Piet Huysentruyt in lockdown in Zuid-Afrika: “In België wordt de horeca als klein kind behandeld”

Elke winter zit Piet in Zuid-Afrika: "Het is wat aan het uitlopen nu. © gf
Thomas Rosseel
Thomas Rosseel Journalist

Bij zijn zoon Cyriel in het Franse Les Vans, waar ze samen restaurant Likoké uitbaten. Daar had Piet Huysentruyt (57) nu willen zijn. Om hem bij te staan in deze voor horecamensen uitzichtloze tijden. De strikte coronalockdown die in Zuid-Afrika wordt toegepast, houdt de topchef en zijn vrouw een slordige 10.000 kilometer zuidelijker vast. “Cyriel heeft voor het eerst in zijn leven gezegd: papa, ik heb je nodig. Dan bloedt het hart van een vader.” Een virtueel gesprek over patatten, de premier, opa worden en – hoe kan het ook anders – corona.

Een leeg camerabeeld plots, halverwege ons Skypegesprek.”Wacht eftjes, min patat’n stoan ip”, klinkt het vanop de achtergrond.Wanneer de West-Vlaamse topchef enkele tellen later opnieuw in beeld komt, kunnen we onze nieuwsgierigheid niet bedwingen. Wat de pot schaft, willen we graag weten. Piet glundert. “Vier dikke patat’n, die we dan sebiet op de barbecue zullen zwieren, zie. In combinatie met een ribeye, lamskoteletjes en worstjes. ‘t Leven is eten, hé. Wat wil je? Ik denk enkel aan eten”, grinnikt hij.

Een kwartiertje eerder was de toon van ons internetonderhoud van een minder luchtig kaliber. Barbecueën met zijn tweetjes, een beetje wroeten in de hof en in beweging blijven met dank aan de hometrainer zijn zowat de enige verzetjes voor Piet en zijn vrouw Véronique. Ze zitten aan en in hun kot gekluisterd te midden de Winelands, Zuid-Afrikaans wijngebied. Een strikte lockdown is van kracht in het land. “Elke Europese winter brengen we hier door. (fijntjes) Het is wat aan het uitlopen. Normaal gezien waren we in april terug in Europa, om Cyriel dan te helpen met de opstart van Likoké. (Het sterrenrestaurant van Piet in het zuiden van Frankrijk. Vorig jaar nam Cyriel het roer over met papa Piet in een meer begeleidende rol, red.) Die jongen heeft het restaurant nog maar net overgenomen en nu kan hij het maanden niet openen. We hebben zonet nog geskypet. Voor het eerst in zijn leven heeft hij gezegd: papa, ik heb je nodig. (zucht) Het hart van een vader bloedt dan, hé.”

Je zit wel vast in de mooie natuur van Zuid-Afrika. Een lockdown kent slechtere decors.

“Het is een beetje dubbel. In Europa zie je de maatregelen stilaan lossen terwijl alles hier net aan het verstrengen is. De lockdown is op zich ook veel strenger dan het in Europa is geweest. Je mag werkelijk niets doen. Je mag niet uit je kot komen, zelfs niet voor een wandeling of om even te sporten. Dat is heel moeilijk. Gelukkig zitten we in ons huis in de ruime natuur en kunnen we buiten in de tuin. Mensen in een appartementje hebben het veel zwaarder te verduren.”

Voor het eerst in zijn leven heeft mijn zoon gezegd: papa ik heb je nodig

“Het grootste minpunt hier is het gebrek aan perspectief. De lockdown werd afgekondigd om de ziekenhuizen voor te bereiden. Dat zou aanvankelijk maar veertien dagen duren. We zijn vandaag twee maanden later. Ik volg de situatie in België op de voet. Daar worden data stelselmatig gecommuniceerd. Vanaf 15 mei mag je dit, vanaf 2 juni gaat dat open. Hier is er niets qua communicatie. Dat is moeilijk. Al begrijp ik het wel. Je zit hier met het fenomeen van de townships (kleine opeengepakte woonwijken waar veel armoede heerst, red.) Als het virus eenmaal daar uitbreekt, heb je een gigantisch probleem.”

De lockdown startte ongeveer gelijktijdig als bij ons. Hoe anders is de beleving van de crisis daar?

“Qua timing van de lockdown is het vergelijkbaar, maar qua dodenaantal bijvoorbeeld niet. In België zit je al boven de 9.000. Hier zijn er amper 350 doden geteld, voor zo’n groot land. De telling zal hier wel anders gebeuren, maar toch. Net daarom vind ik de maatregelen hier erg streng. Toen de kaap van 50 doden werd bereikt, hebben ze het land al helemaal op slot gegooid. Ik denk dat ze het hier allemaal misschien niet zo heel goed weten.”

Jij staat bekend als ontzettend sociaal persoon die zelfs bij de mensen thuis in de potten ging roeren. Hoe lastig is het om nu de hele tijd in je kot te moeten blijven?

“Dat is lastig. Ik mis het menselijke contact en mijn sportactiviteiten. In normale tijden ga ik hier golfen. Om erna iets te gaan drinken en vervolgens een lekker hapje te gaan eten. Dan zit je daar heerlijk op een terrasje. Dat is nu allemaal weg. Veel is er niet te doen thuis. Sociaal gezien is deze tijd een bloedbad. Er zullen veel depressies uit de coronacrisis volgen. Een knuffel en een babbeltje kan niet. Er is geen levend mens buiten te zien. (zucht) Wij zijn eigenlijk dieren, hé, die aan elkaar snuffelen en elkaar graag zien. Ik bekijk het leven positief maar ik denk toch dat er veel leed na corona zal zijn.”

Zal de wereld er volgens jou anders uitzien na corona?

“Het is al een andere wereld. Voor mij is dit een oorlog, tegen een onbekende en onzichtbare vijand. In iedere oorlog sterven er mensen en na iedere oorlog ziet de wereld er anders uit. Maar zoals ik al zei: ik ben positief ingesteld. Het wordt weer als vroeger. Men is volop bezig met de ontwikkeling van vaccins. Maar van zodra corona opgelost is, zal er wel weer een ander probleem opduiken. Daar ben ik ook van overtuigd.”

Net als je kinderen ben je een fervent wereldreiziger. Is het nu extra pijnlijk om in een uithoek van de wereld te wonen?

“Goh, het voelt wel aan als dichtbij. De situatie maakt het uiteraard wat moeilijker. Mijn dochter Marie woont in Amerika. Gelukkig aan een goeie kant, in Kansas City. Die regio is redelijk gespaard gebleven van corona. Fingers crossed dat het zo blijft. Als je andere delen van Amerika ziet. (blaast) Dat is toch slikken. In Europa heeft Cyriel al meer perspectief.”

Piet en zijn zoon Cyriel. Vorig jaar nam die de leiding over van restaurant Likoké, in het Zuid-Franse dorpje Les Vans.
Piet en zijn zoon Cyriel. Vorig jaar nam die de leiding over van restaurant Likoké, in het Zuid-Franse dorpje Les Vans.© Photo News

“Ik ga even wat reclame maken. Likoké zou kunnen heropenen op 18 juni. Dat zou mooi zijn. Op het eerste gezicht is het restaurant misschien een klein pand waar je opeen zou zitten, maar niets is minder waar. De zaak telt drie verschillende compartimenten. Cyriel kan zijn klanten dus heel ver uit elkaar plaatsen. En pas op, als er één iemand positief ingesteld is, dan is het mijn zoon. ‘Ik heb geen onkosten en moet mijn personeel niet betalen’, zegt hij. We hebben ook alle vier nog geen tekenen van de ziekte vertoond. Dat is het belangrijkste.”

Je bent bijna 40 jaar samen met Véronique. Is deze crisis de grootste relatietest tot dusver?

“Nee, hoor. Voor ons verandert er eigenlijk niets. We hebben altijd samengewerkt. We zijn sinds de vrijage samen, om het op zijn West-Vlaams te zeggen. We hebben samen het restaurant opgestart, samen traiteurdienst gedaan, samen patatjes geschild. Geploosd zei ons moeder altijd.” (lacht)

Hoe hard verlang je om terug te keren naar Europa?

“Op zich niet zo hard. Maar als je dan je zoon ziet kampen met een opstart die ik van mijn leven niet heb gekend, dan wil ik hem gewoon gaan helpen. Ik heb in mijn leven veel restaurants opgestart en na congéperiodes weer geopend, maar nu is alles onzeker. Zelfs als je weer kunt openen, weet je nog niet of de klanten zullen volgen.”

Om het met je eigen woorden te vragen: wat heb je al geleerd van corona, in drie puntjes?

“Eén: dat je je vrienden fysiek mist. Twee: dat je veel dingen doet die je anders niet doet. En drie: dat je enorm veel tijd hebt om na te denken.”

Is dat laatste positief of net niet?

“Ik ga het op fifty-fifty houden, waarbij het als optimist naar de positieve kant overhelt. Maar het is wel zo dat wij in de sector zitten waar de grootste klappen vallen. Ik kan hier naar de Belgische televisie kijken. Als ik mijn collega Peter Goossens in De Afspraak (op Canvas, red.) zie pleiten voor meer perspectief voor de horeca, dan kan ik enkel stellen dat hij groot gelijk heeft.”

