Raymond Verhaeghe uit Roeselare leerde zoon Carl 41 jaar geleden de kappersstiel

Kapper Raymond is al lang met pensioen, maar komt nog quasi dagelijks langs bij zoon Carl. (foto SB) © Stefaan Beel
Peter Soete

Het is leuk als vader en zoon ook echt goede vrienden zijn. En als ze dan nog bijna iedere dag samenwerken en nooit woorden hebben, is dit een geknipt vaderdagverhaal. De kappers Raymond (82) en Carl (55) Verhaeghe vertellen hun verhaal in hun zaak in de Westlaan.

Het is iets voor zeven uur wanneer we de kapperszaak in de Westlaan binnenstappen. Carl is nog een laatste klant aan het knippen, Raymond veegt de vloer van de zaak schoon en ontsmet borstels en kammen. Officieel is Raymond met pensioen maar hij komt nog bijna dagelijks in het kapsalon. “Mijn werk is altijd mijn hobby geweest en dat is nu nog niet veranderd.”

Is je werk ook je hobby, Carl?

Carl: “Niet zoals bij mijn pa. Ik doe mijn werk zeer graag en kom altijd graag naar het salon. Een kapper die zijn job niet graag doet, houdt het trouwens niet lang vol. Wist je trouwens dat mijn pa en ik al 41 jaar samen werken?”

Toen Carl geboren werd, was je tevreden dat het een jongetje was?

Raymond: “Ja, zeer blij. Nochtans dachten mijn echtgenote Erna en ik dat het een meisje zou worden. We hadden trouwens al een meisjesnaam in gedachten maar geen jongensnaam.”

En dat je later in de voetsporen van je vader zou stappen, was niet meer dan logisch.

Carl: “Pa zou zeer ontgoocheld geweest zijn als ik dat niet had gedaan. Hij had mij zeker laten kiezen wat ik wilde studeren maar indien ik bijvoorbeeld voor elektricien had geleerd, dan had hij het zeker in mien soepe gedaan.”

Raymond: “Het is toch fantastisch als een vader zijn zoon een stiel kan leren? Ik was een strenge leermeester voor alle leerjongens maar misschien nog iets strenger voor mijn eigen zoon. Hij moest het vak echt perfect onder de knie hebben.”

Carl: “De eerste jaren was het afzien. Ik moest van ‘s morgens tot ‘s avonds oefenen op hetgeen ik het minst goed kende. En de feedback die ik kreeg, was nooit 100 % positief (lacht). Als hij in mijn beginjaren drie keer in een jaar zei dat het goed gesneden was, was dat al veel. Maar dan nog volgde er dat ik het de volgende keer een beetje beter moest uitborstelen (lacht). En om te leren scheren, moest ik iedere dag van het jaar de baard van mijn vader scheren. Geloof me, dan kun je het wel.”

Maar toch komen jullie goed overeen?

Carl: “Absoluut! Ik herinner me niet dat we vaak woorden of zelfs maar meningsverschillen hebben gehad. We zijn zeer complementair en denken eigenlijk hetzelfde.”

Raymond: “En als we het niet eens waren, bleef dat nooit hangen en werd dat onmiddellijk vergeten. En thuis werd er nooit over het werk gepraat.”

“Mijn pa was, zonder overdrijven, een van de beste kappers van de streek”

Carl: “Mijn pa heeft me werkelijk alles geleerd: mijn vak, hoe ik mijn geld moet beheren, hoe ik met de wagen moet rijden, hoe ik met de klanten moet omgaan. Dat is een zegen geweest voor mij.”

Hoe zouden jullie elkaar omschrijven als kapper en als mens?

Raymond: “Carl is een uitstekende kapper die zeer goed met zijn klanten kan omgaan. Soms is hij te braaf, heeft hij geen haar genoeg op zijn tanden. Daar herken ik mezelf in.”

Carl: “Mijn pa was één van de beste kappers van de streek en dat zeg ik echt zonder overdrijven. Hij was ook zeer ambitieus. Indien er Michelinsterren zouden bestaan voor kapperszaken dan zou hij niet rusten vooraleer hij er drie zou hebben (lacht). En hij heeft een ijzersterk karakter. We gingen op zondag eens van heel vroeg een hele dag in antiekzaken snuisteren en ik vroeg hem of het niet erg was dat hij zijn dagelijkse gymnastiekoefeningen niet kon doen. Oh, maar die heb ik gisterenavond twee keer gedaan en vanavond laat zal ik die ook twee keer doen, klonk het.”

Weten jullie van elkaar wat jullie lievelingskost is?

Raymond: “Van Carl is dat enkele sneetjes spek met bruine saus met ajuinen, pietjessaus zoals we dat hier zeggen. En hij drinkt graag een glas zoete witte wijn.”

Carl: “Mijn pa houdt van asperges op zijn Vlaams en van drank is dat makkelijk: plat water. Ik ken mensen die meer alcohol drinken in één avond dan mijn pa in een volledig jaar (lacht).”

Waarmee doen jullie elkaar plezier?

Raymond: “Met een restaurantbon. Geen moeilijke of ingewikkelde gerechten maar lekkere kost die we gewoon zijn.”

Carl: “Ik geniet meest van onze tijd samen in de zaak: genoeg werk om niet ambetant te worden en niet te veel werk om geen stress te hebben. En tussendoor samen eens babbelen. Dat mag nog heel lang zo blijven duren voor mij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier