden de allereerste stickers van het Rode Kruis aan de man gebracht en sindsdien is de jaarlijkse actie uitgegroeid tot een stukje Belgisch erfgoed. Ruim 44 miljoen gingen er al over de spreekwoordelijke toonbank en tijdens de eerste helft van april is het een van de meest vertrouwde beelden in het verkeer: een dashboard met een licht verkleurde langwerpige sticker. Maar die belanden er niet zonder de tomeloze inzet van honderden vrijwilligers die vaak in weer en wind de plakkers aan de man brengen. Met een goeie reden, want elke afdeling mag de opbrengst van de verkochte stickers op de eigen rekening storten.

De coronacrisis doet mensen beseffen wat we met het Rode Kruis allemaal doen

“Simpel gezegd: hoe meer stickers we verkopen, hoe meer middelen we hebben om ons werkjaar in goeie banen te leiden”, zegt Rik Vercoutere (60) uit de Kortrijkse deelgemeente Heule. Hij is al sinds zijn zestiende lid van de lokale Rode Kruisafdeling en verkoopt al even lang stickers. “Met uitzondering van het jaartje legerdienst toen ik twintig was”, glimlacht hij. “Toen heb ik gevloekt dat ik er niet bij kon zijn. Maar verder heb ik geen enkele afspraak gemist.”

Start zonder kruispunten

Ondertussen schopte Rik het, naast boegbeeld van het Rode Kruis, ook tot coördinator van de jaarlijkse stickerverkoop. “Daar kruipt wel wat tijd in. Ik moet ervoor zorgen dat we, in normale tijden, alle belangrijke kruispunten op ons grondgebied bemannen en we vatten ook post aan de deuren van enkele supermarkten. En uiteraard ga ik ook zelf de boer op. Ik herinner me dat we tijdens mijn begindagen hier in Heule nog geen kruispunten hadden. ( lacht ) Toen verkochten we vooral aan vrienden en familie.”

De afdeling van Rik behoort tot de kopgroep in Vlaanderen. In niet-coronatijden worden jaarlijks zo’n 13.000 stickers aan de man gebracht. “Aan 5 euro per stuk, toch een stevige injectie voor onze werking”, vervolgt hij. “Maar vorig jaar was een fiasco. Corona zorgde ervoor dat de stickers met een begeleidende brief willekeurig in brievenbussen werd gedeponeerd en dan konden we enkel maar hopen dat mensen het bedrag naar ons overschreven. Normaal levert de actie ons 65.000 euro op, in 2020 was dat amper 8.000 euro. Terwijl onze werking gewoon bleef doorlopen. Daarom zijn we maar wat blij dat we dit jaar opnieuw de baan kunnen opgaan. Nog niet op kruispunten, maar gelukkig alweer aan de in- en uitgang van warenhuizen en op de wekelijkse zaterdagmarkt in Kortrijk. Tussen automobilisten laveren, doen we nog niet, want die dragen meestal geen mondmasker achter het stuur. En we willen als hulpverleningsorganisatie alle risico’s vermijden.”

Dubbele van de prijs

De stickeractie zou Rik niet kunnen missen. “Nieuwe verkopers geef ik altijd dezelfde raad mee: je stickers hou je in je linkerhand, met je rechterhand toon je vijf vingers. Zo toon je je koopwaar én de prijs in één beweging. Je moet een beetje commerçant zijn. En je moet altijd vriendelijk glimlachen, ook wanneer je niks verkoopt of mensen je brutaal aanspreken. Ik kreeg al naar mijn hoofd geslingerd dat ik mijn stickers maar aan prinses Astrid moest verkopen, terwijl ze al sinds 2007 geen voorzitter meer is van onze organisatie. Maar ook dan blijf ik vriendelijk, reageren haalt toch niks uit.”

Sommigen betalen zelfs met plezier 10 in plaats van 5 euro. Dat doet deugd

De meeste mensen schaffen zich wél met plezier een sticker aan, zegt Rik. “Al hoorde ik enkele dagen geleden nog een schitterende uitvlucht. Aan een supermarkt zei iemand me dat hij al een sticker aan een kruispunt had gekocht, terwijl we daar dit jaar niet mogen staan. Zo’n reacties bedek ik met de mantel der liefde, want het valt vooral dit jaar op dat we extra veel schouderklopjes krijgen. De coronacrisis doet mensen beseffen wat we allemaal doen. Sommigen komen zelfs spontaan op ons afgestapt om een sticker te kopen of geven het dubbele van de prijs. Zo’n zaken doen veel deugd.”

Watereend

Dit jaar mogen Rik en zijn collega’s de kruispunten nog niet bemannen, maar stiekem hoopt hij dat 2022 weer normaal zal verlopen. “Die plekken zijn het kloppende hart van onze actie. Mensen kennen ons ook op die manier: aan het rode verkeerslicht zien ze ons met onze stickers voorbij komen. Daar werkt de verkoop ook het best, zelfs wanneer het regent. Dan krijgen de chauffeurs compassie met ons, hé”, knipoogt hij. ” Na al die jaren weet ik dat goeie kleding onontbeerlijk is. Behalve wanneer het echt blíjft regenen: dan kom je als een watereend terug thuis. Maar ook dat heeft zijn charmes.”

Rik schaft zich ook jaarlijks een eigen velletje aan. “Die hou ik thuis bij, als souvenir. Elke sticker roept wel herinneringen op. Zo was er ooit een jaargang waarin een nieuwe, onervaren verkoper erin slaagde om tien stickers voor slechts 5 euro te verkopen. Ze waren per tien verpakt en hij dacht dat ze zo aan de man gebracht moesten worden. Achteraf kan je daar smakelijk om lachen.” Hoeveel stickers Rik zelf al verkocht heeft, weet hij niet. “Dat hou ik niet bij, het mag geen competitie worden. Maar het moeten er tienduizenden zijn. Zolang ik me je un en goed voel, blijf ik tijdens de eerste twee weken van april de baan opgaan. Die afspraak staat met steen gebeiteld in mijn agenda.”