Rik Bossu over het overlijden van zijn partner Werner Van Branteghem: “Wij waren een droomkoppel”

Rik Bossu bij het graf van Werner: "Ik breng Werner nog iedere week een bezoekje. Ik heb dat nodig." (foto SB) © Stefaan Beel
Peter Soete

Rik Bossu (60) heeft het nog steeds moeilijk om te praten over het afscheid van zijn echtgenoot Werner Van Branteghem, die begin dit jaar overleed. Iedere week rijdt Rik immers van Brugge naar het kerkhof in Roeselare om even met Werner te praten, om nog even samen te zijn.

Rik Bossu heeft het verlies van ‘zijn Werner’ nog lang geen plaatsje gegeven in zijn leven. Zijn verhaal stokt vaak, tranen moeten gedroogd worden. Maar er is ook ruimte voor een lach tijdens het interview. Vooral wanneer Rik de vele avonturen aanhaalt die hij met Werner heeft beleefd of vertelt over de karaktertrekjes die Werner zo typeerden.

“Werner en ik zijn zeven en een half jaar samen geweest”, begint Rik zijn monoloog. “Het hadden er eigenlijk twee jaar meer moeten zijn maar toen ik via een website Werner voor het eerst contacteerde, schreef hij dat ik te oud was voor hem. Ik was toen 50 en Werner 58 (lacht).”

“Twee jaar later contacteerde ik Werner toevallig nog eens en Werner zag dat als een teken van hogerhand. Hij was een dag voordien met zijn nicht naar Sluis geweest en had in een winkeltje een wenskikker gekocht. Hij wenste immers een vaste relatie uit te bouwen. Toen ik de volgende dag na twee jaar toevallig telefoneerde, nodigde hij mij uit. Ik ben naar Roeselare gereden en ik ben er gebleven.”

Geen trouwbriefje

“Werner en ik bleven onze eigen woningen houden. Ik had een huis in Brugge dat ik niet wilde verkopen en Werner zat goed in ‘t Hof van ‘t Henneken, dicht bij ‘t stad. Werner wou Roeselare niet verlaten, zo veel was zeker. Werner ademde Roeselare door al zijn poriën.”

“Toen we in het begin samen waren, hebben we nooit echt gepraat over huwen. Pas op, indien we twintig jaar jonger waren geweest, waren we sneller gehuwd en hadden we een kindje geadopteerd. Maar we waren 52 en 60 jaar toen we een koppel werden en daarom werd er niet gepraat over een huwelijk. We waren eigenlijk zes op zeven dagen samen en dat trouwbriefje was niet echt nodig voor ons. Enfin, toch voor mij, later vertelde Werner mij dat hij toch vaak droomde om getrouwd te zijn met mij.”

“In december 2018 klaagde Werner voor het eerst over pijn in zijn armen, hij kon ze bijna niet meer bewegen. Hij ging op consultatie bij een specialist en die verklaarde onomwonden dat Werner de spierziekte ALS had en nog maximum twee jaar te leven had. Natuurlijk hebben we veel bittere tranen geweend. Werner moest net voor Kerstmis naar het ziekenhuis voor enkele scans en we zouden pas na Nieuwjaar de uitslag kennen. Dat was een lange, lastige en vooral triestige periode voor ons. Toen we naar het ziekenhuis mochten, hoorden we van die specialist dat Werner alle verschijnselen van ALS had maar dat het geen ALS was. We begrepen er niets meer van. Een andere specialist heeft Werner dan geopereerd aan de nekwervels en die zei dat het met doorgedreven kinesitherapie een jaar zou duren vooraleer alles in orde zou zijn.”

Twintig kilo vermagerd

“Werner volgde alle kine-sessies en dat liep goed. Wel was hij al twintig kilo vermagerd: van piekeren, van te vechten tegen zijn donkere gedachten, van de pijn. Op vrijdag 13 september kwamen we terug van een etentje en na het uitstappen, viel Werner flauw midden op straat. Hij had een enorme hoofdwonde en vanaf toen had hij ook voortdurend suizingen in de oren. Sinds die val ging het van kwaad naar erger. Werner verzwakte meer en meer en op 27 december werd hij op intensieve zorgen opgenomen.”

“Het huwelijk op zijn ziekbed was voor hem een moment van opperste geluk”

“Burgemeester Kris Declercq had ons in het verleden al een paar keer gezegd dat wij moesten trouwen. Toen ik Werner in het ziekenhuis vroeg om te huwen en hem vertelde dat de burgemeester ons wilde huwen in het ziekenhuis, fleurde hij helemaal op. Dat was voor hem een moment van opperste geluk, hij zag het als een verlossing en was klaar om te gaan.”

Geen euthanasie

“Want Werner besefte zeer goed dat zijn ziekte een onomkeerbaar proces was en dat we aan het laatste hoofdstuk bezig waren. Begin januari had hij zelfs al geïnformeerd om euthanasie te laten uitvoeren. Maar die procedure zou zeker een maand in beslag nemen en Werner had daar de tijd niet meer voor. Toen men ons vertelde dat er ook zoiets bestond als palliatieve sedatie viel er plots een enorme last van zijn schouders. Werner besliste meteen dat die sedatie mocht starten op maandagavond 27 januari om 19 uur. En hij is gestorven op dinsdagmorgen 28 januari om 07.30 uur.”

“Werner wilde begraven worden bij zijn ouders. Ik breng Werner nog iedere week een bezoekje. Ik heb dat nodig. Het gebeurt dat ik meer dan een kwartier tegen hem sta te praten. Ja, ik weet dat ik nooit iets zal terughoren, maar ik moet dat doen. Ik ben mijn echtgenoot verloren en ik heb dat na negen maanden nog steeds niet kunnen plaatsen. Hoe lang ik dit zal doen, dat moment bij zijn graf? Zo lang ik het nodig heb, ik kan daar geen tijd op kleven. Aan een nieuwe relatie denk ik niet. Dergelijke zaken kun je toch niet forceren. Werner blijft altijd mijn echtgenoot. We waren een droomkoppel.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier