RadiostemTom Vandenbulcke: “Voor sportjournalisten wordt het een topzomer”

Tom Vandenbulcke is al 20 jaar sportjournalist. (foto VRT)
Wouter Vander Stricht

Izegem zendt zijn zonen uit. De stem van sportjournalist Tom Vandenbulcke zal je niet onbekend in de oren klinken. Maar wie is die joviale kerel die al 20 jaar bij Sporza werkt en die op 5 maart in Roeselare een netwerkavond van Knack Volley aan elkaar babbelt?

Je werkt al bijna 20 jaar voor Sporza en Radio 1. Zie je je er nog 20 bij doen?

“Wie zal het zeggen? Je belde me voor dit interview terwijl ik in Rome van de zon aan het genieten was. Ik zou het niet erg gevonden hebben om daar te blijven… Nee, serieus: het feit dat ik in 20 jaar niet naar een andere job gezocht heb, betekent dat ik goed zit bij Sporza. Ik denk dat wij nog altijd de beste sportredactie van het land hebben. Sommige politici doen nu helaas wel hard hun best om de VRT te kortwieken. De Vlamingen verwachten van ons kwaliteit, en dat is terecht. Maar ik voel wel dat we met altijd minder middelen en minder mensen aan die hoge verwachtingen moeten blijven voldoen. Ik kan alleen maar voor Sporza en mezelf spreken en vind dat er bij ons heel hard gewerkt wordt. Maar op deze manier zal de citroen op een dag uitgeperst zijn. Dat kan over 20 jaar zijn, maar dat kan ook vroeger al zijn.”

Het wordt een heel drukke sportzomer voor jullie. Veel vakantie zit er straks niet in?

“Nee, maar dat is ook niet erg, want op de grote evenementen wil je gewoon deel uitmaken van het team dat verslag uitbrengt en niet ergens op een strand zitten. Het wordt inderdaad een topzomer, met eerst het EK voetbal, dan de Ronde van Frankrijk en vervolgens ook nog de Olympische Spelen. Je moet weten dat de voetbalcompetitie ook al weer begint tegelijk met de Spelen. Om dat allemaal op een goeie manier op de radio te krijgen, zullen wij ook als een soort topsporters moeten presteren. Maar ik heb er vertrouwen in: we hebben de ervaring in huis en we zijn er natuurlijk ook maanden op voorhand al mee bezig. Zelf zal ik dit jaar vooral het presentatiewerk doen tijdens het EK voetbal en de Olympische Spelen. Het openingsweekend van de Spelen mis ik wel omdat mijn zus dan trouwt in… Lapland!”

Sport je zelf veel?

“Ik heb gevoetbald, en toen dat niet meer combineerbaar was met het werk ben ik een gedreven fietser geworden. Zelf op het parcours van de Ronde van Vlaanderen of Luik-Bastenaken-Luik fietsen, dat was geweldig. Maar door een mislukte knie-operatie zes jaar geleden kan ik jammer genoeg niet meer sporten. Ik mis het natuurlijk, dat spreekt voor zich. Samen met enkele Izegemse vrienden behoor ik tot het fietsgroepje ‘De Jempi’s’ genoemd naar Jempi Monseré maar de laatste jaren sluit ik enkel nog aan na de rit, om een glas mee te drinken.”

Anders dan de tv-ankers, kom je minder in beeld. Herkennen mensen soms ‘je stem’?

“Dat gebeurt, ja. Maar net zo goed gebeurt het dat mensen mijn stem niet herkennen. Of ze menen te weten wie ik ben, maar blijken het dan toch over iemand anders te hebben. Ik vind dat trouwens helemaal niet erg. Bekendheid vind ik echt niet belangrijk, integendeel. Ik drink liever anoniem een pint dan dat iedereen me overal gezien heeft. Mijn stem wordt blijkbaar ook wel eens verward met die van een collega. Ik heb zes jaar het programma rond de Tour de France gepresenteerd samen met Gert Geens. Er was een editie waarbij mijn grootmoeder pas na een week doorhad dat we met zijn tweeën aan het presenteren waren. Maar ze is dan ook mijn grootste fan, dus ze zal wellicht heel hard gefocust hebben op mij en Gert genegeerd hebben…” (lacht)

Je praat op 5 maart een netwerkavond van Knack Roeselare aaneen. Volg je de prestaties van de Roeselaarse volleybalclub?

“Het is heel gek, maar ik ben bijna 20 jaar sportjournalist en pas onlangs heb ik voor de eerste keer een Champions League-match in het volleybal bijgewoond. Dat was Roeselare tegen het Servische Novi Sad, de wedstrijd die Roeselare de kwalificatie opleverde bij de beste acht in Europa. Volleybal is een spectaculaire sport en in de zaal was er veel sfeer. Het is een sport die minder in ons DNA zit dan voetbal en koers, maar ik heb volleybal zeker leren appreciëren. Chapeau trouwens voor Roeselare: zo lang meedraaien aan de top is echt wel straf.”

Het zal je allicht al ter ore gekomen zijn: Izegem krijgt er straks een Patrick Sercu-dreef bij. Hoe hoog schat je de carrière van de pistier in?

“Een Patrick Sercu-borstbeeld komt er ook in die dreef, mag ik hopen? Sercu is toch een momument uit de wielersport. Hij heeft aan de zijde van Eddy Merckx heel veel gewonnen op de piste. En dat was echt niet vooral aan Merckx te danken. Vergeet ook niet dat hij in de Tour de groene trui gewonnen heeft. En dan is hij nog eens olympisch kampioen geworden ook, er zijn heel weinig Belgen die dat kunnen zeggen. Hij was een minzame man, geen roeper. Als organisator van de Zesdaagse van Gent was hij ook heel erg gerespecteerd. Vraag maar eens aan Bradley Wiggins wat hij van Patrick Sercu vindt. Je zult niets dan lof horen.”

Je herkent de voetbalvrienden Bjorn Verholle, Andy Verleden, Lieven Samyn, Bram Lambert, Tom Vandenbulcke, Marc Ducheyne en Frederik Seaux bij de bekermatch Mandel United - KV Oostende aan het begin van het seizoen.
Je herkent de voetbalvrienden Bjorn Verholle, Andy Verleden, Lieven Samyn, Bram Lambert, Tom Vandenbulcke, Marc Ducheyne en Frederik Seaux bij de bekermatch Mandel United – KV Oostende aan het begin van het seizoen.

“Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik nog elke week de uitslagen van Mandel United ga opzoeken in de krant. Eerlijk gezegd zou ik ook niet één speler kunnen noemen van het eerste elftal. Maar ik ben nog niet zo lang geleden wel komen kijken naar de bekermatch tussen Mandel United en KV Oostende. We hadden met een groepje oud-spelers van KFC Izegem afgesproken en dat is een hele fijne avond geworden. Ik moet ook zeggen dat er knap werk geleverd is op het vlak van infrastructuur. Er ligt een mooi kunstgrasveld en de nieuwe tribune is heel fraai. Echt top. Wij speelden vroeger op het veld met de atletiekpiste er rond. Dat ligt er gelukkig nog, maar de oude tribune is afgebroken. Ik voel toch altijd melancholie als ik er terugkeer.”

Het Belgisch voetbal maakte op extra-sportief vlak barre tijden door. Hoe kijk jij tegen de zaak Propere Handen aan?

“Bedrog zal altijd bij sport horen. Zeker als er grof geld mee gemoeid is. Daar moet je niet naïef over doen. Dit soort schandalen is zeker kwalijk voor de sport, maar de mens vergeet ook snel. In het wielrennen wordt moord en brand geschreeuwd wanneer iemand betrapt wordt op doping, maar enkele weken later staan alle Vlamingen toch weer langs de kant van de weg als het peloton voorbijkomt. Dat is net zo in het voetbal. Kijk maar naar KV Mechelen. Wat heeft die club allemaal niet meegemaakt de voorbije 30 jaar? En toch zitten daar voor elke thuismatch 15.000 toeschouwers in de tribunes. Een club zoals KV Mechelen is onverwoestbaar.”

Hoe vaak kom je nog in Izegem?

“Weinig. Mijn moeder woont er nog, maar later dit jaar gaat ze dichter bij mijn zus wonen in Kruisem. Ook mijn grootouders bezoek ik nog wel eens in Izegem. Meme woont op haar 93e nog altijd in Emelgem en pepe verblijft in Het Pandje. Vroeger lag daar naast het rusthuis het voetbalveld van SV Izegem, waar ik als kleine jongen begonnen ben met voetballen. Marc Degryse kwam er ooit op een kerstfeestje handtekeningen uitdelen. Ik heb die handtekening nog altijd. Dat zijn toch mooie herinneringen aan Izegem, momenten die ik nooit zal vergeten. Ondertussen ben ik zelf al lang weg uit Izegem, maar ik heb er nog altijd enkele heel goeie vriendschappen. Ik ben zeker dat die band voor het leven is.”

Je bent er al bijna twee decennia weg: in welke mate is Izegem veranderd?

“Dat kan ik moeilijk zeggen. Ik ben er te weinig geweest om van dichtbij te zien hoe de dingen geëvolueerd zijn. Ik ga ervan uit dat Izegem gegroeid is als stad. De turnhal en de accommodatie voor het voetbal zijn daar mooie voorbeelden van. Voorts zie ik nog heel veel herkenningspunten van vroeger, en dat is maar goed ook. Izegem mag altijd een beetje mijn Izegem blijven. “

Je krijgt er mooi volk aan je gesprekstafel? Niet alle gesprekspartners waren jou wellicht echt bekend. Wie heeft je het meest verrast tijdens je research en waarom?

“Goh, er komen ook bedrijfsleiders aan bod en die ken ik minder goed of niet. Ik ben wel benieuwd naar hun verhaal. En verder vind ik het wel fijn dat Roeselare ook Richard Plugge uitgenodigd heeft. Plugge is de manager van Team Jumbo-Visma, de Nederlandse ploeg van Wout van Aert. Ze hadden voor die netwerkavond net zo goed Patrick Lefevere kunnen vragen. Hij is een man van de streek en bovendien een succesvol manager die in zijn zoektocht naar sponsors heel vaak met het bedrijfsleven te maken heeft. Maar het wordt dus Plugge en ik wil zijn verhaal wel eens horen. Jumbo-Visma was een paar jaar geleden nog een lachtertje in het peloton en nu is het een van de meest succesvolle ploegen. Straks winnen ze misschien wel de Tour, dat had je twee of drie jaar geleden niet voor mogelijk gehouden.”