Redden wormen onze kust bij 1.000-jarige storm?

De schelpkokerworm © Matthias Buschmann
Hannes Hosten

Het leek een onwaarschijnlijk idee: met wormen strijden tegen stormen. Maar kijk, sinds vorige week lopen in Heist en Bredene testen met schelpkokerwormen. Een consortium van wetenschappers, waterbouwbedrijven en de textielindustrie probeert om die wormen samen te brengen en riffen te doen vormen aan de laagwaterlijn. Een wereldprimeur als het slaagt.

Tot nu toe wordt onze kust tegen stormen beschermd met harde structuren, maar het inzicht groeide dat dit op lange termijn niet zo’n goede oplossing is. Vandaag wordt gezocht naar manieren om de natuur zelf te laten zorgen voor de kustverdediging, zeker nu de klimaatopwarming de zeespiegel doet stijgen. Coastbusters, een project van de Vlaamse overheid, het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) in Oostende, waterbouwbedrijven Deme en Jan De Nul, textielbedrijf Sioen Industries en het Oostendse onderzoeksbureau eCOAST, test drie manieren uit om natuurlijke riffen te doen ontstaan: met mosselen, met wieren en dus ook met wormen.

Alles draait rond de schelpkokerworm, zo’n 30 cm lang en bestaande uit tot 300 segmenten, die van nature voorkomt aan onze kust. “Met zandkorrels, stukjes schelp en het eigen slijm maakt deze worm permanent kokertjes aan van zo’n 5 mm dik, die steviger zijn dan zand alleen. Het dier leeft in een koker en verplaatst zich maar enkele centimeters, daarbij gebruik makend van zijn koker. De schelpkokerworm is niet te verwarren met de zeepier, bekend van de opgerolde strontjes op het strand”, vertelt Alexia Semeraro, wetenschappelijk medewerker aan het ILVO.

De koker van een schelpkokerworm op het strand.
De koker van een schelpkokerworm op het strand.© Alexia Semeraro – ILVO

“De kokers kunnen tot 65 cm lang zijn. Veel mensen letten er niet op, maar wie bij laag water op het natte strand loopt, ziet buisjes van een viertal centimeter boven het zand uitsteken. Dat zijn die kokertjes. Als veel schelpkokerwormen samenkomen op dezelfde plaats, dan krijg je een soort rif, een verhard stuk zand. Dat zorgt voor ophogingen in het zand van maximum zo’n 16 cm hoog. Als we zo’n riffen kunnen doen ontstaan op plaatsen waar het strand minder stabiel is, verstevigen we de stranden. Zo spoelt er minder zand weg, vormen zich meer duinen… en zijn we beter beschermd tegen stormen.”

kustverdediging

“Er is een onderscheid tussen stormen en de standaard erosie van stranden”, zegt projectcoördinator Tomas Sterckx, werkzaam bij Deme. “Een 1.000-jarige storm zal je natuurlijk niet verhinderen met wormen. Maar de riffen die ze vormen, remmen wel de gewone erosie af. Daardoor zorgen ze dat er stranden ontstaan die een 1.000-jarige storm kunnen weerstaan. Ze laten toe een ecosysteem uit te bouwen dat voldoende sterk is dat het op zichzelf kan staan. En daar willen we naartoe.”

“Het idee om riffen te laten ontstaan voor de kustverdediging bestaat al lang”, aldus Tomas Sterckx. “Maar wie er op kwam om daar wormen voor in te zetten? Dat is moeilijk te zeggen. We staken met verschillende partners de koppen bij elkaar en proberen verschillende mogelijkheden uit, die allemaal op hun manier nieuw en innovatief zijn: met wieren, mosselen en wormen.”

