Patrick Van Compernolle gediplomeerd molenaar… zonder molen

© WME
Redactie KW

Er zijn zo van die beroepen waarover nagenoeg niemand meer spreekt en waarvoor de interesse bij de jongeren nihil is, ook al omdat de toekomstmogelijkheden enorm beperkt zijn. Tot dat soort beroepen behoren onder meer de klompenmakers en de smeden, maar evenzeer de molenaars. Ginstenaar Patrick Van Compernolle (53) volgt momenteel een molenaarscursus.

Op 19 juni volgde hij zijn eerste theorieles in molendorp Ruiselede. Hij is alvast voor een tijdje zoet want na de theoretische opleiding volgt vanzelfsprekend een stageperiode. We gingen de man opzoeken en informeerden naar zijn beweegredenen om met een dergelijke opleiding te starten temeer omdat de man zelf niet over een molen beschikt.

Molenaarsmicrobe

De belangstelling voor molens is niet recent voor de 53-jarige onderhoudsman in het ziekenhuis van Tielt. “De interesse voor molens er al heel vlug gekomen. Zo was ik van jongs af aan onder de indruk van de Poelbergmolen in Tielt en ook van de Herentmolen in Marialoop, op slechts 1 km van mijn deur. Deze laatste staat jammer genoeg te verkommeren na het overlijden van de molenaar. Die interesse werd ook nog eens van huis uit aangewakkerd want mijn vader had in de tuin een staakmolen neergepoot op schaal 1/8. Ik zag hem ook vaak bezig met het onderhoud van zijn molen zoals het plaatsen van de wieken naar de wind, draaiende onderdelen smeren en het geregeld onderhoud zoals schilderen. Bovendien werd in het ouderlijke huis ook nog gemalen met twee elektrisch aangedreven staande stenen en met deze bloem werd ook nog wekelijks een paar broden gebakken op het houtvuur. Al die jaren is de interesse voor het molengebeuren blijven sluimeren tot ik de knoop heb doorgehakt en eindelijk besloten heb om een cursus molenaar te volgen.”

Patrick is vooral onder de indruk van de technieken die aanwezig zijn in een molen – raderen, overbrengingen, hefbomen – waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de wind en niet alleen voor het malen maar ook voor het zuiveren van het graan, zakken optrekken, malen en nog eens zeven. “Ik sta nog altijd enorm verstomd hoe een machine van meer dan 25 ton zo’n fijn eindresultaat kan geven zoals bloem. Maar er is nog veel meer. Vergeet niet dat het leven op een molen ook betekent dat het een beetje tot rust komen is wanneer je de stenen hoort zingen. Je voelt je helemaal omringd door de natuurelementen.”

Opleiding

Het is de bedoeling dat ik op het einde van de rit het diploma haal van meester-molenaar of molengids. Het gaat om een opleiding die twee jaar duurt en georganiseerd wordt door Molenforum Vlaanderen dat vijf provincies overkoepelt. De cursus wordt tweejaarlijks georganiseerd. Momenteel volgen 50 cursisten de opleiding en onze eerste les kreeg haar beslag in molendorp Ruiselede. Nu volgen nog tien zaterdagen op tien verschillende locaties met telkens theorie in de voormiddag en in de namiddag een bezoek aan een molen.”

“Vergeet niet dat het een vrij zware opleiding betreft want de cursus telt liefst 450 bladzijden met als inhoud de geschiedenis van de molens, soorten molens, graansoorten, houtsoorten, veiligheid op de molen, kennis van het weer en de molenterminologie. Na de theoretische opleiding volgt nog een stage van minimum 100 uur, verdeeld over 70 uur op een bovenkruier, 20 uur op een staakmolen en 10 uur op een watermolen, waaronder minimum 25 maaluren. Momenteel loop ik nog stage op de Goethalsmolen in Wakken, een bovenkruier die pas gerestaureerd werd in 2012. Het is ook zo dat de meeste molens in het bezit zijn van de provincies of gemeenten maar soms ook nog privé zoals de Goethalsmolen in Wakken. Aangezien molens ook tot het historisch erfgoed behoren wordt erover gewaakt dat de bestaande molens onderhouden worden, iets wat handen vol geld kost aan de overheid.”

Onzekere toekomst

Wat Patrick Van Compernolle later uiteindelijk met het diploma wil aanvangen, is nog niet zeker. “Ik volg die opleiding gewoon uit interesse. Ik ga er eerst alles aan doen om dit diploma te halen want ik wil later absoluut geregeld als molenaar aan de slag en dat alleen voor het plezier. Ik hoop geregeld hier en daar te kunnen inspringen bij een molenaar om te kunnen genieten van het maalgebeuren en de rust die het beroep met zich meebrengt. Door mijn inzet wil ik mijn steentje bijdragen tot het behoud van ons historisch erfgoed, maar ik ben helemaal niet van plan ooit zelf een moleneigenaar te worden.” (JC)

Op zondag 11 juli vindt de de tweede Regionale Molendag plaats. Er zijn zes molens te bezoeken: de Rysselende Molen in Ardooie, de Poelbergmolen in Tielt, de Mevrouwmolen in Kanegem, de Knokmolen in Ruiselede, de Goethalsmolen in Wakken en de Hostensmolen in Ruiselede. De molens kunnen bezichtigd worden tussen 10 en 18 uur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier