Oudste cafébazen van Overpoort zijn West-Vlaams: “Door corona is studentikoze verdwenen”

Luc 'Potti' D'haens en Rita Van Rijsselberghe voor hun geliefde café Salamander. "Zeg nu zelf: wat is er leuk aan op café gaan met een mondmasker op? Niets, toch?" © Guillaume Decock
Philippe Verhaest

Het Gentse studentenleven is op zijn zachtst gezegd turbulent van start gegaan. Maandagavond werd de Overpoort – al decennia dé uitgaansbuurt van de stad – overspoeld door een tsunami aan feestende jongeren, maar na strikte maatregelen van de stad viel alles er alsnog in zijn plooi. Toch zien Luc ‘Potti’ D’haens en Rita Van Rijsselberghe van café Salamander de huidige situatie met lede ogen aan. “Door corona is het studentikoze helemaal verdwenen”, zuchten ze. “Studenten moeten nu ‘klinisch’ uitgaan.”

Mondmaskers die onder de kin bengelden, overvolle terrassen en van anderhalve meter afstand houden, was al helemaal geen sprake, daar in de Overpoortstraat in Gent. Met bijna 80.000 studenten is de officieuze hoofdstad van West-Vlaanderen de grootste studentenstad van het land en daar hoort ook een bruisend uitgaansleven bij. Of corona nu de wereld domineert of niet. Na de eerste chaotische nacht stuurde burgemeester Mathias De Clercq (Open VLD) stevig bij: er mogen maximaal 1.750 mensen tegelijk de cafés met een bezoekje vereren en bij de kleinste misstap gaat de straat definitief op slot.

De van Roeselare afkomstige Luc Potti D’haens (73) en Rita Van Rijsselberghe (70) halen de schouders op. “Wij begrijpen die jonge gasten”, zeggen ze. “Ze hebben elkaar een halfjaar niet gezien en nu worden ze aan duizend-en-één regels onderworpen. Terwijl ze zich gewoon willen amuseren. Dat is toch wat studenten zouden moeten kúnnen doen?”

Bruine studentenkroeg

Potti – een bijnaam die van het woord potaarde is afgeleid, trouwens – en Rita mogen zich de oudste en langst dienende cafébazen van de meest beruchte/beroemde (schrappen wat niet past) straat van Gent noemen. In 1978 gingen ze van start met café Salamander en 42 jaar later is hun zaak een levende legende. Net als zijzelf. Tientallen studentenclubs hebben er onderdak en het interieur is er al die tijd nog geen haar veranderd.

We zitten al zodanig lang in het vak dat we kleinkinderen van onze eerste klanten over de vloer krijgen – Luc ‘Potti’ D’haens en Rita Van Rijsselberghe

“We zijn de laatste authentieke bruine studentenkroeg. Toen we eind jaren zeventig hier neerstreken, telde de straat hoop en al zes cafés. In de loop der jaren zijn er steeds meer zaken neergestreken en de laatste twintig jaar werden die één voor één tot halve discotheken omgetoverd. Een trend die wij al die tijd weigerden te volgen. Dat past niet bij onze Salamander.”

Brouwerij Rodenbach

Potti en Rita leerden elkaar kennen in het paardenmilieu. “We waren allebei driver (jockeys die een sulky besturen, red.) en ontdekten elkaar in café Den Draver aan de Coupure, waar Rita destijds werkte. Ikzelf ben op 200 meter van de brouwerij Rodenbach in Roeselare geboren, maar op mijn zesde verhuisden we met het hele gezin naar Genappe in Waals-Brabant, waar mijn ouders op een hoeve paarden fokten. Met een van die paarden moest ik naar de voormalige veeartsenijschool in Gent komen en toen ik iets in het aanpalende café ging drinken, leerde ik Rita kennen. De rest is geschiedenis.”

Tijdens de voorbije veertig jaar ontpopten Potti en Rita zich tot de stamvader en -moeder van de Gentse studenten. “We zitten ondertussen zodanig lang in het vak dat we de kleinkinderen van onze eerste klanten over de vloer krijgen”, glimlacht Rita. “En het leuke is: soms komen de generaties ook sámen langs. Ja, café Salamander is voor veel oud-studenten thuiskomen.”

Rita Van Rijsselberghe.
Rita Van Rijsselberghe.© Guillaume Decock

Ook heel wat bekende koppen hingen er nog aan de zware houten toog van het café. “Marc Coucke en Mark Uytterhoeven waren praeses van een van onze studentenclubs. En een waslijst aan topdokters hebben hier hun pinten gedronken. Hoeveel studenten er hier hun lief opgedaan hebben? Ontelbaar! Maar we zijn er erg preus op dat we ook in 2020 nog altijd een huis van vertrouwen zijn.” In dat huis van vertrouwen is West-Vlaams de voertaal. Rita is een geboren Gentse, maar praat ondertussen even vlot West-Vlaams als haar echtgenoot, mét Roeselaarse tongval. Ook het klantenbestand komt grotendeels uit de kustprovincie. Dat valt ook af te lezen van de emblemen van de studentenclubs die er hun thuis hebben. “In normale omstandigheden is het hier elke avond vollen bak“, pikt Potti in. “In ons zaaltje achteraan wordt dan een cantus of andere activiteit georganiseerd. Maar nu mag dat allemaal niet. Die verdomde corona…”

Oorverdovend stil

Het woord is gevallen: corona. “Op 12 maart, de avond dat premier Wilmès de lockdown afkondigde, vond hier nog een cantus van de faculteit Rechten plaats. Maar sindsdien was het oorverdovend stil”, zucht Rita. “Voor het eerst in ons leven hebben Luc en ik ons met pensioen gevoeld. We vroegen ons af hoe we de dag zouden invullen. Dat was ons nog nooit overkomen.”

We zijn vooral blij dat we opnieuw kunnen werken. Rust roest, hé. Zet ons twee jaar in de zetel en we zijn oud – Luc ‘Potti’ D’haens en Rita Van Rijsselberghe

Sinds deze week stromen de studenten Gent en de Overpoort weer binnen, maar de sfeer is toch niet dezelfde als de 42 afgelopen jaren, vindt het koppel. “Door corona is het studentikoze helemaal verdwenen. Studenten moeten nu haast ‘klinisch’ uitgaan en die vele regels constant in hun achterhoofd houden. Zeg nu zelf, wat is er nu leuk aan op café gaan met een mondmasker? Niets, toch?”

Luc 'Potti' D'haens.
Luc ‘Potti’ D’haens.© Guillaume Decock

“Wij volgen de maatregelen wel tot in de puntjes op. Iedereen moet neerzitten en bestellen gebeurt aan tafel. Maar dat zorgt voor een compleet andere wereld. Spontane ontmoetingen zijn er niet meer bij, urenlang leuteren aan de toog en collega-studenten leren kennen, dat lukt ook niet meer. Het is gewoon anders. Maar we zijn wél blij dat we opnieuw kunnen werken. Rust roest, hé. Zet ons twee jaar in de zetel en we zijn oud.”

Meer uurtjes slaap

Volgens Rita en Potti is dit academiejaar nu al verloren. “We hopen op versoepelingen na Nieuwjaar, maar eigenlijk hebben we gewoon een vaccin nodig. Dan kan het weer business as usual worden. Het enige voordeel is dat we nu vroeger in ons bed liggen. Tegen 1.30 uur zijn we op ons appartement om de hoek, in pre-coronatijden was dat meestal snel 3 uur en later. Op onze leeftijd is een goeie nachtrust mooi meegenomen. Maar tegelijk zouden we die paar uurtjes slaap meteen willen inruilen voor een gezellige volle Salamander, een goeie cantus en een toog vol pinten. Ons leven is een pak grijzer geworden.”

Ondanks de huidige situatie denken Potti en Rita niet aan stoppen. “Waarom zouden we? Die gasten houden ons jong. We doen alles zelf, met de glimlach. Bovendien hebben we ook geen opvolging. Of er zou plots een witte raaf moeten neerdalen die café Salamander wil voortzetten zoals wij het graag doen. Ondertussen blijven we van maandag tot donderdag elke dag vanaf 10 uur open. Voor onze studenten, maar ook voor onszelf. Dit is ons lang leven. En als de gezondheid plots wat zou stokken, zullen er genoeg artsen en apothekers zijn die ons kunnen helpen. Wij hebben ze aan onze toog allemaal leren drinken”, schateren ze.