Renaat beleeft al bijna 20 edities van De Ronde vanop de motor

Renaat Schotte en motard Kevin Debusschere zijn niet aan hun proefstuk toe. (foto Davy Coghe)
Bert Vanden Berghe

Bruggeling Renaat Schotte mag stilaan een monument binnen een monument genoemd worden. De wielercommentator rijdt de hele wedstrijd in het hart van de koers.

“Het grootste verschil bij Antwerpen? Dat ik wat langer in mijn bed kan liggen”, grijnst Renaat Schotte. “Natuurlijk ben ik blij dat de koers terugkeert naar Brugge, maar ik kijk ook niet op tegen Antwerpen volgend jaar. Ik kan het alleen maar toejuichen dat de beslissing om het te verdelen tussen Brugge en Antwerpen het resultaat is van een opperbeste verhouding in plaats van zinloze opbodpolitiek.”

Voor Renaat is het parcours straks een trip down memory lane. “Die weg langs Beernem was mijn vroegere route met de motor naar Gent, langs Knesselare waar mijn grootmoeder van afkomstig tot Kuurne waar de redactie van Focus/WTV zat, of Kanegem waar ik ook veel goeie herinneringen heb. Er valt voor alles wel iets te zeggen.”

25 jaar voor de VRT

Ook tijdens de wedstrijd dus, waar Renaat naar eigen zeggen niet nerveus voor is. “Als voorbereiding rijd ik steevast de finale af met de wagen, en ik kijk ook waar we de laatste kilometers kunnen anticiperen met de motor. Waar je rijdt, kan heel belangrijk zijn voor extra informatie. En dat heeft wel degelijk zijn impact.”

Renaat draait al eventjes mee in het circuit. Komende september werkt hij 25 jaar voor de VRT. “De eerste keer dat ik met de motor meereed in de Ronde, was in 1997, de laatste editie in Sint-Niklaas overigens. Ik werkte toen nog voor betaalzender Supersport en had als opdracht gekregen om José De Cauwer en toenmalig hoofdredacteur Wouter Vandenhaute te volgen met de wagen. Voor de VRT zat ik de eerste keer op de motor in 2005, het jaar dat Boonen won. Toen had ik nog te weinig ervaring om het verschil te maken voor de kijker, maar ik zat vrij snel op mijn niveau nadien. Alles samen is het nu de 18de keer, denk ik. Of het moeilijker is geworden? De bewegingsruimte is kleiner geworden. Enerzijds terecht, maar ook niet altijd. Want we hebben nooit geïnterfereerd met de koers. Bovendien kunnen we bepaalde hellingen als de Paterberg en de Kwaremont niet meer oprijden als vroeger, laat staan wat Jan Wauters of zelfs nog Michel Wuyts deden. Zij konden bij wijze van spreken nog naast de renners rijden. Maar je hoort me niet klagen. Vanop de motor is het aspect beleving niet te versmaden, omdat je door de adrenaline automatisch enthousiast bent en dat gevoel kan vertalen naar de kijkers toe. Qua beelden zijn er meer camera’s dan vroeger, maar je kan ook maar één beeld op antenne krijgen. En dan is de man op de motor vaak diegene die als eerste iets opmerkt. In dat opzicht ben je een welgekomen steun voor de regisseur, die zo korter op de bal kan spelen. Voor mij is een koers geslaagd als we geen ongevallen hebben veroorzaakt of de koers niet gestoord hebben, wat in 99,9 procent van de tijd het geval is. Dat is de basis. En als je iets extra kan bijbrengen is het zeker geslaagd. Als je bijvoorbeeld in het heetst van de strijd een achtervolgende groep van 15 renners in één keer kan afraffelen op basis van wat je ziet, nog voor die worden omgeroepen door de radio, dan weet je dat je iets extra hebt kunnen bijbrengen..”

Uniek in de wereld

“Als verslaggever is een Ronde het interessantst als de boel snel uit elkaar valt, bijvoorbeeld door veel wind. Voor de renners is dat vaak het minst aangenaam omdat ze dan echt het vat tot op de bodem moeten ledigen. Dat is heel dankbaar voor de verslaggeving, denk maar aan die fameuze Gent-Wevelgem uit 2015, waar de renners van hun fiets waaiden.”

Net als voor veel Vlamingen is de Ronde voor Renaat méér dan koers. “Alles komt samen in die ene koers op wielervlak, maar dat volksfeest errond gaat de wereld rond en is misschien wel het mooiste visitekaartje voor ons land. De Ronde en de koers tout court maakt ons wereldwijd redelijk uniek. Vanaf kilometer nul is het één groot feest. Het is die Belgische of Vlaamse cultuur vieren, met een volkskermis, bier, kip aan het spit, wafels… Qua beleving is de Ronde de belangrijkste koers. Nog meer dan Parijs-Roubaix waar ze de eerste honderd kilometer in een desolate leegte rijden. Veel Vlamingen beseffen niet hoe uniek we hiermee zijn. Dat weekt zodanig veel los bij de mensen. Het is fantastisch om te zien.”

En dan de hamvraag: wie wint er dit jaar De Ronde? “Als Pogacar rijdt als vorig jaar… (denkt na) Anderzijds zou het wel een droom zijn om een finale te krijgen met Pogacar, Van der Poel, Van Aert en Alaphilippe. Als die vier naar de Paterberg stormen, dan wordt iedereen zot. En zeker als de landgenoot wint, dan krijg je een delirium in het kwadraat. Van Aert zet naar mijn gevoel alles in op de Ronde en Roubaix, dus wie weet…”