Provincie draagt Markeymolen over aan Lo-Reninge

Burgemeester Lode Morlion bij de Markeymolen. © MVQ
Redactie KW

De Provincie West-Vlaanderen verkoopt de Markeymolen aan de stad Lo-Reninge voor een symbolische euro. Dat heeft de provincieraad goedgekeurd in haar zitting van donderdag 23 april.

Lo-Reninge ziet de molen als een waardevol monument met een toeristische meerwaarde, maar toch ook als een vergiftigd geschenk. Er zijn strikte voorwaarden verbonden aan de deal waarbij de molen zal worden gerestaureerd en opnieuw maalvaardig worden gemaakt.

Maximale steun voor restauratie

Door het nieuwe decreet Onroerend Erfgoed heeft de Provincie geen recht meer op enige subsidiëring bij de renovatie van molens. Om de Markeymolen te kunnen behouden als erfgoed en om maximale steun voor de renovatie te verkrijgen van de Vlaamse overheid, werd gekozen voor een verkoop aan de stad Lo-Reninge voor een symbolische euro. Eerder werd ook al de Wullepitmolen in Zarren (Kortemark) om deze reden op dezelfde manier overgedragen.

Op de gemeenteraad van februari lichtte burgemeester Lode Morlion (Dynamisch) nog de overdracht toe: “De provincie West-Vlaanderen is sedert 1980 eigenaar van de Markeymolen. Begin jaren tachtig heeft de provincie deze molen die werd gebouwd in 1797 en sinds 1949 een beschermd monument is, volledig gerestaureerd en maalvaardig gemaakt. Tot een tiental jaar terug was er nog een lokale molenaar aan het werk en was de molen nog toegankelijk voor het publiek. De voorbije jaren is hij echter in verval geraakt en er dringt zich nu een grondige restauratie op. De restauratie en het opnieuw maalvaardig maken van de molen wordt geraamd op 450.000 euro. De Provincie West-Vlaanderen voorziet op basis van de voorlopige raming een financiële tussenkomst van 250.000 euro. Wel zal de stad Lo-Reninge opdraaien voor het beheer, de jaarlijkse onderhoudskosten en schilderwerk, plus 2 keer per jaar een molentechnisch nazicht van 3.500 euro per beurt. We zullen een ontwerper aanstellen voor een maalvaardige molenrestauratie. De molen moet ook toegankelijk zijn voor het publiek en frequent malen. Dat betekent dat we ook een molenaar moeten zoeken. De Markeymolen is een bijzonder waardevol monument met een toeristische meerwaarde, maar het mag geen molensteen rond onze nek worden. We mogen niet naïef zijn: de provincie schuift hiermee een zware last op de schouders van een kleine gemeente. Samen met de toeristische dienst zullen we onderzoeken hoe we de molen op een goede manier kunnen integreren in ons toeristisch beleid.”

In een flankerende overeenkomst verbindt de stad, die na de verkoop instaat voor de restauratie en het onderhoud, er zich toe een aanvraag in te dienen om de molen te laten erkennen als ZEN-erfgoed (Erfgoed zonder economisch nut). Via een molenbeheersplan kan de stad in aanmerking komen voor een verhoogde erfgoedpremie.

(MVQ)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier