Priester-leraar Rik Cloet kan niet tegen onrecht en pesterijen

Rik Cloet in de priesterkeuken op school: "Mijn lievelingsgerecht is witloof met ham. Mijn ouders teelden witloof." © JS
Johan Sabbe

Vrijwel altijd goedlachs en positief ingesteld: Rik Cloet ziet het leven door een roze bril. De priester-leraar aan de scholengroep Sint-Rembert Torhout wil geen energie verspillen aan vitterijen en gekanker. En bovenal: onrecht kan hij niet verdragen. “Als ik mensen uitgesloten of gepest zie, word ik daar serieus kregelig van.”

“Ik kan er niet tegen dat sommigen om de een of andere reden niet meetellen. Dat doet pijn. Wie discrimineert, zal ik erop aanspreken. Welke huidskleur, ideologie, geaardheid, intelligentie of geloofsovertuiging iemand ook mag hebben, iedereen is waardevol.”

“Laat de verschillen tussen mensen net een rijkdom zijn! We zijn toch allemaal op zoek naar een gelukkig en zinvol leven? Ik vind dat we in onze maatschappij te veel de nadruk leggen op het economische. Op presteren en winst maken. En dat gaat ten koste van mensen. En ten koste van het milieu en onze planeet.”

Niemand laten vallen

“Ik probeer altijd het goede in een andere mens of een specifieke situatie te zien. Het is verloren energie om op negatieve punten te blijven focussen of almaar zaken uit het verleden op te rakelen die fout liepen. Ik ben niet blind voor wat er misloopt of tegenzit, maar ik probeer mijn energie in het goede te investeren. En in de toekomst. Ik doe ook mijn best om te leren uit de fouten van het verleden.”

“De Nederlandse historicus Rutger Bregman schreef een boek met als titel De meeste mensen deugen. Daar sluit ik me graag bij aan. Natuurlijk helpt mijn geloof me daarbij. God wordt in de Bijbel vergeleken met een adelaar die zijn jong leert vliegen.”

“Als het jong valt, wordt het opgevangen en weer opgegooid. Zolang tot het kan vliegen op eigen kracht. Een prachtig beeld. Ik ben ervan overtuigd dat we als mens nooit helemaal in het niets vallen, maar opgevangen worden en weer opgegooid. Dat gebeurt via mensen die ons dragen en kracht geven. Ik laat alvast niemand vallen.”

Aan politiek doen

“Ik volg de actualiteit op de voet. Geen ontbijt zonder krant. Ook het journaal en duidingsprogramma’s staan op het menu. Ik heb de politieke microbe voor een stuk meegekregen van thuis. Mijn papa is jarenlang in Pittem eerste schepen voor CD&V geweest. Ik heb ook zelf even overwogen om in de politiek te stappen, maar dat is niet evident voor een priester.”

“Het gevaar van partijpolitieke spelletjes en/of eigenbelang loert om de hoek. Sowieso heb ik bijzonder veel respect voor politici die zich inzetten voor het algemeen maatschappelijk belang en hun verantwoordelijkheid opnemen. Een eerlijke politiek is noodzakelijk. De politici die ten dienste staan van de gemeenschap en zorgen dat er geen mensen uit de boot vallen, beschouw ik als bondgenoten.”

Nood aan sporten

“Ik heb nood aan een paar uur sporten per week. Ik ga heel graag zwemmen, wat gelukkig weer kan na die lange coronasluiting van het zwembad. Ik fiets ook graag en ga naar de beweegcoach op school.”

“De tijd die ik in mijn agenda blokkeer voor het sporten, is ideaal om mijn hoofd leeg te maken. En tegelijk werk ik zo aan mijn gezondheid. Voorts heb ik het geluk dat ik vers en gezond kan eten in onze priesterkeuken en het schoolrestaurant.”

Graag samen zingen

“Ik hou van een vleugje cultuur. Een goede film en een dans- of toneelvoorstelling. Op zondagmorgen vier ik altijd eucharistie in De Lier in Brugge. Dat is een uitgelezen moment om mijn batterijen op te laden. Het zingen van de liederen van Huub Oosterhuis geeft me veel inspiratie.”

“Ik zing heel graag en laat mensen ook graag samen zingen. Dat is bijzonder verbindend. Uiteraard voel ik me in mijn sas bij vrienden, mijn familie, de collega’s van de priestertafel en de mannen vande KSA. Niet dat ik altijd moet samen zijn, hoor. Ik kan net zo goed alleen zijn en heb dat ook geregeld nodig. Het is een kwestie van het juiste evenwicht vinden.”

Groot geloof in jeugd

“Mijn geloof in de jeugd is groot. Ik gruw van uitspraken zoals vroeger was het beter of in onze tijd. Elke generatie is anders en legt haar eigen accenten. Maar ook nu zijn er veel jongeren die zich ongelofelijk hard inzetten en hun talenten ontplooien: diegenen die zich engageren in sportclubs, jeugdbewegingen en het vrijwilligerswerk.”

“En ach, waarom zouden ze minder sociaal zijn omdat ze voortdurend op hun gsm tokkelen? Hooguit zijn ze op een andere manier sociaal. Ik probeer jonge mensen wél te laten nadenken over hun keuzes en hun gedrag. Hen kritisch te laten zijn voor zichzelf. Trouwens, in de coronaperiode vertelden zowat al mijn leerlingen dat ze vooral de interactie misten, het échte sociale contact. Een pc of gsm-scherm kan zoiets nooit vervangen.”

Witloof is thuiskomen

“Ik ben geen grote keukenheld. Vóór de coronacrisis waren de KSA-kampen en enkele initiatieven van Banglabari de enige plaatsen waar ik aan de kookpotten stond. Tijdens de lockdown waren mijn priester-collega Filip Bonduel en ik de enigen in huis hier en hebben we elk om beurten vers gekookt in de priesterkeuken. Veel beter dan klaargemaakte maaltijden opwarmen!”

“Dat koken is me uitstekend bevallen. Van Luc Descheemaeker leerde ik de voorbije jaren om Bengaals te wokken met de kruiden die we uit Bangladesh meebrengen. Die wokgerechten zou je eventueel mijn culinaire specialiteiten kunnen noemen, al is dat een groot woord voor wat ik op dat vlak kan.”

“Ik eet graag vlees, maar ben ervan overtuigd dat we met z’n allen de hoeveelheid wat moeten verminderen. Mijn lievelingsgerecht is witloof met ham. Dat mag geen verbazing wekken, want mijn ouders hebben jarenlang witloof geteeld. Witloof met ham, dat is als thuiskomen.” (JS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier