PieterSofie besefte 12 jaar geleden dat die geen man was: “Ik voel me niet gelukkiger, wel vrijer”

Als je niet normaal bent, hoor je er niet bij. Je omgeving verwacht antwoorden op haar vragen. Je moet je constant verantwoorden en je wordt overal afgemaakt. Niet aanvaard worden, is nog altijd moeilijk (foto Joke Couvreur)
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

PieterSofie Vandenberghe kan zich helemaal vinden in de slogan van De Warmste Week. Op hun 57 heeft die al een lang traject achter de rug om te kunnen zijn wie die is. Het klinkt als een rare zin, met voornaamwoorden en werkwoorden die lijken te botsen (*). PieterSofie trekt mee aan de kar van de vzw Gender-aXept, die een veilige ontmoetingsplaats wil zijn voor wie met zijn, haar of hun identiteit worstelt.

PieterSofie was vroeger Pieter, een man met poten aan zijn lijf die orthopedisch schoenmaker was en daarnaast deeltijds in de bouw werkte. Hij had al verschillende woningen gerenoveerd voor hij de ruime, dubbele woonst in Kortrijk die hij nog altijd betrekt, helemaal zelf bouwde, met de hulp van zijn vader en een jonge metser. Raar dat net zo’n kerel zich minder man ging voelen. PieterSofie vindt dat echter niet zo raar. “In mijn jonge jaren trok ik altijd met meisjes op. Toen ik begin de twintig was, ging ik meestal uit met een groepje lesbiennes. Men zei vaak dat ik een heel sterke vrouwelijke kant had, dat ik een zachte man was. Terwijl ik net heel hard mijn best deed om meer man te zijn. Ik heb zelfs mannen-therapiegroepen gevolgd. Maar op een gegeven moment vroeg ik me af: Kom ik hier leren hoe je een man moet zijn? Zo kwam een aartsmoeilijk proces op gang.”

Niet aanvaard

“Ik had een gezin en werkte in de bouwsector. Hoe vertel je je omgeving dat je geen man bent, maar eigenlijk ook geen vrouw? Je loopt overal tegen een muur aan. Als je zegt dat je transgender bent, word je meteen in een hokje geduwd. En je hebt heel weinig info, geen voorbeelden, geen rolmodellen. Homo’s en lesbiennes zijn dertig jaar geleden uit het verborgene getreden, maar het is nog geen tien jaar dat het transgenderthema bespreekbaar is. Dertig jaar terug waren transgenders travestieten, vaak figuren die erbij liepen alsof ze uit een carnavalstoet waren ontsnapt. Ik heb ook perioden gehad dat ik me als een barbiepop uitdoste. Ik had gelukkig twee dochters die me af en toe zeiden: Wat heb je nu weer aan? Intussen loop ik al een jaar of vijf als een vrouw rond. De carnavalskleren zijn opgeborgen”, lacht die. PieterSofie is zeker geen schertsfiguur. Die heeft een zekere stijl en klasse, maar wordt toch nog weleens beschimpt. “Vlaanderen blijft een streek met een katholieke geschiedenis. Als je niet normaal bent, hoor je er niet bij. Je omgeving verwacht antwoorden op haar vragen. Je moet je constant verantwoorden en je wordt overal afgemaakt. Niet aanvaard worden, is nog altijd moeilijk.”

Ik ben snel op zoek gegaan naar transgenderpraatgroepen. Daar heb ik heel veel aan gehad.

Het was geen drang die PieterSofie ertoe aanzette om de stap te zetten. Het was veel sterker dan dat. “Je kiest daar niet voor, net zoals je ook niet de kleur van je huid kiest. Niemand zal zomaar zeggen: Nu ga ik eens de stap van man naar vrouw zetten. Je zou gek moeten zijn. Het is iets wat in je zit. Pas later op mijn traject heb ik gemerkt dat ik altijd al zo was. Maar voor jezelf is dat een blinde vlek. Dat is bij veel transgenders het geval. Voor veel mensen is het hele concept ook nog onbekend. Je hebt de tweedeling man-vrouw. En dan verwachten ze dat je van het ene kamp naar het andere gaat. Terwijl er daar nog zoveel tussen zit. Een beetje man en een beetje vrouw, dat ligt moeilijker. Mensen willen zwart of wit zien. Ik weet zelf niet waar ik zit op de lijn tussen man en vrouw.”

PieterSofie schetst een denkbeeldige lijn met hun twee handen en situeert zich ergens op een plekje er schuin naast. “Het idee dat er tal van mogelijke variaties zijn tussen de twee uitersten bestaat bij de transgenderwerking in Gent pas vijf, zes jaar. Als je het ene niet was, moest je het andere zijn. Terwijl ik niet wist welke richting ik uitging. In landen in het Oosten zijn transgenders heel normaal. Bij de inboorlingen in Amerika ook. Daar spreken ze van two-spirits, een veel betere term dan transgender. Je kunt daar als man een heel stuk vrouw in je opnemen en omgekeerd. Two-spirits worden er heel erg gerespecteerd. Omdat ze zowel de vrouwen- als de mannenwereld kennen. Ze zijn de brug tussen twee werelden. Ik merk dat bij mezelf ook. Ik ga nog altijd naar die mannelijke therapiegroepen.”

Die wijst naar hun boezem en zegt: “Ja, zelfs al zie ik er fysiek wat anders uit. Ik ben blij dat ik er nog altijd word toegelaten. Veel mannen hebben tegenwoordig problemen met hun identiteit. Ik ben twee jaar in psychoanalyse geweest bij een psychiater. De impact van wat ik meemaakte was te groot om die last alleen te dragen. Ik ben ook snel op zoek gegaan naar transgenderpraatgroepen. Daar heb ik heel veel aan gehad. Want daar kom je mensen tegen die elk op hun traject zitten.”

Was dat het maar?

Bij hun thuis verwachtte PieterSofie niet meteen veel steun, ook omdat die lang verborgen hield wat er aan het gebeuren was. “Het heeft vijf jaar geduurd eer ik mijn gezin op de hoogte bracht. Ze zagen wel dat er iets scheelde, maar ik praatte er niet over. Ik zat met opgroeiende kinderen. Mijn oudste was 18, mijn jongste 14. Ik was er voor mezelf niet uit waar dat hele proces me naartoe zou leiden, dus wou ik de last niet op hun schouders leggen. We zijn eigenlijk als gezin in die hele situatie gegroeid. Mijn relatie heeft het niet overleefd. Mijn vrouw en ik zijn vier jaar geleden zonder veel drama uit elkaar gegaan, na 27 jaar huwelijk. We zijn goeie maten gebleven. Ons huis is nog altijd ons huis. Het hele gezin blijft er welkom. Mijn zoon, de jongste van de drie kinderen, woont nog bij mij.”

PieterSofie Vandenberghe: “Zonder testosteron ben je minder man. De impact van de hormonen is ongelooflijk.” (foto Joke Couvreur)
PieterSofie Vandenberghe: “Zonder testosteron ben je minder man. De impact van de hormonen is ongelooflijk.” (foto Joke Couvreur)

“Op werkvlak had ik minder geluk. Ik ben zelfstandig, maar het bedrijf waar ik toen voor werkte, zat in Torhout, hartje West-Vlaanderen, en daar kon dat gewoon niet. Ze hebben dat ook vlakaf gezegd. Ik ben er meteen vertrokken. Een week later had ik al ander werk. Voor mij was dat een teken dat het klopte. De familie, dat vond ik het moeilijkste: mijn ouders, mijn broers en zussen. Ik ging met knikkende knieën naar huis. Toen ik het vertelde, zei mijn vader: Het heeft er altijd een beetje in gezeten. Ik viel bijna letterlijk van mijn stoel. Toch voel ik nog een zekere rem om bij mijn ouders voluit te zijn wie ik ben. Ik ben hun zoon geweest van toen ik een baby was tot een jaar of tien terug. Nu zijn ze allebei rond de 80 jaar en het is als het ware een stilzwijgende afspraak dat ik daar neutraal binnenkom. Ze zien me niet graag in een rok of kleedje. Voor mij is dat oké. Uiteindelijk ben ik pas vijf jaar geleden echt uit de kast gekomen. Toen heb ik gezegd: nu kom ik in de wereld zoals ik ben. Ik had daar heel veel schrik voor en uiteindelijk kon ik dan op een bepaald moment zeggen: was dat het maar? Ik heb een zus die niet meer met me praat. Ze komt ook niet meer op familiefeestjes als ik er ben. Het is haar probleem. En nog altijd ontvang ik van totaal onbekende mensen rare reacties. Ga ik winkelen in de Aldi, is er iemand die me met spottende stem aanspreekt: Is het mijnheer of madame? Of soms word ik gewoon nageroepen op straat.” Die toont hun middenvinger en lacht. “Dat is dan het sterkste wapen, hé. Ja, dat is dan mijn mannelijke kant die spreekt.”

Ik mis intimiteit. Maar de kans dat ik nog iemand vind, is niet zo groot

Maar die mannelijke kant is natuurlijk niet meer wat hij geweest is. PieterSofie volgt al tien jaar een hormonentherapie. “Ik neem oestrogenen en een testosteronremmer. Zonder testosteron ben je minder man. De impact van de hormonen is ongelooflijk. Zoals iedereen die een hormonenkuur volgt, belandde ik in een nieuwe en stevige puberteit. Terwijl ik eind de veertig was. Ik val nog altijd op vrouwen. Ik ben geen homo. Ik heb me nooit laten opereren. Ik was al niet meer van de jongsten toen ik mijn transitie inzette. En ook, ik was niet happig om het te laten doen. Het is een extreem zware operatie. Mijn onderkant blijft zoals hij is. En kijk naar mijn gezicht, ik heb een mannenhoofd. Daar moet ik het mee doen. Anderzijds, de transitie van een transgender gebeurt niet in een operatiekamer. Dat is eerst en vooral een proces dat zich in het hoofd afspeelt. Intussen ben ik wel vier jaar single en mis ik intimiteit. De kans dat ik nog iemand vind, is niet zo groot. Als ik ooit in een relatie stap, zal het met iemand moeten zijn die ermee om kan dat ik ben wie ik ben.”

Is PieterSofie nu gelukkiger dan toen die nog Pieter was? Die schudt van neen. “Niet per se. Ik ben wel vrijer geworden. En dat geeft me meer adem. Het maakt ook dat ik steviger op mijn poten sta en veel vranker naar de wereld kan kijken. Ik ben uit het verborgene, uit de put geklauterd. Dat doet veel deugd. Achteraf heb ik wel eens gedacht: was dat het maar? Waarom heb ik er zolang mee gewacht?

Gender-aXept

Omdat die weet hoe moeilijk die tocht is, engageert PieterSofie zich in Gender-aXept, een groep in Kortrijk waar iedereen terechtkan die als transgender door het leven gaat of zou willen gaan. “Hier in Kortrijk huisde ooit de eerste genderstichting in de Benelux. Echte pioniers. Maar die is in 2006 naar Gent verhuisd en uiteindelijk in het UZ Gent terechtgekomen, dat nu wereldvermaard is voor de begeleiding van transgenders. In onze provincie heb je nog centra in Oostende en Brugge, en ook in Kortrijk was er sinds 2015 een Gender-aXept. Maar door corona werd die vzw compleet van de kaart geveegd. We zijn die organisatie nu aan het heropstarten. Er zijn ook een paar nieuwe mensen bijgekomen, we zijn nog op zoek naar een nieuwe locatie. De bedoeling is om een laagdrempelige ontmoetingsplaats te creëren, waar we gespreksrondes zullen organiseren en af en toe een spreker zullen uitnodigen. We werken uitsluitend met vrijwilligers. We zijn geen psychologen, maar ervaringsdeskundigen. Als iemand met een zware problematiek komt aanzetten, kunnen we alleen doorverwijzen. Maar het is belangrijk dat zulke organisaties er zijn. Ik heb ook altijd enorm veel gehad aan ontmoetingen met mensen die ook in transitie zaten. Vandaar dat we er alles aan zullen doen om ervoor te zorgen dat Gender-aXept heel zichtbaar is. Dat kan de aanvaarding alleen maar versnellen.”

(*) Over die en hun: Transpersonen die zich man noch vrouw voelen, of juist zowel man als vrouw, laten zich aanspreken met genderneutrale voornaamwoorden. Gebruik in dit geval in plaats van hij/hem/zijn of zij/haar/haar: hen of die/hen/hun.

Zoals de meeste transgender personen heeft PieterSofie ook aan dat die liever wordt aangesproken met de naam die hen na de transitie aannam. Maar die gaf ook aan geen probleem te hebben met de vermelding van de naam die hen voor de transitie had.