Adellijke broers reageren op overlijden van hun vriend Henri: “Henri had heel wat titels, maar nonkel vond hij de mooiste van allemaal”

© (Foto TP)
Redactie KW

Het overlijden van hun vriend Henri d‘Udekem d’Acoz (87) kwam allerminst als een verrassing voor de broers Patrick (62) en Jean-Pierre (70) Geelhand de Merxem. Blauw bloed, jacht, vogels, politiek, advocatuur… deze jonkheren uit Heuvelland hadden heel wat gemeen met de betreurde kasteelheer uit Proven, en vertellen honderduit over zijn gaven, maar ook over zijn gebreken.

“Onze familie beschouwde Henri als buur. Ik heb hem enkele weken geleden nog bezocht. Zijn hoofd was helder, maar hij kon niet meer op zijn benen staan. Letterlijk. Hij had mechanische en fysieke hulp nodig om uit zijn zetel te geraken. De laatste maanden kon hij zelfs niet meer lezen, omdat zijn ogen het begaven. Eten, telefoneren en tv-kijken, alleen dat lukte nog. Hij was een gevangene geworden in zijn eigen lichaam, maar zijn spirit heeft hem nooit verlaten”, begint Patrick.

Perfecte tafelgenoot

“We kwamen geregeld bij elkaar over de vloer, jaagden, dineerden en deelden onze passie voor heraldiek, natuur en vogels. Hij was de perfecte tafelgenoot, al zat je de eerste twee uur naast een lege stoel. Henri kwam te laat. Altijd en overal. Maar eens hij er was, vulde hij de zaal. Daarnaast heb ik hem beroepshalve goed gekend: we waren allebei advocaat en stafhouder van de balie in Ieper.”

Als persoon beschrijft Patrick hem als un personnage haut en couleur. “Henri was spiritueel, belezen, succesvol in advocatuur en politiek, en kon over alles meepraten. Met iedereen, want meneer Henri had connecties hé. Denk maar aan de families Lippens, de Bethune en De Croo.”

Op café

“Hij voelde zich thuis bij de hoge adel, maar evengoed aan de hoek van de toog op café”, vervolgt Jean-Pierre (70), broer van Patrick en schepen in Heuvelland. “Ik leerde Henri kennen in de politiek en jacht. Hij kwam wel eens langs om zijn mooie foto’s van vogels te tonen en samen te eten. Hij was een echte Bourgondiër en had een imposante figuur. Henri had heel wat titels, maar nonkel vond hij de mooiste van allemaal.”

“De Poperingenaars zijn dat beginnen roepen, vanop straat toen Henri op café het heugelijke nieuws rond de verloving van zijn nichtje Mathilde ging vieren”, aldus Patrick. “Met de verloving werd meneer Henri ineens nonkel Henri, eerder dan de baron die graaf werd. Graaf is nochtans een hoge titel hoor. Normaal zijn het de politici die over de toekenning van zo’n titel beslissen via de Raad van Adel. Leuk detail: Koning Albert II oefende toen zijn invloed uit en liet het meer dan 250 jaar oude wapenschild van Henri aanpassen. Zijn heraldische kleuren waren geel en zwart, maar de koning vond dat een discrete rode omlijsting niet zou mispassen. Henri had ooit contact met De Wever, maar een partijkaart van N-VA heeft hij nooit betaald. Geloof me, hij bleef pro België en koningsgezind.”

Grote meneer

Patrick interviewde Henri eens voor de Kortrijkse en Ieperse baliekrant. “Na 56 jaar hing hij zijn toga aan de haak, dat was een mooie aanleiding voor een artikel. Dat hij zelf enkele keren een advocaat moest nemen, heeft volgens mij te maken met zijn laksheid. Een veroordeling is niet leuk, maar voor een gewezen stafhouder weegt dat driedubbel en in zijn geval haalt dat de nationale pers. Hij was wel een beetje mediageil en zei nooit neen. Nee, hij was niet altijd in alles groot, maar hij wel een grote meneer.”

“In de Westhoek was hij een alom bekende aristocraat met volkse allures, een forse verschijning, altijd glimlachend, graag gezien en vlot ter taal, bon vivant en had een staat van dienst om u tegen te zeggen. Met die eigenschappen heeft hij de streek getekend en gekenmerkt. Zijn wapenspreuk was bello et jure senesco. Het is Latijns voor ‘door de oorlog en het recht word ik oud’. De spreuk is al driehonderd jaar oud, maar was hem op het lijf geschreven.” (TP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier