Paul Bruna staat 50 jaar op de planken: “Ik wil sterven op het podium”

© Davy Coghe
Hannes Hosten

Paul Bruna (61) staat 50 jaar op de planken. De Middelkerkse zanger met Langemarkse roots heeft na al die jaren een trouwe schare fans en verzorgt 250 optredens per jaar. Minder bekend is dat hij ook bezig is met spirituele zaken en meditatie en aan kaartleggen doet. “Ik weet niet of ik er zelf in geloof”, bekent hij. “Maar ik weet wel dat je er mensen mee kan helpen.”

Natuurlijk kent Paul de Mercator. Zijn allereerste videoclip werd opgenomen op de legendarische driemaster. “Dat was in 2010 met het liedje Ik geniet van elk moment“, weet hij nog. Maar naast zanger is Paul Bruna – Paul Bruneel in het echte leven – ook journalist. Vooral in zijn thuishaven Middelkerke en aan de Westkust, maar toch ook dikwijls in Oostende. “Ook als journalist maakte ik hier al een en ander mee”, vertelt hij.

50 jaar op de planken en nog maar 61 jaar oud. Je was heel jong, toen je al zong.

“Ik groeide op in Langemark en was daar lid van het koor Vlaams en Vroom. Het was een kerkkoor dat ook wereldse liedjes zong. Zo hebben we nog opgetreden op de IJzerbedevaart. De beste zangers van het koor werden door de onderpastoor, die ook koorleider was, ingeschreven voor de jaarlijkse zangwedstrijd in het dorp. Zo begon het voor mij in 1969. In 1973 kwam ik toevallig in contact met wijlen Fernand Tamsin uit Brugge. Hij was de roadmanager van Will Tura en organiseerde ook zijn verjaardagsshows in het Boudewijnpark. Hij zorgde ervoor dat ik kon deelnemen aan Hit ’73 op de toenmalige BRT-televisie en radio.”

Wat voor programma was dat?

“Dat was iets zoals je nu The Voice hebt, maar met bekende namen: Jacky Lafon, Micha Marah… Met mijn 15 jaar was ik de jongste en ook minst bekende deelnemer. Ik stond daar tussen mensen waar ik zelf naar keek op televisie. Toen nam ik ook mijn eerste single op: Mister Jolly Jack Mc Collie, ondanks de Engels klinkende titel een Nederlandstalig nummer. Behalve enkele liedjes in het Engels bleef ik het Vlaams altijd trouw.”

Ik ben echt twee personen: in het dagelijkse leven Paul Bruneel, op het podium Paul Bruna

Hoe kwam je aan de naam ‘Paul Bruna’?

“Dat was ook door Fernand Tamsin. Hij vond dat Paul Bruneel niet klonk. Nu zou dat misschien anders zijn. Maar hij zei: ‘t is niet moeilijk hé. Will Tura, Paul Bruna. Op tv komen, dat was toen een en ander hoor. Vandaag zijn er duizenden zangers. Iedereen die kan zingen of denkt dat hij kan zingen, neemt een cd op en gaat optreden. Maar toen was ik de enige uit de regio die zong, hé! En die in de boeksjes kwam: Joepie, Hitorama…”

Eind jaren ’70 nam je carrière een wending, toen je Jacques Lesage leerde kennen.

“Hij was een toneelregisseur en woordkunstenaar, afkomstig uit Poperinge. Jarenlang had ik met hem een senioren-, een kinder- en een familieprogramma. Jacques is de man die mij alles geleerd heeft op een podium. Tot dan deed ik wat ik dacht dat goed was op een podium, maar Jacques heeft mij echt geleerd hoe ik me moest gedragen: hoe je beweegt, niet vloeken op het podium, je gedrag tegenover fans en organisatoren. Jacques is de architect van Paul Bruna zoals hij nu is. Wat ik van hem leerde, is voor mij nog altijd de norm. Hij was een type, iemand die ontzag afdwong.”

Was jij een meisjesidool, als jonge twintiger?

Mja. Ik had toen lang haar. Wekelijks kreeg ik enorm veel fanbrieven. En ik beantwoordde ze allemaal zelf. Ik deed trouwens altijd alles zelf als zanger. Ik heb geen manager, doe mijn boekingen zelf, schrijf zelf mijn liedjes. Ik mag gerust zeggen dat ik zelf heb opgebouwd wat ik nu heb.”

Was jij destijds een nationale bekendheid, zoals Will Tura of Willy Sommers?

“Niet zo bekend als Will Tura of Willy Sommers. Vroeger kwam ik wel regelmatig in de boeksjes, nu niet meer. Ik ben ook al gevraagd voor verschillende tv-programma’s, maar daar sta ik niet echt voor open. Wanneer kom je in die boeksjes? Meestal als er iets te zeggen valt over je dat niet goed is. We hebben 250 optredens per jaar, in heel Vlaanderen. Er zijn weinig plaatsen waar ze mijn naam niet kennen. Ik presenteer op de radiozender VBRO en kom regelmatig op MENT TV. Maar de optredens zijn nog altijd de beste reclame. Ik zing altijd live, wat je van veel anderen niet kan zeggen. Maar ik vind: je moet live zingen. Je wordt betaald om te gaan zingen, niet om te playbacken.”

Zijn het goede tijden voor het Vlaamse lied?

“Sinds een jaar of vijf, zes is dat enorm. Ik treed soms op plaatsen op waar ik tien jaar geleden niet had durven komen. Dikwijls spelen we voor grote massa’s, met heel veel jonge mensen. Ik zing zelfs regelmatig in jeugdhuizen. Je moet je programma natuurlijk een beetje aanpassen. Voor een gemengd of jonger publiek breng ik veelal covers. Je moet je publiek weten te bespelen, hé. Ik denk wel dat ik dat kan. Ook weer geleerd van Jacques Lesage.”

Zijn jongeren altijd even respectvol als je voor hen optreedt?

“Eigenlijk wel. Maar je moet de juiste liedjes kiezen. Begin met Laat de zon in je hart, dan Sweet Caroline en dan Leef van André Hazes Jr. Daarna mag je brengen wat je wil, je hebt ze mee. De aanzet is enorm belangrijk.”

Als Paul voor lange tijd op reis zou gaan…

De Vendée

“Waar ik heen zou varen met de Mercator? Ik zou niet lang twijfelen. Naar La Rochelle aan de Franse Atlantische kust, en van daar naar de Vendée. Het is maar 30 km naar L’Ile d’Elle, het dorpje waar mijn grootmoeder naartoe vluchtte in de Eerste Wereldoorlog. Haar broer is daar gebleven en was nogal actief in het kindjes maken, waardoor ik heel veel familie heb in de streek. Als ik daar aankom, is dat thuiskomen voor mij. Toen ik de eerste keer in dat dorpje kwam, was het net of ik daar de weg kende. Ik voelde me daar zo gelukkig. Op het kanaal ligt een oud versleten bootje waar mijn grootmoeder nog mee gevaren heeft. Ik had het herkend van een oude foto, maar een familielid bevestigde me dat het inderdaad dat bootje was.”

Iedereen mag mee

“Iedereen die wil, mag mee op de boot. Dan kan ik iedereen tonen hoe mooi die streek is. Het liefst zou ik enkele keren per jaar gaan. Want als ik een lange periode weg blijf, zou ik hier mijn optredens missen. Mijn engeltje neem ik overal mee, dus ook op die reis. Maar voor de rest ben ik niet materialistisch. Ik kan me veel ontzeggen. Wat ik misschien zou meenemen, zijn mijn oude krantenknipsels die ik al 30 jaar verzamel over overledenen die ik gekend heb, beroemdheden en mensen uit mijn omgeving. Ik zou die dan eens klasseren.”

Eerlijkheid

“Ik volg de actualiteit enorm. Dat zou ik dus ook doen op reis. Ik ben bang voor wat er in de toekomst zal gebeuren met de wereld. Er komen de laatste jaren veel mensen aan de macht met een enorm ego, op het randje van dictators. Ik spreek nu over de nationale en internationale politiek. Het gaat de verkeerde kant uit met de wereld. Ik denk aan de Brexit. Boris Johnson, dat is een geschifte vent, hé! Trump, dat is een geschifte vent! In mijn eigen leven probeer ik altijd heel eerlijk te zijn. Ik apprecieer enorm de eerlijkheid van mensen. Mijn lijfspreuk is: geen schoonheid zonder waarheid. Iets kan niet echt mooi zijn als het niet waar is.”

Wie is Paul Bruna?

Privé

Geboren in Langemark op 12 februari 1958 als Paul Bruneel. Getrouwd, één zoon: Dieter. Woont sinds 1979 in Middelkerke.

Opleiding en loopbaan

Volgde een technische opleiding en daarna secretariaat-talen. Werkte van 1976 tot 1993 als bediende bij vrachtwagenbouwer Mol in Hooglede en van 1993 tot 2000 als beurscoördinator in het Media Center in Oostende. Sinds 2000 voltijds journalist. Zingt al sinds zijn elf jaar, brak in 1973 door als Paul Bruna.

Vrije tijd

Zingen, schrijven, schilderen, mensen observeren.

Sta je altijd met even veel overgave op het podium?

“Het gebeurt wel eens dat ik naar een optreden ga zonder veel goesting, maar zodra ik op het podium sta, is dat over. Als ik twee of drie dagen na elkaar niet heb opgetreden, voel ik me niet goed. Ik kan dat niet missen. Ik zie regelmatig mensen van mijn leeftijd die al op pensioen zijn. Ik heb daar geen tijd voor. Ik wil ook niet met pensioen. Het is misschien een cliché, maar ik wil doodgaan op het podium. Het is een verslaving, ijdelheid misschien ook. Het applaus, de aandacht… In het dagelijkse leven ben ik nochtans eerder timide. Ik heb zelfs trekjes van autisme.”

Welke trekjes?

“Thuis moeten mijn stylo’s altijd met het topje aan dezelfde kant liggen. En elke avond doe ik hetzelfde ritueel: alle deuren sluiten, de waterkranen moeten recht staan, radio en tv zet ik nooit op een oneven getal. Boezemvrienden heb ik niet. Ik heb dat ook niet nodig. En ik ga nooit in een grote meute staan, altijd aan de kant. Maar op het podium durf ik alles. Het kan weer cliché klinken, maar ik ben echt wel twee personen: in het dagelijkse leven Paul Bruneel, op het podium Paul Bruna. Ik ben ook redelijk veel bezig met spirituele dingen. Iets wat veel mensen niet weten.”

Met wat dan zoal?

(toont klein beeldje van engeltje dat al de hele tijd naast hem op tafel ligt) “Ik ga nooit weg zonder dit. Ik weet niet of ik gelovig ben, maar ik heb respect voor ieder geloof. Dit engeltje is al 50 keer gevallen. Ik heb thuis hele dozen met engeltjes. Ik lees veel over spiritualiteit en leg ook de kaarten. Voor mezelf of voor mensen uit mijn dichte omgeving. Ik heb daar cursussen voor gevolgd.”

Ik zing altijd live. Daar word ik voor betaald, niet om te playbacken

Hoe ben je daarbij gekomen?

“Het begon met meditatie. Meditatie is het beste geneesmiddel voor alles. Ik mediteer elke dag. Voor ik ga slapen, overloop ik wat de dag gebracht heeft. Meditatie is voor mij enorm belangrijk. Heel toevallig ging ik eens een cursus kaartlezen volgen en dat heeft mij enorm gefascineerd.”

Geloof je echt wat in de kaarten staat te lezen?

“Ik wil niet overkomen als een kwakzalver. Je gelooft erin of je gelooft er niet in. Ik weet ook niet of ik er zelf in geloof. Mensen hebben nog altijd hun leven in handen, maar je kan hen wel wakker schudden. Ik zou nooit zeggen dat iemand binnen het jaar zal doodgaan of zo. Maar met dat kaartleggen, en ook met het mediteren, kan je mensen wel courage geven.”

Hoe pak je dat aan?

“Ik vertel mensen tijdens een meditatiesessie soms een verhaal waarin ze iemand ontmoeten. Ze hoeven mij niet te vertellen wie het is, maar ze kunnen die persoon wel vragen stellen. In hun verbeelding ontmoeten ze dan altijd de mens die ze willen ontmoeten en krijgen ze het antwoord dat ze willen krijgen. Dat kan mensen helpen. Het heeft vooral met mensenkennis te maken.”

Paul Bruna staat 50 jaar op de planken:
© Davy Coghe

Je woont al 40 jaar in Middelkerke. Ben je na al die jaren Middelkerkenaar?

“Ik woon aan de zee en voel me Middelkerkenaar, maar ben geen kind van de zee. Ik woon heel graag in Middelkerke en zou er niet meer weg willen, maar ik ben uit Langemark afkomstig. Als ik moet kiezen tussen wandelen aan zee en wandelen tussen de weiden van Langemark, dan kies ik dat laatste. Daar liggen mijn roots. Mijn jubileumshow op 6 oktober vindt plaats in Langemark.”

Kom je er nog vaak?

“Mijn ouders wonen er nog, dus ik kom er nog regelmatig. Dan ga ik wandelen op plaatsen waar ik als kind heb gespeeld. Ik ben niet iemand die veel naar het verleden kijkt, maar ik doe het wel eens graag. Of wandelen op het kerkhof, waar ik veel graven zie van mensen die ik gekend heb. Een kerkhof heeft een grote betekenis voor mij. Ook in Middelkerke heb ik soms nood om er eens te ‘babbelen’ met mensen die ik gekend heb. Bij hen vind ik steun.”

Als Paul voor lange tijd op reis zou gaan…

De Vendée

“Waar ik heen zou varen met de Mercator? Ik zou niet lang twijfelen. Naar La Rochelle aan de Franse Atlantische kust, en van daar naar de Vendée. Het is maar 30 km naar L’Ile d’Elle, het dorpje waar mijn grootmoeder naartoe vluchtte in de Eerste Wereldoorlog. Haar broer is daar gebleven en was nogal actief in het kindjes maken, waardoor ik heel veel familie heb in de streek. Als ik daar aankom, is dat thuiskomen voor mij. Toen ik de eerste keer in dat dorpje kwam, was het net of ik daar de weg kende. Ik voelde me daar zo gelukkig. Op het kanaal ligt een oud versleten bootje waar mijn grootmoeder nog mee gevaren heeft. Ik had het herkend van een oude foto, maar een familielid bevestigde me dat het inderdaad dat bootje was.”

Iedereen mag mee

“Iedereen die wil, mag mee op de boot. Dan kan ik iedereen tonen hoe mooi die streek is. Het liefst zou ik enkele keren per jaar gaan. Want als ik een lange periode weg blijf, zou ik hier mijn optredens missen. Mijn engeltje neem ik overal mee, dus ook op die reis. Maar voor de rest ben ik niet materialistisch. Ik kan me veel ontzeggen. Wat ik misschien zou meenemen, zijn mijn oude krantenknipsels die ik al 30 jaar verzamel over overledenen die ik gekend heb, beroemdheden en mensen uit mijn omgeving. Ik zou die dan eens klasseren.”

Eerlijkheid

“Ik volg de actualiteit enorm. Dat zou ik dus ook doen op reis. Ik ben bang voor wat er in de toekomst zal gebeuren met de wereld. Er komen de laatste jaren veel mensen aan de macht met een enorm ego, op het randje van dictators. Ik spreek nu over de nationale en internationale politiek. Het gaat de verkeerde kant uit met de wereld. Ik denk aan de Brexit. Boris Johnson, dat is een geschifte vent, hé! Trump, dat is een geschifte vent! In mijn eigen leven probeer ik altijd heel eerlijk te zijn. Ik apprecieer enorm de eerlijkheid van mensen. Mijn lijfspreuk is: geen schoonheid zonder waarheid. Iets kan niet echt mooi zijn als het niet waar is.”