1 november 2020, 12:21Bijgewerkt op: 6 januari 2021, 11:55
Zondag 1 november, Allerheiligen. Het is de dag waarop velen een bezoek brengen aan de begraafplaats. Om stil te staan bij hun overleden dierbaren, ouders, kinderen, vrienden of kennissen. Dit jaar moet het net iets anders, met een mondmasker op en met net dat tikkeltje afstand. Wij trokken naar de begraafplaats in Kuurne, waar de felle kleuren van chrysanten het grauwe novemberweer trotseren.
Het miezert een beetje en het waait wat. Typisch herfstweer, zo op de eerste zondag van de herfstvakantie. Geen gewone zondag vandaag, maar wel Allerheiligen, de dag waarop we met z’n allen de begraafplaats bezoeken. Druk is het vanmiddag niet, maar er is wel een voortdurend aankomen en vertrekken.
Mondmasker verplicht
Aan de poort van de Kuurnse begraafplaats maakt een groot bord duidelijk dat het dit jaar allesbehalve een gewone Allerheiligen wordt. ‘Mondmasker verplicht’ staat er te lezen, het gevolg van een regel van provinciegouverneur Carl Decaluwé. Hij nam enkele weken geleden de beslissing om, in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus, het dragen van een mondneusmasker op begraafplaatsen tijdens de Allerheiligen- en Allerzielenperiode te verplichten. Twee stewards moeten daarop toezien, maar veel werk hebben ze niet.
Aan de in- en uitgang zit Lieven Dendauw, schuilend onder een tentje, met zijn chrysanten en bloemstukjes. Het is het 25ste jaar dat de Kuurnenaar hier zijn bloemen verkoopt. “Het is minder dan anders, maar dat is niet onlogisch, denk ik. Er is wel voortdurend beweging, meestal koppels alleen. Over de mondmaskers en het volgen van de afstandsregels kan ik niets zeggen. Iedereen doet het.”
Even stil
Wie vandaag komt, doet dus wat hij of zij moet doen. Het mondmasker van de bezoekers verstopt het ingetogen knikje, de vriendelijke glimlach, de stille ‘goeiedag’. De groepjes bezoekers zijn klein. Koppels, vader en dochter, een gezin met drie kinderen. Onderweg naar het graf van pa en ma, oma of opa of de zoon of dochter van de buren.
Ook Guido Iserbyt, 84 jaar, en zijn 46-jarige dochter Saskia zijn vandaag speciaal naar het kerkhof gekomen. “Ik vind het belangrijk om hier te zijn, zeker op een dag als vandaag”, vertelt Saskia. “Nu mijn pa wat ouder wordt, is het evident om doorheen het jaar vaker samen te komen. Een groet bij het graf van mijn mama, daarvoor zijn we hier. En even stil worden bij mijn schoonvader.”
Kus aan het graf
Guido knikt, maar zegt niet veel. Zijn staalblauwe ogen kijken boven zijn lichtblauw mondmasker uit, recht naar de gekleurde bloemen die bij het graf van zijn overleden echtgenote staan. “Dat masker, tja, het moet hé”, zegt Saskia. “Maar ik zie wel dat de meesten zich er goed aan houden. In een tijd als vandaag moet dat. Absoluut.” Ze vertrekken weer. De kiezelsteentjes kraken onder hun voeten en je ziet dat Guido’s stap iets minder fluks is dan ie is geweest. Maar het lukt, zeker aan de zijde van zijn dochter.
Druppeltjesgewijs blijven familieleden en vrienden binnenkomen op het kerkhof. Laveren doen ze tussen de felgekleurde bloemen. Het geel, rood en wit van de chrysanten fleurt deze grauwe 1 november wat op. Plots gaat één mondmasker naar beneden. Een jongeman die samen met zijn vriendin en zijn moeder het graf van zijn overleden vader komt groeten. Hij buigt zich voorover en kust heel zacht de zerk. Praten doet hij liever niet, het gebaar telt.
De reportage over bijzondere graven in West-Vlaanderen van onze reporter Kurt Vandemaele lees je hier.