Opvangcentrum Clep dringt aan op betere mobiliteit: “Mensen willen zich integreren, maar hier stopt zelfs geen bus”

Annemie Carron uit Oostkerke, Lien Leeman uit Merkem en Simon Tertooy uit Leisele leiden het grote opvanginitiatief van asielzoekers in Clep in goede banen. Collega Natacha Dewaele ontbreekt op de foto. (foto AB)
Redactie KW

Het vroegere rusthuis Clep biedt sinds deze week plaats aan 52 asielzoekers. De verbouwingen oogsten lof, net als het gedrag van de asielzoekers, maar de bereikbaarheid blijft een heikel punt, zeggen de medewerkers. Ze vragen al lang tevergeefs een vaste bushalte.

Het Alveringemse OCMW besliste eerder dit jaar de opvang van daklozen uit een groot deel van de provincie stop te zetten en in het voormalige rusthuis langs de N8 enkel nog asielzoekers te huisvesten. Na verbouwingswerken is daar nu plaats voor 52 mannen. Wel blijft één ruimte in Clep voorbehouden als crisiskamer, in samenwerking met de politiezone Spoorkin: inwoners uit Veurne, Lo-Reninge en Alveringem die ‘s nachts plots dakloos zijn en nergens terecht kunnen, mogen daar overnachten tot hun OCMW een oplossing vindt.

Maatschappelijk assistenten Lien, Simon en Natacha en bediende Annemie geven in Clep iedere dag opnieuw het beste van zichzelf. De verbouwingen hebben ook hun humeur flink verbeterd. “Toen ik hier anderhalf jaar geleden begon te werken, was het hier zeer onaantrekkelijk. Wat een laagje verf al niet kan doen”, vertelt Lien Leeman. “Ik was hier toen de enige maatschappelijk assistent in huis. Ik zal niet zeggen dat ik mij onveilig voelde, maar de komst van collega’s Annemie, Natacha en Simon is uiteraard een meerwaarde. Er is administratief en ander werk genoeg, met 52 cliënten.”

“Relatie tussen medewerkers van Clep en de asielzoekers is respectvol”

“Sinds de verbouwingen is Clep in vier leefgroepen ingedeeld”, legt Lien uit. “De eerste verdieping van de oudbouw telt twintig kamers, een nieuwe grote keuken en vier badkamers. De tweede verdieping van de oudbouw heeft veertien kamers en drie – weliswaar nog op te frissen – badkamers. De keuken daar is klein en het plan is om die uit te breiden. De achttien bijkomende plaatsen hebben we in de nieuwbouw gecreëerd. Zowel op de eerste als op de tweede verdieping zijn er negen kamers. Gemeentearbeiders hebben op iedere verdieping een ruime keuken geïnstalleerd en sanitaire aanpassingen gedaan. De vroegere rusthuiskeuken wordt een wasplaats. Al zijn er ook op de verdiepingen wasmachines beschikbaar.”

Eritrea

“Anders dan wat mensen misschien denken, loopt het hier goed”, vertelt administratief bediende Annemie Carron. “Medewerkers en asielzoekers hebben een respectvolle relatie. Wij stellen een poetsschema op en de mannen volgen dat doorgaans goed op. Het grootste deel van onze residenten komt uit Eritrea. Er zijn ook mensen uit Burundi. Omdat ze dezelfde taal spreken, proberen we ze een kamer op dezelfde verdieping te geven. Voorts krijgen we ook mensen uit Palestina, Syrië en Afghanistan.”

Mobiliteit

“Het grootste probleem hier, is… mobiliteit. In juli en augustus stopt er elk uur een bus aan Clep, maar buiten die periode: geen enkele. Om naar de goedkopere grootwarenhuizen te gaan, of naar de Nederlandse les, of naar een advocaat: voor quasi alles heb je hier de bus nodig. Aan de Linde passeren er dagelijks bussen waarmee ze in Veurne of Ieper kunnen geraken, maar het aanbod is schaars en de 1,8 kilometer langs de N8 tot aan de halte is levensgevaarlijk. We hebben al op alle mogelijke manieren geprobeerd om de bus aan de halte voor Clep te laten stoppen, maar het antwoord is altijd hetzelfde: dat Clep “niet op de route ligt”. Dat zorgt dus voor frustraties bij onze mensen. Net als de lange wachttijd tot ze hun lot kennen. Mensen willen zich integreren, werken en kansen grijpen. Maar ze moeten vaak anderhalf tot twee jaar op een beslissing wachten. Dat zou naar onze mening een stuk sneller moeten gaan.”

Overal in het land ligt het coronavirus op de loer. Hier ook? “Onlangs hadden we één positieve resident, die wellicht via zijn leerkracht Nederlands het virus heeft opgelopen”, zegt Lien. “Uitbraken hebben we nog niet gehad en dat proberen we zo te houden. Door te hameren op goede handhygiëne en het dragen van een mondmasker.”

Brood en fietsen

Het team wil, tot slot, nog twee zaken kwijt: dat ze blij en dankbaar zijn dat bakker Wim Vannobel uit Vleteren wekelijks met overschotten van brood komt; en dat ze altijd op zoek zijn naar bruikbare fietsen: “Mensen die overschakelen op een elektrische fiets, hebben hun gewone fiets misschien niet meer nodig. Breng hem naar Clep. Is de fiets in goede staat, dan kunnen wij er eventueel vijftig euro voor geven.” (AB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier