Renaat Desmedt: “In de Kerk maak je geen carrière”

Renaat Desmedt: "Roeselarenaars zijn open mensen die wel hun gedacht durven te zeggen, ook als het soms pijn doet." (foto SB) © STEFAAN BEEL
Peter Soete

Renaat Desmedt is deken in Roeselare van 11 februari 2007 en blijft rustig verder werken en bouwen aan de kerk van de 21ste eeuw. Pragmaticus, bruggenbouwer, manager maar vooral een priester die altijd vertrekt vanuit het evangelie en de Christusfiguur voor ogen houdt.

Het lijkt alsof je al heel lang in Roeselare actief bent ?

Deken Renaat Desmedt: “Maar dat is ook zo. Op 15 april 1996 werd ik aangesteld als coördinerend priester in Licht En Ruimte. Ik herinner me die datum nog zeer goed want een week later is mijn vader gestorven. In Licht en Ruimte moest ik vorming geven en begeleiden en ook de vele vrijwilligers op de verschillende parochies coachen. Ik was ‘s avonds altijd op toer en leerde ongelooflijk veel mensen kennen. En vanaf 2007 werd ik aangesteld als deken van Roeselare.”

Een priesterroeping was er nochtans niet van op heel jonge leeftijd ?

“Neen, ik was van plan om Romaanse filologie te studeren. Maar toch moet er onbewust altijd een soort roeping geleefd hebben. Als ik daar later aan terugdacht, beseft ik dat ik soms onbewust zat te bidden als ik naar school fietste. En toen ik mijn studiekeuze van Romaanse zou bekend maken, dacht ik ‘Lafaard, je ontloopt hier iets, je moet iets meer doen met je geloof’. En dat heb ik uiteindelijk ook gedaan.”

Tot verschot van je ouders ?

“Neen, helemaal niet. Mijn ouders hebben daar zeer goed op gereageerd want ik kom uit een zeer warm nest. Ze vertelden mij onmiddellijk dat ik dat moest proberen en dat ik zeker mocht terugkeren als het niet lukte.”

En Brugge werd je nieuwe thuis ?

“Na een jaar in Brugge ben ik toch Romaanse gaan studeren in Leuven. Maar ik was blij dat ik na twee jaar opnieuw naar Brugge mocht terugkeren. Ik voelde me er meer thuis, meer geborgen. Na vier jaar werd ik priester gewijd en dan stelde bisschop De Smedt me voor om in Rome twee jaar catechese te studeren aan de faculteit pedagogie.”

“Toen ik in Rome studeerde, kreeg de katholieke kerk in een jaar tijd ook drie pausen. Paulus VI overleed, werd opgevolgd door Johannes-Paulus I en korte tijd later door Johannes-Paulus II. Ik beleefde unieke momenten als jonge priester toen ik samen met een gigantische mensenzee op het Sint-Pietersplein stond te kijken naar de schoorsteen van het Vaticaan. Toen er de vierde keer witte rook uit de schoorsteen kwam en de massa begon te juichen, besefte ik opeens tot welke formidabele gemeenschap ik behoorde.”

Maar je eigen familie is ook een formidabele gemeenschap ?

“We hangen inderdaad sterk aan elkaar. We zien elkaar vaak, er zijn geregeld familiefeestjes en we blijven altijd contact houden. We zijn er voor elkaar.”

Zelfs familieskivakanties staan jaarlijks op het programma ?

“Tot enkele jaren geleden ging ik inderdaad altijd met de familie op skivakantie naar Zwitserland. Maar dat doe ik niet meer. Ik ben nu 67 jaar en op een bepaald ogenblik moet je durven beslissen om bepaalde dingen niet meer te doen. En skiën is er één van (lacht).”

Droomde je als jonge priester nooit om ‘carrière’ te maken in de Kerk ?

“Neen, helemaal niet. Onze wereld is geen wereld om carrière te maken. Ik ben nu deken van Roeselare maar je kunt dat moeilijk een carrièrezet noemen (lacht). Als je carrière wil maken, moet je toch wel een andere job uitoefenen.”

De Kerk heeft het moeilijk want de gebedshuizen lopen leeg ?

“De Kerk is al een tijdje in transitie, dat klopt. Ik ben al van in mijn tijd in Licht en Ruimte bezig met deze materie. We hebben eerst de federaties opgericht. Dat waren een groep parochies die toch nog zelfstandig bleven. Nu worden de federaties omgevormd tot pastorale eenheden.”

Renaat Desmedt:
© STEFAAN BEEL

Wat tot schaalvergroting leidt want sedert een jaar is ook het decanaat Izegem er nog bijgekomen ?

“We moeten tot een schaalvergroting komen, dat is onvermijdelijk. En je kunt dan twee zaken doen: ofwel de moed opgeven ofwel de mooie opportuniteit zien van deze schaalvergroting. En dat doen we ! Het is onze taak om voortdurend te helpen zoeken om de hedendaagse Kerk te laten beleven. In onze acht pastorale eenheden beschikken we over 22 vrijgestelden en een grote schat aan vrijwilligers. Als we dat met al die mensen niet kunnen sturen, dan moeten we de boeken neerleggen.”

Sprak de manager.

“Misschien wel maar ik vertrek altijd vanuit het evangelie en van de Christusfiguur. Bij alles wat ik doe.”

Dat moet toch moeilijk zijn met een terugval van roepingen ?

“Oh, maar we hebben niet te weinig priesters, we hebben te weinig volk in onze kerken. De gewone gelovigen stappen te weinig naar voor. In de grond zien de katholieken de Kerk wel graag maar ze tonen het te weinig. Men vernauwt de kring en richt alle aandacht op de eigen kinderen en vrienden. De sociale functie van de Kerk is weggevallen.”

De Kerk heeft daar toch grotendeels zelf voor gezorgd met de strakke structuur die ze altijd heeft gekend ?

“Misschien waren er vroeger zelfs te veel priesters en kregen de leken weinig of geen kansen om het geloof mee te helpen sturen. Nu nemen heel veel gelovige vrijwilligers taken in de Kerk op zich.”

Omdat er nu veel te weinig roepingen zijn ?

“Er zijn maar zes roepingen in onze provincie en we hebben het inderdaad ooit anders gekend. Maar we moeten afstappen van de idee om de Kerk enkel voor priesters te reserveren. Iedere mens die zich christen voelt, kan verantwoordelijkheid nemen. En het kan de taak van een priester zijn om te voeden, te inspireren.”

Dan mogen er natuurlijk niet veel pedofilieschandalen meer uitbreken in de Kerk ?

“Ik ben daar doodbeschaamd over, dat is om in een mollengat te kruipen. Ik ben daar zeer duidelijk in: alle schandalen moeten naar buiten komen en er moet scherp op worden gereageerd, zo eenvoudig is het.”

“Wie de Kerk niet graag ziet, heeft natuurlijk een stok om mee te slaan en wie de Kerk graag ziet, huilt in stilte. Die schandalen doen ongelooflijk veel pijn maar ik wil me niet laten verlammen. We zijn als Kerk toch al enkele jaren serieus gewond maar ons verhaal blijft overeind. Wij willen nog steeds de mensen helpen en iets betekenen voor hen.”

Moet het hele priesterambt dan niet herzien worden ?

“Ik zou graag bepaalde zaken in het priesterambt anders zien. Het celibaat zou ik bijvoorbeeld niet als absolute voorwaarde zien om priester te zijn. Het celibaat is pas zinvol voor wie dit aan kan. Ik ken bijvoorbeeld veel gehuwde mannen die zeer goede priesters zouden zijn.”

Ook de vrouwen worden nog niet voor vol aanzien in het instituut Kerk ?

“Er is ook werk aan de winkel als het over vrouwen in de Kerk gaat. De Kerk heeft te weinig de moderne wereld omarmd en de vrouw te weinig kansen gegeven. Het is tijd dat dit verandert. We kunnen en moeten de klok niet terugdraaien. We moeten met de moderne mens op stap gaan, met de mens met zijn onzekerheden, zijn vragen en zijn eigen cultuur. Maar ik blijf optimistisch dat we dit te boven komen.”

Hoe valt het in Roeselare mee met de kerkbeleving ?

“In Roeselare krijgen we als Kerk heel veel kansen. Roeselarenaars zijn open mensen die wel hun gedacht durven te zeggen, ook als het soms pijn doet. Maar Roeselarenaars zien de Kerk graag, ze hebben goede en gezonde ideeën over een moderne Kerk.”

Indien je kon terugkeren, zou je precies dezelfde keuze maken ?

“Ja, ik krijg veel kansen en voel me goed met de mensen waarmee ik op weg ben.”

Tips van Renaat

Lekker eten

“Ik kan absoluut genieten van een lekkere tafel en een goed glas wijn. Dat heb ik thuis gezien en geleerd. Mijn ma kon zeer goed koken en op zondag genoten we altijd eerst van een aperitief vooraleer aan tafel te gaan. En dan ontkurkte mijn pa steeds een lekkere fles wijn.”

“Ik stel tot mijn grote tevredenheid vast dat mijn neven en nichten ook graag en goed koken. Met Kerstmis nodig ik hen dan allemaal uit in de dekenij en houden we hier een familiefeest. We zijn dan met meer dan 30 personen. Ik ben ontzettend blij dat ik dat kan doen: ik heb hier plaats genoeg en het is hier dan een gezellige drukte.”

“In Roeselare zijn we ook ongelooflijk goed bedeeld met uitstekende restaurants. Je moet heus niet lang zoeken om zeer lekker te eten.”

Leuk shoppen

“Daar vind ik niets leuk aan (lacht). Neen, mijn zussen helpen mij vaak als ik iets nodig heb of geven mij advies. Ik heb nog eens vier paar dezelfde schoenen gekocht. Omdat ze aanvoelden als pantoffels, ja. Wel koop ik altijd bij lokale middenstanders. Ik kom zelf uit een commerçantenfamilie en vind het belangrijk om de middenstand te steunen. Je betaalt misschien iets meer maar de service die je krijgt, compenseert dat ruimschoots.”

Op reis

“Ik reis graag naar Frankrijk en Italië. Zo is Assisi een favoriete bestemming. Je hebt er een mooie mix van de spiritualiteit van Franciscus en toerisme. Dat vind ik zeer geslaagd. Ik ga er graag met mijn vrienden Jean-Yves en Sofie en hun zoontje Eli waarvan ik peter ben.”

“Maar ik hou ook van citytrips en ik heb ook El Salvador, Zuid-Afrika en Indië bezocht in het kader van ontwikkelingssamenwerking. Ik kan je verzekeren dat je dan als een ander man terugkeert.”

Mooie plekjes

“De Sint-Michielskerk ongetwijfeld, met grote dank aan wijlen deken Oost. Nu is ook de omgeving rond de kerk mooi aangelegd en dat is eveneens een pluspunt. Ik ga ook graag wandelen in het stadspark.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier