Paardenvissers Bernard en Eddy uit Oostduinkerke krijgen titel van ereburger

Paardenvissers Bernard Debruyne en Eddy D'hulster. (foto’s GUS)©GUS
Paardenvissers Bernard Debruyne en Eddy D'hulster. (foto’s GUS)©GUS
Redactie KW

Eddy D’Hulster (78) en Bernard Debruyne (57) zijn beiden al hun hele leven paardenvisser in Oostduinkerke. Zoveel inzet verdient de titel van ereburger, vindt het Koksijdse gemeentebestuur. Ze krijgen die onderscheiding tijdens de Garnaalfeesten in het laatste weekend van juni. Een portret van twee opmerkelijke heren.

Het ambacht van paardenvisser zoals dat in Oostduinkerke uitgeoefend wordt, is uniek in de wereld. Daarom kreeg het ook de Unesco-onderscheiding van immaterieel werelderfgoed. Een titel waarop Eddy D’Hulster nog steeds fier is, net zoals hij nu ook trots is op zijn ereburgerschap. Beroepshalve was hij operator bij de scheepsmaritieme Radio Oostende. “Ik heb altijd met één voet in de zee gestaan”, lacht hij. En hij kreeg de steun van zijn vrouw Rosa die al even gepassioneerd was door het ambacht.

De Rosten Durang

“De mannen waren toen nog niet rijp voor vrouwen in hun rangorde. Dat ligt vandaag anders want er zijn ondertussen twee vrouwelijke paardenvissers. Bij mij startte het in 1968. Ik was kind aan huis op de ranchvan Henri Durant, beter bekend als De Rosten Durang . Het was echter Mang Vanbillemont, nog zo’n iconisch figuur, die mijn leermeester werd. Tot op vandaag trek ik nog een paar keer per jaar naar zee. Niet meer die honderd keren zoals in mijn glorieperiode maar ik kan het niet missen. De zee, die trekt. Noem het een verslaving.”

Al die jaren noteerde Eddy in zijn zeeboekjes nauwgezet het uur van laagwater en de gevangen kilo’s. “Mijn recordvangst was 106 kilo in één tij”, herinnert hij zich nog levendig. “Het moet in de jaren 80 geweest zijn. Er zijn maar een paar dagen per jaar waarop garnalen massaal samentroepen in de lijn waar wij passeren en ik had net geluk. Zo’n grote hoeveelheid is echt wel uitzonderlijk en ik heb extra lang moeten leuren om die allemaal kwijt te geraken.”

Eddy wierp zich in de loop der jaren op als woordvoerder van de paardenvissers. Hij richtte ook de vereniging d’Oostduinkerkse paardenvissers op om de belangen van de noeste zeebonken te verdedigen. “Mijn mooiste momenten waren toen ik samen met mijn dochter Corinne naar zee trok. Minder fraai was het afscheid nemen van trouwe paarden waarmee ik jaren had gevist en die een stukje van mezelf waren geworden.”

Van vader op zoon

Naast Eddy krijgt ook Bernard Debruyne de titel van ereburger. Hij koos speciaal voor weekendwerk in een spinnerij om tijdens de week naar zee te kunnen met paard en kar. “’s Morgens om 3 uur opstaan om te vissen is geen enkel probleem. Mijn recordvangst ligt op 89 kilo in één tij, iets minder dus dan Eddy maar toch verdienstelijk. Gemiddeld vind ik 10 tot 12 kilo garnalen in mijn netten. Die rook ik in een ketel op houtvuur. Zo krijg je die lekkere, gerookte smaak.”

Bernard is trots op zijn zoon Gregory (25) die ook de passie voor het ambacht heeft. Beiden zijn ervan overtuigd: “De garnaalvisserij te paard is een traditie die nooit mag verdwijnen.”

Garnaalfeesten

Eddy en Bernard zijn niet de eerste Oostduinkerkse paardenvissers die zich ereburgers van Koksijde mogen noemen. Amandus Mang Vanbillemont in 1996, Henri Durant en Maurice Denecker in 2004 gingen hen voor. “Nu de garnaalstoet door de coronamaatregelen niet kan doorgaan, wilden we de Garnaalfeesten tijdens het laatste weekend van juni een feestelijk tintje geven door twee verdienstelijke paardenvissers te huldigen”, besluit Koksijds burgemeester Marc Vanden Bussche (LB).

(GUS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier