Pater Godfried Feys: “We behoren tot een uitstervend ras”

Philippe Verhaest

Onze redacteur Philippe Verhaest en fotograaf Ronny Neirinck reden deze zomer langs de N50, de aloude steenweg tussen Brugge en Kortrijk, en hielden halt bij intrigerende plekken en mensen.

Aftrappen deden ze in de Sint-Pietersabdij van Steenbrugge. Die bepaalt sinds 1879 mee het straatbeeld. De orde telt 136 jaar later nog zeven paters. “We behoren nu eenmaal tot een uitstervend ras”, aldus prior Godfried Feys.

Roadtrippen langs de N50: deel 1
Roadtrippen langs de N50: deel 1© kw

Broeder Godfried Feys – geboren als Erik – kreeg zijn roeping tijdens zijn tienerjaren. “Ik moet 16 of 17 jaar oud geweest zijn toen God me voor het eerst riep”, zegt hij. “Ik was leider bij de KAJ van Moorsele, waar pastoor Kamiel Carrette erg actief was. Hij toonde me het juiste pad, al heb ik ook mijn twijfels gehad. Ik ben verliefd geweest, heb me afgevraagd of ik mij mijn keuze nooit zou beklagen… Maar de jaren hebben bewezen dat ik de juiste stappen heb gezet.”

Aanvankelijk wilde broeder Godfried parochiepriester worden. “Maar al snel kwam ik in contact met ordes en congregaties en besefte ik dat mijn toekomst daar lag. Alleen : mijn ouders waren niet gewonnen voor mijn geestelijke carrière. Ik was enig kind en dat betekende dat de familielijn na mij zou ophouden. Ze zagen me eerder als postmeester of timmerman – het beroep van mijn vader – werken”, glimlacht hij. “Gelukkig draaiden ze snel bij.”

BRIEF AAN DE PAUS

In 1968 werd Godfried salesiaan van Don Bosco. “In die twaalf jaar heb ik veel gestudeerd : filosofie en theologie aan de KU Leuven, ik deed mijn legerdienst en liep ook stage in het Don Boscocollege in Kortrijk. In 1978 werd ik tot priester gewijd, maar mijn hart lag al in Steenbrugge. In 1980 schreef ik paus Johannes-Paulus II een officiële brief om naar hier te mogen verhuizen. De abdij zat toen al onder mijn huid.”

Toen broeder Godfried in Steenbrugge aankwam, telde de orde nog bijna dertig paters. “De abdij bloeide echt nog volop.” Een jaar later werd hij geprofest en begon zijn nieuw leven als volwaardig lid van de abdij van Steenbrugge. “De eerste jaren draaide ik mee in de gemeenschap : poetsen, in de tuin werken, het gras afrijden… Maar ik nam al snel nieuw ingetreden mensen onder mijn hoede. Ik werd novicebegeleider.”

Godfried Feys:
Godfried Feys: “Ja, ik ben verliefd geweest.”© Ronny Neirinck

De voorbije 35 jaar zag broeder Godfried ‘zijn’ abdij fel veranderen. “Nu zijn we nog met zeven paters”, zegt hij. “En we hebben allemaal al een mooie leeftijd bereikt. Die evolutie aanzie ik met pijn in het hart. Jonge mensen komen niet meer. Dat kan ook niet, want we laten geen novicen meer toe.”

“Waarom ? Het leeftijdsverschil met de huidige paters is te groot geworden. Zo tekenen we ons eigen doodsvonnis, maar er is geen andere optie. We behoren nu eenmaal tot een uitstervend ras. Jammer, maar we kunnen de realiteit niet uit de weg gaan.”

Toen ik hier in 1980 aankwam, telde de abdij nog dertig paters

PASTOOR VAN STEENBRUGGE

Omwille van de alsmaar kleiner wordende groep broeders verhuisde de gemeenschap in 2008 naar Huize Pax, een nieuwbouw naast de Sint-Pietersabdij. “De abdij zelf werd veel te groot voor ons. En de onderhoudskosten swingden de pan uit. Verhuizen was de beste optie, maar deed ons toch pijn. We woonden er immers sinds 1879. Maar het moest.”

De abdij heeft ondertussen een nieuwe functie gekregen. “En gelukkig een invulling die onze visie doortrekt”, zegt broeder Godfried. “Nu heeft het vicariaat van het katholiek onderwijs van het bisdom Brugge er onderdak. En de abdij werd met een groot hart voor de geschiedenis van het gebouw gerenoveerd. Dat doet ons goed. Het is het mooiste geschenk dat we bij ons vertrek konden krijgen.”