“In augustus 2017 deden we een eerste test in De Panne. Daar is in het marien ruimtelijk plan de testzone voor zeewering voorzien. Maar in de winter bleek dat de dynamiek van het strand er te groot is. Daar lukte het niet”, vervolgt Alexia Semeraro. “Sinds november doen we labotesten bij het ILVO en vorige week plaatsten we testopstellingen op het strand van Bredene en in de Baai van Heist. Die zullen normaal een kleine maand duren. Zowel in Bredene als in Heist zijn er zes zones van één vierkante meter.”

Vertegenwoordigers van alle betrokken partners bij de zones waar uitgeprobeerd wordt in welke ondergrond de larven van de schelpkokerworm het best gedijen.
Vertegenwoordigers van alle betrokken partners bij de zones waar uitgeprobeerd wordt in welke ondergrond de larven van de schelpkokerworm het best gedijen.© Hans Hillewaert-ILVO

“Larven vestigen zich van nature het liefst op plaatsen waar al veel volwassenen zijn, omdat de kokers van de volwassen wormen een aantrekkelijker ondergrond en een verminderde bodemstroming bieden. Om de wormen te krijgen waar wij ze willen, moeten we de natuur een handje helpen en zelf voor de ondergrond zorgen waarin de larven goed gedijen. We testen met een houtstructuur, een houtstructuur met schelpen en 3D-textiel, een soort dikke ‘mat’ van Sioen Industries. We onderzoeken nu wat het meest geschikt is. Met de tijd breekt de natuur de ondergrond af, maar de wormen zullen zich er dan gesetteld hebben.”

20.000 wormen

“De riffen gevormd door wormen komen ook van nature voor aan onze kust”, legt Alexia uit. “Maar ze variëren doorheen de tijd, door menselijk ingrijpen of omdat de wormen niet bestand zijn tegen vriestemperaturen. Als de temperaturen stijgen, keren ze vanzelf terug. Hoe minder het vriest, hoe minder wij zullen moeten tussenkomen om de riffen weer op te bouwen. De klimaatopwarming is voor dit project dus niet zo’n slechte zaak (lacht).”

“In de testzone in Bredene komen de schelpkokerwormen voor, maar niet zo veel als in de Baai van Heist. Daar is het strand meer beschut. In Bredene komen aan de laagwaterlijn een tiental wormen per vierkante meter voor, in Heist drie tot vijf keer meer. Maar om van een rif te kunnen spreken, moeten er 500 tot 1.000 wormen per vierkante meter voorkomen. Er zijn er zelfs met 20.000 individuen per vierkante meter.”

“We gaan stap voor stap: eerst zien hoe de wormen zich gaan vestigen, dan hoe ze riffen opbouwen en vervolgens op grote schaal riffen laten ontstaan op plaatsen waar het strand meer stabiliteit nodig heeft. Wellicht wordt het een combinatie van riffen gevormd door wormen op de laagwaterlijn en riffen door mosselschelpen en wieren verder in zee. Ook daar lopen momenteel testen rond. Aan onze kust vind je brede stranden, smalle stranden, havens, duinen… Verschillende projecten en het complex project kustvisie van de overheid zoeken uit in welk gebied welk soort kustverdediging het best werkt.”

Vrees voor beschadigingen

Er bestaat wat vrees bij de onderzoekers dat hun testopstellingen op het strand beschadigd zullen worden door voorbijgangers die onwetend of het project niet genegen zijn.

“Er staan infoborden ter hoogte van reddingspost 6 in Bredene en rechts van het natuurreservaat De Baai van Heist”, zegt Alexia Semeraro. “Beide zones zijn toegankelijk voor het publiek, al zijn het geen bewaakte badzones. We houden in het oog of mensen de opstellingen niet beschadigen. Dat zou kunnen gebeuren uit onwetendheid of uit frustratie of angst. Mensen staan mogelijk negatief tegenover ons project of gooien het op één hoopje met de mogelijke komst van eilanden voor de kust van Knokke-Heist. Maar het publiek moet beseffen dat de kustbescherming niet overal op dezelfde manier gebeurt. Er zijn brede en smalle stranden, duinen, havens… Voor elk gebied zoeken we de meest geschikte oplossing.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier