Politiecommissaris Stefaan Vannieuwenhuyse lag op de intensieve corona-afdeling: “Ja, ik ben bang geweest”

Stefaan Vannieuwenhuyse herstelt thuis in Izegem van corona. © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

Een open dankbrief naar personeel en directie van de Izegemse Sint-Jozefskliniek. Dat vond politiecommissaris Stefaan Vannieuwenhuyse (52) uit Izegem het minste wat hij kon doen in ruil voor de goede zorgen die hij er kreeg. “Ja ,ik ben bang geweest en ja, ik heb geluk gehad.”

Stefaan Vannieuwenhuyse is in Izegem bekend als man van het verenigingsleven, in het beroepsleven is hij politiecommissaris en woordvoerder bij de Politiezone Grensleie (Menen, Wevelgem en Ledegem). Hij komt ook vaak letterlijk in beeld om namens de politie feiten te duiden, maar nu hing zijn leven zelf aan een zijden draadje.

Enig idee waar je het virus hebt opgelopen?

“Misschien wel een vermoeden, want ik ben wel als ‘officier permanentie’ in de nacht van 13 op 14 maart de ‘lockdown parties’ gaan controleren. Op veel plaatsen was het tot een minuut voor middernacht happy hour, het leek wel nog feller dan op oudejaarsavond of de overgang naar het jaar 2000. Heb ik het daar opgelopen? Dat is mogelijk, maar het kan ook gewoon door een klink vast te nemen. We zullen het nooit weten. Mijn beroep brengt ons wel in contact met vele mensen en het risico is dus groter.”

Wanneer had je door dat je het zwaar te pakken had?

“De nacht van zondag 22 op maandag 23 maart viel er als het ware een ‘koortsblok’ op mij. Maandag ging de koorts verder de hoogte in en op woensdag manifesteerden zich ademhalingsproblemen. Via mijn huisarts was ik op de hoogte van saturatieproblemen in mijn bloed. De donderdag gingen die onder de waarde 90. Op advies van mijn huisarts ging ik onmiddellijk naar spoed waar ik opgenomen werd. Het traject in de Sint-Jozefskliniek was vanaf dan ingezet.”

Wanneer werd beslist je naar intensive care te brengen?

“Dat was op woensdag 1 april, net op de verjaardag van mijn vrouw Kathleen. Mijn dubbele longontsteking verergerde. Dat was te zien op de foto’s en de nood aan beademing werd groter. Ik had al vanaf de eerste dag van de opname beademing via een neusbril. Me overbrengen naar ‘intensieve’ was de oplossing met verhoging van de beademing en zo hoopte men de grens van de intubatie niet te bereiken, maar het neigde er wel naar toe. Dat moest kunnen vermeden worden, maar de dokters zeiden dat ik ernstig ziek was en mijn lichaam nu moest reageren. De parameters beloofden niet veel goeds. Gelukkig kwam op het juiste moment een kentering.”

Wat gaat er door een mens zijn hoofd als je daar dagenlang ligt?

“Er is tijd om veel na te denken. Te hopen op snel beterschap. Maar ook dat het kan eindigen op jonge leeftijd. Ik was bang, je wil overleven… Maar je weet ook dat je moet blijven vertrouwen in de goede zorgen van de verpleegkundigen en de artsen die je omringen. Je overloopt je leven en wat je gerealiseerd hebt, maar ook wat je nog zou willen doen. Je denkt aan vrouw en kinderen (Stefaan heeft met Emiel en Remie twee zonen, red.), familie en vele vrienden die je steunen. Via de smartphone was er nog beperkte communicatie, maar daarvoor had ik bij momenten niet de energie.”

“Als ik de film terugdraai, dan besef ik dat ik veel geluk had”

Is het ook ‘mentaal’ niet erg lastig als je daar ligt?

“Na twee weken heb je het gevoel dat de muren op je af komen. Wanneer ze vertellen dat je toestand zorgwekkend is, dan worden de muren wankel en hoop je dat ze niet instorten. Gelukkig heb je in de Sint-Jozefskliniek niet het gevoel dat je tegen muren praat. Een gesprek met een verpleegkundige, poetsvrouw, dokter kan echt wonderen doen. Jawel, tussen het vele werk door bleef er zelfs nog wat tijd voor de patiënt. Je bent meer dan een nummer! Al geeft de steun van thuis je de niet-machinale, extra zuurstof om te herstellen. Maar mijn geloof heeft mij ook gesteund. Deze paastijd is voor mij meer dan een symbolische tijd, het was een voedingsbron van inspiratie, liefde en steun.”

Ook de zonen van Stefaan Vannieuwenhuyse waren blij dat hun papa gezond en wel thuis was. (foto Frank)
Ook de zonen van Stefaan Vannieuwenhuyse waren blij dat hun papa gezond en wel thuis was. (foto Frank)© Frank Meurisse

Mocht je gezin je bezoeken in die periode en hoe gingen zij er mee om?

“Nee, je wordt afgezet en dan gaat de poort dicht. Mijn vrouw bleef achter. De volledige periode in het ziekenhuis moesten we het doen met enkel wat sms-verkeer en als het kon een kort telefoontje. Voor hen was het bang wachten op nieuws. Ze konden wel de dokter eens naar de stand van zaken vragen. De vele steunberichten waren welkom, maar de stap naar het intensieve was een schok. Die knagende onzekerheid en elkaar fysiek niet mogen zien, maakte het allemaal heel lastig. Mijn gezin moest vanaf de dag van mijn opname zelf meer dan twee weken in quarantaine en leefde ook met de vrees al niet zelf geïnfecteerd te zijn.”

Heel wat mensen klappen iedere avond om 20 uur voor de zorgverleners, maar jij ervoer aan den lijven wat ze allemaal doen.

“Ik heb hen in een brief ook openlijk bedankt. Ik beleefde al een emo-moment toen ik het ziekenhuis mocht verlaten en toen kon ik al enkele mensen ter plaatse bedanken. Maar een dankbrief leek me ook op zijn plaats. Artsen en verpleegkundigen gaven me ook de figuurlijke zuurstof om door te gaan in deze lastige bergrit. SJKI omschrijft zichzelf als een middelgroot ziekenhuis met 60 artsen en 600 medewerkers, ik omschrijf het als een topziekenhuis. Zorg schrijf ik voortaan altijd met een hoofdletter, net als SJKI. Ik kreeg er Zorg op mensenmaat.”

Je bent ondertussen thuis, maar hoe ziet je herstel er nu voor de komende dagen/weken nog uit?

“Heel voorzichtig aan doen en rustig herstellen. Mijn longen hebben nog weken herstel nodig. Een trap opstappen laat zich voelen, de spieren moeten terug aangekweekt worden. Ik was negen kilogram vermagerd. Ik zit nu dus in de afdaling van die heel zware bergrit, maar met de wind nog op kop. Nu mag ik liefst niet vallen. Ik mag het werk nog niet hervatten. Genieten van de huiselijke warmte en goede zorgen doet deugd en geeft me energie om volledig te herstellen op termijn. Ik besef dat ik ‘geluk’ heb gehad. Het geluk te leven. Dat besef komt meer en meer boven als ik mijn coronafilm terugdraai.”

Je collega’s van de politie hebben de handen vol om iedereen ‘in het gareel’ te laten lopen. Hoe sta jij daar tegenover?

“Zorg is belangrijk, maar wat ik mijn collega’s nu zie doen, is complementair. Zorgen dat er zo weinig mogelijk besmet worden en dan worden de mensen in de zorg minder belast. Ik heb het nog in een recent interview op WTV gezegd: ‘blijf in uw kot’. Maar er zal altijd een minderheid zijn die niet wil luisteren. Respect voor mijn collega’s die 24/7 hun opdracht uitvoeren. Ik zal ze straks hopelijk terug vervoegen, want mensen helpen, beschermen en dienen is ook onze missie.”

Heb je nog een boodschap voor hen die het moeilijk hebben om in hun kot te blijven…

“Ja, zie elkaar graag, maar met de nodige afstand en virtuele knuffels. Steun elkaar! Iedereen heeft moeilijke momenten, sterktes en zwaktes. Wees verdraagzaam. Samen moeten we nu een front vormen tegen dat verschrikkelijk beest. Ik wil niemand een verblijf in het ziekenhuis toewensen. Je ziet veel beelden op tv, maar het ondergaan is andere koek. Luister naar de preventieve boodschappen en bit ip joen tanden. Ik wens ook veel beterschap aan alle mensen die momenteel in het ziekenhuis liggen. Mijn gedachten gaan ook uit naar diegenen die deze ongelijke strijd hebben verloren.”