We laten geen nieuwe paters toe. Het leeftijdsverschil is veel te groot

“We konden de abdij ook een compleet andere bestemming geven. Zo was er zelfs iemand die geïnteresseerd was om er een hotel in onder te brengen. Dat zagen we niet zitten. En een dokter wilde er graag een palliatief centrum in starten.

Ondanks het feit dat de broeders niet meer in de abdij wonen, is de band met de lokale gemeenschap van Steenbrugge nog oersterk. “Tot voor kort leverden we ook de pastoor van Steenbrugge, een functie die ik zelf van 1997 tot 2005 heb bekleed. Aanvankelijk zag ik dat niet zitten, maar ik beleefde er prachtige momenten. Ik moest uiteindelijk op doktersadvies stoppen, want de combinatie met de taak van prior bezorgde me te veel stress.”

ABDIJ ZIT IN HET BLOED

“Maar de verankering blijft. Vroeger had elke vereniging van het dorp een pater als proost en op zon- en feestdagen is er nog altijd een vrij toegankelijke eucharistieviering met een gregoriaans koor in de abdijkerk. En veel jonge ouders kloppen nog bij ons aan om hun kindje te laten dopen, terwijl ze daarvoor bij de parochie moeten zijn. Die band met de abdij zit hier in het bloed.”

En hoe ziet de toekomst eruit ? “Zelf blijf ik tot mijn 75ste prior, dan moet ik met pensioen. Maar ik blijf sowieso hier wonen. En we koesteren de gedachte dat wij de laatste paters van Steenbrugge zijn. Gelukkig zal de abdij nog vele tientallen jaren met het dorp verbonden blijven.”

Wie is pater Godfried Feys?

PRIVÉ

Erik Feys (67) is afkomstig van Moorsele en de zoon van Leon Feys en Eliza Verlinde, die allebei overleden zijn. Hij is enig kind.

LOOPBAAN

Werd in 1968 salesiaan van Don Bosco en trad in 1980 in in de Sint-Pietersabdij van Steenbrugge. Daar is hij sinds 1999 prior. Was van 1997 tot 2005 ook pastoor van Steenbrugge.

VRIJE TIJD

Lezen.

 Ronny Neirinck en Philippe Verhaest sprokkelen een zomer lang verhalen langs de N50.
Ronny Neirinck en Philippe Verhaest sprokkelen een zomer lang verhalen langs de N50. © Ronny Neirinck

Langs de route

DE MARKT VAN BRUGGE

De Brugse Markt is nog altijd het officieuze vertrekpunt van de N50. De Katelijnepoortbrug betekent evenwel de échte vertrekplaats van de voormalige steenweg.

LA BRUGEOISE

Trein- en trambouwer La Brugeoise is al in 1818 in Steenbrugge aanwezig, maar pas net voor de start van de Eerste Wereldoorlog wordt er vooral spoorwegmateriaal gemaakt. Na fusies in 1956 en 1977 wordt La Brugeoise een onderdeel van Bombardier-Eurorail. Ondertussen zijn een deel van de bedrijfsgebouwen beschermd en kan je de site als evenementenlocatie afhuren.

Trein- en trambouwer La Brugeoise.
Trein- en trambouwer La Brugeoise.© Ronny Neirinck

PHILHARMONIE

In 1822 sticht jonkheer Coppieters ‘t Wallant de culturele vereniging de Philharmonie. Rond 1830 strijkt die langs de N50 neer. Nog altijd prijkt langs de weg een statig bord van de vereniging. Nu hebben enkele schuttersverenigingen er hun lokaal.

Gedenkplaat voor Philharmonie
Gedenkplaat voor Philharmonie© Ronny Neirinck

HERENHUIZEN

De Baron Ruzettelaan – die tot de N50 behoort – kreeg in 1902 De Steenbrugsche Wandeling als benaming. Rond de eeuwwisseling werd de laan ook met statige villa’s en herenhuizen bebouwd, geïnspireerd op de Engelse cottages en bel-etagewoningen.

De statige herenhuizen langs de Baron Ruzettelaan.
De statige herenhuizen langs de Baron Ruzettelaan. © Ronny Neirinck

OPHAALBRUG VAN STEENBRUGGE De ophaalbrug van Steenbrugge over het kanaal Brugge- Gent maakt al decennia deel uit van het straatbeeld. Officieel heet het gevaarte de Steenbruggebrug. Eind 2013 maakte de Vlaamse regering haar plannen bekend om een gloednieuwe brug en aanpalende Dampoortsluis te realiseren. Die zouden tegen 2020 aangelegd moeten zijn.

De bekendste ophaalbrug van de provincie: de Steenbruggebrug.
De bekendste ophaalbrug van de provincie: de Steenbruggebrug.© Ronny Neirinck