West-Vlaming ben je in hart en nieren, hé. Overal waar je gaat. Zelfs hier in Zuid-Afrika

“Ik hoor de premier dan zeggen (met een Frans accentje) We geven perspectief. Sorry, het zal toch niet aan de horeca zijn. (streng) Je moet iets doen, hé. Ik denk dan: wijveke toch, hoe oud ben jij? Je bent een land aan het regeren, hé, in goede en kwade dagen. Het zijn nu kwade dagen. Geef iederéén dan toch een perspectief. Het is precies alsof wij horecamensen kleine kinderen zijn. De overschot. We gaan nog niets over de horeca zeggen, want we kunnen er niets over zeggen. Zo komt dat over.”

Ervaar je dat als een gebrek aan respect voor de horeca?

“Absoluut. Het sociaalste in onze maatschappij is een pint gaan drinken op café. De mensen die daarvoor zorgen, worden nu vergeten. Ik kan elke dag iets lekkers koken voor mezelf en ben dat gewoon. Maar ook ik mis het om eens te gaan eten. Je voetjes onder tafel schuiven en bediend worden, daar geniet ik ook van. Een restaurant openen, lijkt me op een even veilige manier te kunnen als een winkel. Maar blijkbaar is ons horecalijf pest en corona samen. Ik weet niet wat er scheelt.”

foto PN
foto PN© Photo News

Is deze coronacrisis voor jou als drukke horecamens ook een eyeopener?

“Er zal voor mij niets veranderen. Ik was het sowieso al iets kalmer aan gaan doen. Het besef dat je naar de 60 toe gaat, is er wel. Wanneer je 50 wordt, sta je niet zo stil bij je leeftijd. Het leven is leuk, je hebt wat centen verdiend en bent gesetteld. Nu nadert die 60 stilaan. Als je de overlijdensberichten bekijkt, dan zit je er vaak al bij. Dat besef om het kalmer aan te doen, neemt niet weg dat je wel nog altijd íets moet doen. Zoals nu niets zitten doen, iedere ochtend opstaan en je ambetant voelen omdat je erin wil vliegen maar niet kan, is lastig.”

Je wordt wat ouder en je kinderen zijn prille dertigers. Droom je dan stiekem van een bestaan als opa?

(lacht) “Dat is een gevoelige vraag, hoor. (denkt even na) Ik zie niets komen de eerste jaren, nee. Of ik er op hoop? Ja, natuurlijk. Elke ouder wil op een dag kleinkinderen. Maar zolang ik geen opa ben, ben ik ook nog niet officieel oud, zeker? (grinnikt) Kijk, vroeger was alles anders. Je ging naar school, begon met werken, deed een lief op en kreeg kindjes. Ik had mijn kinderen al toen ik 26 was.”

Nog even over je heimat. Mis je West-Vlaanderen ook?

“Ik klap West-Vlaams met mijn vrouw hier, hé. Het is dus nooit veraf. Als ik de krant lees, kies ik nog altijd voor het nieuws uit de Leiestreek. Ik zag zonet dat Ozark Henry zijn huis in Kortrijk verkoopt. (lacht) Ik volg alles goed op. Je bent West-Vlaming in hart en nieren, hé. Overal waar je gaat. Zelfs hier. Als ze Afrikaans tegen je spreken, dan klinkt dat als West-Vlaams. Zeer lekker is baie lekker. Zij ontkennen ook twee keer. Dat doen wij in het West-Vlaams ook. Als wij Engels spreken tegen een Afrikaan en die persoon begrijpt het niet, dan zeggen we say in Afrikaans. Dan verstaan we dat.”

Komen jullie terug naar Europa van zodra het kan?

“Ja, maar hoe positief ik ook ben als mens, daar heb ik toch niet veel goeie hoop op. Er worden pas buitenlandse vluchten toegestaan in fase 1 van de lockdown. De lockdown duurt al een goeie twee maanden en we zitten nog maar twee weken in fase 4. Dus, als ik goed kan rekenen, zou een terugkeer pas ergens voor augustus zijn. (blaast) Dat zou mij enorm tegensteken. Omdat ik Cyriel dan zeker niet zou kunnen helpen. Bepaalde ambassades leggen hier en daar wel repatriëringsvluchten in. (kruist de vingers voor de lens) Er zit een vlucht aan te komen naar België, maar zeker is dat nog niet. Ik hou de websites in de gaten om te kijken of er iets verschuift.”

Goeie moed, alvast.

“Och, goeie moed… Er bevinden zich veel mensen in veel ergere situaties. Het komt wel goed.”