Pieter Van Maele, journalist in Suriname: “Door de jungle, dobberend in uitgeholde boomstam”

Begin juni was Mike Tyson (rechts) nog in het land voor een filmshoot. Pieter ging met hem op de foto. © GF
Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

Pieter Van Maele werd in 1986 geboren in Kortrijk en groeide op in Lauwe. Na vijf jaren studeren in Gent verhuisde hij in februari 2010 naar Paramaribo, Suriname. Hij werkt er als journalist en is er ook al vier jaar samen met Asmita Rajaram, zijn Surinaamse vriendin.

Je kwam in Suriname terecht doordat je er stage liep bij een ochtendkrant. Ging je op dat moment doelbewust op zoek naar media in dat land, of was het eerder per toeval?

“Het was helemaal per toeval. Ik studeerde na het middelbaar aan Don Bosco Kortrijk journalistiek aan de Arteveldehogeschool Gent. In het derde jaar journalistiek moesten we een stageplaats zoeken. Ik had aanvankelijk een stageplek gevonden bij de VRT, tot de hogeschool via mail liet weten dat ze enkele stageplekken hadden kunnen regelen bij een ochtendkrant in Paramaribo, ‘De Ware Tijd’. Een collega van mijn vader was voor zijn werk vaker in Paramaribo geweest, die naam was me daarom niet onbekend. Verder wist ik echter helemaal niks af van het land. Toch leek het me erg leuk om mijn stage in het buitenland te doen. Zo kon ik in 2007 drie maanden lang stage lopen bij De Ware Tijd. Als beginnend journalist zonder enige ervaring was het een geweldige stageplek.”

Daardoor ben je ook niet de doorsnee afgestudeerde journalist, die hier in Vlaanderen aan de bak moet trachten te komen en ‘over alles iéts’ moet kunnen schrijven. Jij schrijft over iéts alles, in casu Suriname. Gedurfd!

“Nadat ik was afgestudeerd – na de bachelor Journalistiek deed ik nog een master Internationale Politiek aan de Universiteit Gent – was België in een economische crisis. Het enige wat uitgevers en televisiezenders op dat moment deden, was mensen ontslaan. In Suriname was echter werk in overvloed. Ik kende het land intussen al een beetje dankzij mijn stage, dus van twijfel was geen sprake. Ook mijn ouders stonden achter mijn keuze.”

Pieter tuft er rond in een 30 jaar oude jeep.
Pieter tuft er rond in een 30 jaar oude jeep.© GF

“Het is een land met amper internationale correspondenten en de band met Nederland is heel groot – de officiële taal is Nederlands en zowat de helft van alle Surinamers woont in Nederland. De vraag naar nieuws uit Suriname in Nederland is dus erg groot. Dat nam alleen maar toe na de verkiezingen van mei 2010, toen ik drie maanden in Suriname was. Desi Bouterse, oud-dictator en voormalig legerleider, won de verkiezingen en werd president. Verschillende Nederlandse kranten hadden dringend een correspondent nodig. Op die manier werk ik als freelancer momenteel voor een stuk of vijf vaste opdrachtgevers, en daarnaast voor heel wat ‘losse’ klanten in Europa en de Verenigde Staten.”

Je werkt er onder andere ook voor een lokaal dagblad. Aanvaarden je gesprekspartners je zomaar als ‘buitenlandse’ journalist, of verdwijnt hun argwaan al snel als ze merken dat je perfect op de hoogte bent van wat er leeft?

“Ik heb het eerste jaar gewerkt voor hetzelfde dagblad als waar ik stage had gelopen, De Ware Tijd. Na een jaartje ben ik echter beginnen freelancen en heb ik dat dagblad vaarwel gezegd. Daarnaast werk ik naast alle buitenlandse opdrachtgevers ook nog voor een lokaal maandblad, ‘Parbode’. Ik ben hier intussen zes jaar en heb eigenlijk nooit het gevoel dat mijn gesprekspartners argwaan hebben of me zien als ‘slechts’ een buitenlandse journalist. De overgrote meerderheid van de mensen die ik interview merken meteen dat ik hier woon en werk, dus eventuele argwaan verdwijnt dan inderdaad al snel. Ik spreek na zes jaar in Suriname ook al Sranantongo, na het Nederlands de meest gesproken taal, dus dat helpt zeker ook.’

Historische officierswoningen op de site van Fort Zeelandia, de plek waar in 1982 de Decembermoorden plaatsvonden.
Historische officierswoningen op de site van Fort Zeelandia, de plek waar in 1982 de Decembermoorden plaatsvonden.© Pieter Van Maele

Hoe bevalt het leven je in Paramaribo?

“Ik woon inderdaad in de hoofdstad. Als correspondent moet dat wel, want hier gebeurt alles: het parlement is hier, hier worden de beslissingen genomen. Zo’n driekwart van de bevolking van Suriname – half miljoen inwoners in totaal – leeft in en rond Paramaribo. De rest van het land (90 procent van de oppervlakte) is tropisch regenwoud. Het is er fantastisch toeven, maar qua nieuws gebeurt er amper wat.”

Pieter Van Maele, journalist in Suriname:

“Paramaribo zelf is een boeiende stad. Het is er heel levendig, ook al ziet het er op sommige momenten van de dag, ‘s middags wanneer het 35 graden is bijvoorbeeld, maar een slaperig dorpje uit. Ik ben ook fotograaf voor het Algemeen Nederlands Persbureau en vanuit die functie valt het me telkens ook weer op hoe kleurrijk Paramaribo en zijn inwoners zijn. Omgaan met de infrastructuur kan een hele uitdaging zijn, want de wegen zijn slecht en tijdens de regentijd – die nu bezig is – staat het water soms dagenlang tot boven de enkels. Het zijn ongemakken die erbij horen.”

Op de Surinamerivier.
Op de Surinamerivier.© GF

“Absoluut! De zeldzame keren dat een verhaal van mij in De Standaard staat, of ik een radioverslag heb gemaakt voor de VRT meld ik dat meteen aan het thuisfront. Het is inderdaad zo dat bijna al mijn verhalen en foto’s in Nederlandse kranten staan, waardoor mijn familieleden er maar weinig van merken. Het is verder natuurlijk normaal dat er in België weinig belangstelling is voor Suriname.”

Je maakt soms ook stukken vanuit Haïti of Brazilië, naargelang de actualiteit… Zit de kans erin dat je ooit verkast?

“Suriname zal altijd een bijzondere plek in mijn leven innemen, dat kan ook niet anders na hier zes jaren te hebben gewoond en mijn carrière te hebben gestart. Alleen speelt alle nieuws zich af in een stad, is de bevolking klein en kom je dus ook steeds dezelfde mensen tegen. Ik heb me voorgenomen om niet al te lang meer in Paramaribo te zijn, misschien ga ik volgend jaar dus op zoek naar een nieuwe standplaats om daar voor nieuwe opdrachtgevers te werken. Enkele jaren terug naar België zou ik ook wel overwegen. Ik vind dat je als journalist niet te lang op dezelfde plek moet werken, anders blijf je maar dezelfde verhalen vertellen en raak je jouw verwondering kwijt om hetgeen wat om je heen gebeurt.”

De bovenloop van de Surinamerivier, omgeven door jungle.
De bovenloop van de Surinamerivier, omgeven door jungle.© Pieter Van Maele

Is er voldoende persvrijheid in Suriname?

“Suriname is nog maar 40 jaar onafhankelijk. Sindsdien heeft het twee staatsgrepen en een burgeroorlog gekend. Het is dus een jonge democratie in ontwikkeling, die nog veel groeipijnen kent. Dat merk je ook aan de persvrijheid. Journalisten worden niet meer per se zoals tijdens de militaire dictatuur in de jaren tachtig fysiek bedreigd, maar er is wel zeker sprake van intimidatie en (zelf)censuur. De afgelopen jaren heb ik daar weinig last van gehad, omdat ik het geluk heb hier een Europees salaris te verdienen en ik dus niet afhankelijk ben van bijvoorbeeld politici in Suriname, die met geld zwaaien om journalisten te lokken voor hen te werken, in plaats van voor kritische media.”

Wat moeten onze lezers zeker doen of bezoeken bij een tripje in Suriname?

“De historische binnenstad van Paramaribo bestaat uit withouten, koloniale gebouwen en staat op de werelderfgoedlijst van de Verenigde Naties. Een uur met de auto buiten Paramaribo en je bent in het Amazoneregenwoud. Waar de weg ophoudt, kan je in een uitgeholde boomstam met buitenboordmotor via de Surinamerivier dwars door de jungle dorpjes bezoeken waar mensen nog leven volgens oeroude tradities.”

Een Surinaamse marronvrouw in Apiapaati speelt met een papegaai terwijl ze haar haren laat vlechten.
Een Surinaamse marronvrouw in Apiapaati speelt met een papegaai terwijl ze haar haren laat vlechten.© Pieter Van Maele

“De papegaaien vliegen in het rond, je hoort brulapen en als je echt ontzettend veel geluk hebt – mij is het nog nooit overkomen – kan je ook een wilde jaguar zien. Bovendien spreekt bijna iedereen Nederlands, dus we kunnen er met iedereen een gesprek aanknopen.”

(Frederik Jaques)