Personeelstekort DOVO neemt toe

(foto pco)
Redactie KW

De ontmijningsdienst van het leger (DOVO) kampt met een personeelstekort. Op een voorzien kader van 209 beschikt de dienst over slechts 182 ontmijners. “Dat betekent dat DOVO prioriteiten moet stellen bij interventies, maar voor dringende situaties worden geen compromissen gemaakt, benadrukt luitenant-kolonel Gunther Haustrate. “Onze opdracht is altijd de bevolking te beschermen.”

Defensie organiseerde een persbriefing in het kwartier Meerdaalbos nabij Leuven. Daar is het Explosive Ordnance Disposal Battalion gevestigd, beter bekend als de ontmijningsdienst DOVO, maar ook de Intermachten Kennel Eenheid, zeg maar de eenheid die de honden van defensie opleidt.

DOVO heeft drie afdelingen in België. Meerdaal treedt op voor het grootste deel van ons land. In Poelkapelle is men actief met wapentuig uit de Eerste Wereldoorlog en de site Zeebrugge wordt ingezet voor duikopdrachten in de territoriale wateren. DOVO voert acht tot negen interventies uit per dag, goed voor 200 tot 250 ton munitie per jaar. Dat kan gaan van het ophalen van een pakket tot het onschadelijk maken van een vliegtuigbom. Vorig jaar kregen ze 152 oproepen rond verdachte pakketten. Dit jaar moest DOVO al negen keer uitrukken voor een plofkraak, waarbij effectief een pakket tot ontploffing wordt gebracht.

De dienst kampt met een personeelstekort. “DOVO telt 182 professionele ontmijners, terwijl dat er op papier eigenlijk 209 zouden moeten zijn. Dat heeft voor een stuk te maken met de opleiding. Het duurt twee jaar voor iemand de basiscapaciteiten beheerst. Daarna is nog eens vijf jaar ervaring op het terrein nodig alvorens de militair alles onder de knie heeft om de juiste beslissingen op het terrein te nemen”, legt Haustrate uit. “De opleiding om volwaardig ontmijner te worden is inderdaad zwaar”, bevestigt een militair van het kwartier Steenstraete. “Slechts de helft van de starters worstelt zich met succes door de zware leerstof.”

Privatiseren

Het probleem beperkt zich niet tot DOVO alleen, maar het gehele defensie-apparaat is getroffen door jarenlange besparingen. “Er spelen 2 fenomenen. Er is de forse uitstroom van ervaren militairen door pensionering en jonge militairen blijven onvoldoende lang in dienst. De redenen van hun vertrek zijn gekend. De verloning is minder attractief dan politie of privé, de balans werk/gezin weegt zwaar door en we moeten met minder mensen evenveel werk verzetten”, stipt ACV-secretaris voor defensie Walter Van den Broeck de pijnpunten aan. “Om extra personeel beschikbaar te houden, privatiseert men sommige diensten. Maar dat kost meer dan de inzet van eigen personeel. In Heverlee neemt Securitas de wachten van de kwartieren over. In Poelkapelle zijn ze nog niet zover, maar ze zijn het wel van plan.”

“Militairen kijken na verloop van tijd uit om terug te keren naar de eigen regio. Dat wordt moeilijker nu meer kazernes uit Oost- en West-Vlaanderen in de afgelopen tijd gesloten en verhuisd zijn naar Limburg of Brussel. Als je in Leopoldsburg gevestigd bent, heb je nauwelijks perspectief als je terug wil keren naar je regio. De politiek heeft defensie jarenlang verwaarloosd. Defensie moest de begroting rechtzetten. Dat voelde zogezegd toch niemand”, legt Walter Van den Broeck de vinger op de wonde.

(pco)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier