Pascal ruilt ziekenhuis na 7 maanden opnieuw in voor zijn café: “Toog houden? Dat verleer je niet”

Na zeven maanden als vrijwilliger in het ziekenhuis staat Pascal Debroe straks opnieuw achter zijn toog in Middelkerke.© foto Kurt
Na zeven maanden als vrijwilliger in het ziekenhuis staat Pascal Debroe straks opnieuw achter zijn toog in Middelkerke.© foto Kurt
Olaf Verhaeghe

Na zeven maanden als vrijwilliger op de corona-afdeling in Oostende keert Pascal Debroe straks terug naar De Sportwereld in Middelkerke. De cafébaas ruilt het ziekenhuis in voor zijn toog en de patiënten voor zijn vaste klanten. “Ik zou het meteen opnieuw doen, maar toch kijk ik ernaar uit om het bier weer te laten vloeien.”

In november 2020 meldde de 49-jarige Pascal Debroe zich in het AZ Damiaan in Oostende aan als vrijwilliger. Vol in de tweede coronagolf stak hij de handen uit de mouwen als buddy op de covidafdeling. “Wat je daar moet doen? Vanalles. Eigenlijk zijn wij er vooral om de verpleeg- en zorgkundigen zoveel mogelijk te ontlasten. De logistieke ondersteuning, het medisch materiaal aangeven, eten rondbrengen bij de patiënten,… Dat soort zaken.”

Zelf had Pascal helemaal geen achtergrond of ervaring in het ziekenhuiswerk, op een cursus bij het Rode Kruis na dan. “Maar ik voelde wel dat ik iéts moest doen om te helpen”, vertelt hij. “Voor de dokters en verpleegkundigen is zo’n corona-afdeling immens zwaar en enorm stresserend. Ook de verzorging is heel arbeids- en tijdsintensief, zeker als je telkens die snikhete pakken in en uit moet kruipen. Als ik een stukje van die stress en zorgen weg kan nemen, dan doe ik dat met de glimlach.”

Horeca herademt

“Het was soms lastig, ja. Zeker als je ziet hoe mensen in ademnood komen en afzien… Ik kan het vrij goed plaatsen, maar ik ben er zeker van dat de voorbije maanden een grote weerslag zullen hebben op het zorgpersoneel”, zegt Pascal. “Vooral de snelheid waaraan het virus tekeergaat in het lichaam van sommige patiënten is ongezien. Je kan ’s morgens nog vrij vlot zitten babbelen met iemand en in de namiddag merken dat de patiënt in levensgevaar verkeert… Ik kan alleen maar hopen dat we het ergste voorgoed achter de rug hebben.”

 © Foto Kurt
© Foto Kurt

Vorige week vrijdag was zijn laatste dag als buddy in het Oostendse ziekenhuis. Nu de lucht stilaan wat meer opklaart op de covidafdelingen en de druk er verder afneemt, kan Pascal terugkeren naar zijn oorspronkelijke habitat: de horeca. “Ik heb altijd in hotels, restaurants en cafés gewerkt en dit jaar sta ik voor mijn vierde zomer als uitbater van café De Sportwereld in Middelkerke”, glundert Pascal. “Ik heb bewust gewacht tot de horeca volledig kan herademen en heropenen. Oké, je kan wel iets doen op een terras, maar het ontbreekt me wat aan ruimte en van het weer ben je nooit zeker. Openen vanaf 9 juni biedt me wat meer zekerheid.”

Geen personeel

“Je verleert dat niet, hé. Café houden, zit me nog altijd in de vingers. Maar ik moet wel toegeven dat het kriebelt. Zeven maanden zonder die toog, dat is niet niets.” Oorspronkelijk was het de bedoeling om het café bij de heropening helemaal te herlanceren tot estaminet en zelfs eten te serveren, maar een vruchteloze zoektocht naar personeel deed Pascal beslissen om die plannen nog even op te bergen. “Ik vind gewoon geen mensen… Heel wat horecapersoneel is door de crisis iets anders gaan doen. Begrijpelijk natuurlijk, iedereen zoekt naar een zekere houvast.”

Toch zet het uitstel van de toekomstplannen geen al te grote domper op de grote heropening. “Ik kijk er zeker naar uit. De kust zal ook dit jaar ongetwijfeld veel vakantiegangers lokken. Als het weer nu nog wat wil meezitten, zijn we vertrokken”, zegt hij.

Veel respect

Eén iets zal Pascal wel met zich blijven meedragen: het eindeloze respect voor het zorgpersoneel. “Die inzet en dat engagement is iets heel bijzonders”, zegt hij. “En het mooie aan die mensen is dat ze ons ook heel erg dankbaar zijn. Je voelt je door hen gewaardeerd. Ik heb aan die maanden als buddy ook enkele goede vrienden overgehouden. Hoe je het ook draait of keert: je kweekt wel een band. Mocht het ooit nodig zijn, ik zou het meteen opnieuw doen. Maar ik kijk er nu toch vooral naar uit om het bier weer te laten vloeien.” (lacht)

pinten tappen