Plaatsverbod voor relschoppers “wellicht niet meer tijdens zomervakantie”

© belga
Redactie KW

Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Pieter De Crem (CD&V) wil initiatieven nemen om voor bekende relschoppers een plaatsverbod uit te vaardigen, naar analogie met de stadionverboden in het voetbal. Dat heeft hij dinsdag in de Kamer gezegd tijdens een gedachtewisseling over de onregelmatigheden aan de kust. “Die kerels zijn hier geen baas en zullen het ook nooit worden”, zei hij.

Bendes zoals zij die verantwoordelijk zijn voor de vechtpartij van zaterdag in Blankenberge, moeten hard en onverbiddelijk worden aangepakt, zei De Crem.

“Ik ben er voorstander van, en ik zal daarvoor ook initiatieven nemen, om een plaatsverbod uit te spreken, gerechtelijk of administratief, naar analogie met de voetbalwet.” De Crem oppert een plaatsverbod voor de hele kustlijn, “en indien nodig voor de recreatiegebieden in het hele land.”

Meldingsplicht voor wie strafbare feiten pleegde

De minister ijvert tegelijk voor een meldingsplicht voor wie gekend is voor strafbare feiten. Betrokkenen zouden zich in specifieke omstandigheden – zoals bij een hittegolf – in hun woonplaats bij de politie moeten aanmelden.

In Vandaag op Radio 1 maakte De Crem dinsdagmiddag duidelijk dat er voor de maatregelen die hij voorstelt een wettelijk kader moeten worden aangenomen, en dat ze bijgevolg niet van kracht zullen kunnen zijn tijdens het komende weekend van 15 augustus. Het is volgens De Crem ook niet realistisch de maatregelen nog deze maand goedgekeurd te krijgen, tijdens het reces. “Wel zal er voldoende gecontroleerd en geïdentificeerd worden, in de stations en op de wegen zal voldoende politiepersoneel aanwezig zijn.” De minister spreekt van een “lik-op-stukbeleid.”

Wat de onregelmatigheden aan de kust betreft en de manier waarop de lokale besturen die afgelopen weekend wilden aanpakken, herhaalde De Crem dat het sluiten van treinstations buiten proportie zou zijn geweest.

De minister pikte ook in op het verwijt dat sommigen “de dingen niet bij naam willen noemen”, zoals Björn Anseeuw (N-VA) het verwoordde. “Het is al langer zo dat groepen allochtonen de sfeer op onze stranden verpesten. Ze komen uit Brussel, Luik, Charleroi, La Louvière… Ik kan mij voorstellen dat het in die steden rustiger was dit weekend. Maar natuurlijk zijn de meeste allochtonen niet zo”, zei Anseeuw.

Niet veralgemenen

“Als men soms spreekt van een brug tussen N-VA en Vlaams Belang, ik heb ze hier gezien vandaag”, reageerde De Crem. Ook Meryame Kitir (SP.A) waarschuwde ervoor niet te gaan veralgemenen. “Je moet geen grote groep mensen gaan stigmatiseren, daarmee los je niets op. En dat is geen kwestie van de problemen niet te willen benoemen.”

Volgens Sammy Mahdi (CD&V) kwamen de jongeren die zaterdag verantwoordelijk waren voor de vechtpartij in Blankenberge inderdaad uit Brussel, “maar, mijnheer Anseeuw, ze hadden evengoed uit Antwerpen kunnen komen. Het probleem is groter dan u denkt.”

Geen etnische profilering

De Crem ontkende nog dat de politie nu aan etnische profilering doet. “Er wordt geprofileerd op basis van specifieke elementen, zoals een samenscholing van tien mensen en meer, wat ook hun afkomst is.”

Wel vindt De Crem dat de lokale autoriteiten zaterdag kostbare tijd verloren lieten gaan. De eerste signalen over mogelijke problemen met jongeren op het strand van Blankenberge liepen zaterdag omstreeks 14 uur binnen. Toch duurde het nog tot 17.30 uur eer de politie door de lokale autoriteiten gevraagd werd op te treden. “Er is dus tijd verloren gegaan.”

De situatie op het strand van Blankenberge is door de smalle kuststrook heel bijzonder, zei De Crem. “Bij hoogwater is er amper plaats voor wie zich niet naar een strandbar wil begeven en geen stoel gereserveerd heeft. De lokale overheid moet ervoor zorgen dat er niet te veel strandgangers aanwezig zijn bij hoogwater en desnoods de toegang tot het strand proactief reguleren, of evacueren bij hoogwater. Dit is niet gebeurd, waardoor het onmogelijk was om punctueel tussen te komen zonder het volledige strand te ontruimen.”

De Crem stelt ook vast dat er geen proactieve controle is gebeurd op de aanwezigheid van alcoholische dranken. “De burgemeesters zijn verantwoordelijk voor het beheer van de openbare orde op hun grondgebied. Ik ben er zelf een en weet welke kansen en mogelijkheden dat biedt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier