Palingbeek krijgt nieuw infopunt, speelzone en natuurbelevingscentrum

© (Foto TP)
Redactie KW

De provincie trekt 300.000 euro uit voor de nieuwste uitbreiding van De Palingbeek en blijft volop investeren. Er is een nieuw onthaal- en infopunt afgewerkt, en er zijn plannen voor een nieuwe avontuurlijke speelzone en natuurbelevingscentrum.

Het nieuwe onthaal- en infopunt is opgebouwd uit hout en bevindt zich tussen de hoofdparking en horecazaak. De provincie stelt nu een ontwerpteam aan voor de ontwikkeling van de site Callewaert, waar het bezoekerscentrum gelegen is.

“Er komt een interactief natuurbelevingscentrum met uitzichtpunt. De focus ligt op buitenbeleving en zichtbare dieren in hun natuurlijke biotopen, zonder dat ze verstoord worden”, zegt gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe. “Op die site wordt de loods van de groendienst vrijgemaakt, want die verhuist naar een nieuw gebouw aan de Bernikkewallestraat.”

Er wordt een nieuwe avontuurlijke speelzone ingericht op de weilanden op het einde van de rechterkant van de weg richting hoofdparking, vanwaar een nieuwe fietsas vertrekt richting site Callewaert. De projecten kosten in totaal zo’n drie miljoen euro, de afwerking is voorzien in 2024.

Met een nieuwe uitbreiding overschrijdt De Palingbeek de symbolische kaap van 250 hectare ‘provinciedomein’, waar 200.000 bezoekers jaarlijks komen genieten van een mislukt scheepvaartkanaal, oorlogsrelicten en een ‘spontaan’ bos. Gids Lieven Stubbe vertelt hoe een maanlandschap zonder bomen in honderd jaar tijd verwilderde tot een dichtbegroeide jungle en uiteindelijk uitgroeide tot het grootste provinciedomein in West-Vlaanderen.

“Nee, hier zitten geen palingen, er is te weinig water”, begint Lieven Stubbe (65) vanop een brugje in het hart van provinciedomein De Palingbeek, zijn tweede thuis. De naam komt van een beekje uit de buurt.

Tussen 1864 en 1913 gebruikte men de beekvallei om de hardnekkige heuvelkam bij De Palingbeek te dwarsen met tunnels, bruggen, sluizen en sleuven voor de aanleg van een scheepvaartkanaal dat de Leie in Komen moest verbinden met de IJzer bij Ieper. Na drie pogingen en talloze grondverschuivingen en instortingen, gaf men zich definitief over aan de natuurkrachten toen een nieuwe brug instortte in 1913.

Kaal maanlandschap

“Maar dat wisten de Duitsers nog niet, die een jaar later via deze brug Ieper hoopten te bereiken”, zegt Lieven. “Ze konden het onafgewerkte kanaal niet dwarsen en groeven zich in op deze strategische hoogte, die gedurende WO I volledig kapot geëxplodeerd werd met bovengrondse bombardementen en ondergrondse mijnontploffingen. Het resultaat: een kaal maanlandschap, waar amper bomen rechtstonden.”

“Na de oorlog deed niemand nog een poging om het kanaal af te werken. Het gebied was gevaarlijk door grondverschuivingen en werd definitief overgelaten aan de natuur. Zo groeide er een spontaan bos. Vrij uniek in Vlaanderen, want de meeste bossen zijn ooit aangeplant. Door die ‘natuurlijke’ groei ontstond een rijkdom aan plantensoorten, die nu zeldzame diersoorten als de boommarter en zwarte specht aantrekken.”

Klein gemeten

Tot de jaren zeventig waren er amper wandelaars of toeristen. “Het was een ontoegankelijke jungle, waar enkel herders kwamen met hun schapenkudde en mandenvlechters om wilgen te kappen. Dat veranderde toen de provincie een kleine zeventig hectare ontsloot en opende als nieuw provinciedomein in 1973. Vooral vanaf de jaren negentig werd het domein stelselmatig uitgebreid over drie Ieperse deelgemeenten. En dat werd telkens gevierd als een feest. Belangrijke aankopen waren het Molenbos en domein de Vierlingen, en een vijftal boerderijen, waar boeren met pensioen gingen.”

De Palingbeek groeide uit tot het grootste provinciedomein van West-Vlaanderen. Met de recentste verwerving van 4,5 hectare wordt nu de symbolische kaap van 250 hectare overschreden. En dat is ‘klein’ gemeten. Hill 60 bijvoorbeeld wordt als deel van De Palingbeek beschouwd, maar is nog eigendom van de Belgische staat. En dan zijn er nog de nabijgelegen Gasthuisbossen, beheerd door de provincie maar nog eigendom van het Ieperse OCMW. “Als je die bossen erbij rekent, kom je aan een groen gebied van 500 hectare ten zuidoosten van Ieper.”

Droom wordt werkelijkheid

Lieven was als milieu-educatief medewerker van stad Ieper nauw betrokken bij de ontwikkeling en schreef een boek over De Palingbeek. “De goede samenwerking tussen Ieper en provincie ligt aan de basis van het succes. Het is een droom die werkelijkheid werd.” (TP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier