Op je 56ste naar het rusthuis moeten, het overkwam Eric: “Ik blijf sterk voor mijn vrouw”

Eric Debaere is met zijn 56 jaar veruit de jongste bewoner van woonzorgcentrum Eigen Tijd. © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Eric Debaere (56) was 18 jaar vrijwillig brandweerman in Kuurne, werkte als poetshulp en genoot van het goede leven met zijn vrouw Lucienne. Tot het noodlot in april vorig jaar toesloeg. Een trombose in de hersenen, volledig verlamd aan de rechterkant, veroordeeld tot een rolstoel en voor de rest van zijn leven in een woonzorgcentrum. “Mijn beste maat hier, Etienne, is er 75. Ze noemen ons vader en zeune.”

Zijn stevige lach buldert door de gang van Eigen Tijd in Kuurne. Eric Debaere is op zijn 56ste veruit de jongste bewoner van het woonzorgcentrum. Drie maanden geleden kwam hij er aan, nadat hij eerder revalideerde in AZ Groeninge in Kortrijk en vier maanden in het Koningin Elisabeth Instituut in Koksijde verbleef. Eric zit in een rolstoel, is aan de rechterkant volledig verlamd en grotendeels afhankelijk van hulpverleners en verzorging.

In de nacht van 15 op 16 april 2019 werd hij getroffen door een trombose in de hersenen. Een klontertje bloed dat bleef zitten in een ader en zo heel wat schade aanrichtte. “Het was nog vroeg, ik hoorde mijn vrouw net vertrekken naar haar werk en werd wakker. Mijn rechterarm en been voelden vreemd aan. Ik wist meteen: hier klopt iets niet.” Enkele dagen voordien had Eric al een TIA (een Transient Ischemic Attack, een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen, red.) gehad, maar hij minimaliseerde het voorval en ging niet naar de dokter. “Achteraf bekeken had ik dat wel moeten doen. Maar ja… Ik dacht dat zoiets mij niet zou overkomen. Kijk nu…”

Met auto naar spoed

Omdat elke seconde telt dat motto kreeg hij mee in zijn lange carrière als vrijwillig brandweerman besloot Eric niet te bellen naar zijn vrouw of de noodcentrale, maar zélf de auto te nemen en naar de spoeddienst van het AZ Groeninge in Kortrijk te rijden. “Levensgevaarlijk eigenlijk, dat weet ik. Ik heb mijn auto daar nog geparkeerd, heb mezelf quasi naar de poort gesleept en ben daar in elkaar gezakt. Toen ik weer wakker werd, was het duidelijk. Mijn hele rechterkant verlamd. Ik had prijs.”

Een immens zware klap voor de immer actieve en erg sociale Kuurnenaar. “Ik was altijd wel ergens mee bezig. Mijn vrouw heeft het dikwijls gezegd: Zit nu toch eens stil. De aard van ‘t beestje zeker? Maar de oude Eric is er niet meer. Ik kan niets meer. We hebben een week geprobeerd om weer naar huis te gaan, maar dat bleek onmogelijk. Natuurlijk is dat even slikken. De mensen die hier zitten zijn 20, 30 tot soms zelfs 40 jaar ouder dan ik. Maar er zat niets anders op. Ik heb gewoon te veel hulp nodig. Ondertussen kan ik het wel al enigszins een plek geven. Voorlopig zit ik hier op kortverblijf, maar ik verlang wel naar een eigen kamer. Liefst vooraan, met zicht op de Leie. Ik ben nog jong, ga misschien nog een eindje meegaan en kijk nog graag eens naar buiten hé.” (lacht)

Zijn zoon Ignace is 30 en woont samen met zijn vriendin Evy in Lichtervelde, zijn vrouw Lucienne Vangheluwe woont nog in hun huis aan de watertoren in Kuurne. “Die trombose was niet alleen voor mij een klets. Ook zij zien af. De periode van de feestdagen was heel zwaar voor ons allemaal. Met hen praat ik er ook niet graag over. Ik wil hen niet opzadelen met mijn zorgen en klachten. Mijn psychologe zegt dat ik te veel een masker opzet. Dat klopt wel. Ik ga altijd vriendelijk doen, lachen, zeveren en een beetje de clown uithangen, maar vanbinnen knaagt het soms. Ik heb al domme dingen gedaan ook hoor. Maar elke keer denk ik aan mijn vrouw en mijn kind. Voor hen probeer ik sterk te zijn en te focussen op wat er wél nog is.”

Hij slikt even, maar benadrukt dat hij positief wil blijven. “Ik ben hier graag gezien, kameraad. De verzorging is top, dat mag zeker gezegd worden. En iedereen kent mij hier al. ‘s Middags en ‘s avonds eet ik beneden in het restaurant en er zijn daar wel een paar mensen met wie ik graag babbel. Etienne, mijn beste maat hier, is 75 jaar. Ze noemen onsvader en zeune of Peppi en Kokki. Hij is echt een topper, je mag wel stellen dat we elkaar gevonden hebben.”

Dromen van Spanje

Naast zijn familie komen ook klanten van vroeger geregeld op bezoek. Tot vorig jaar werkte Eric als poetshulp bij Makkie. “Uit het oog is uit het hart, dacht ik vaak, maar niets is minder waar. Onlangs nog stonden ze hier plots met z’n tweeën, een verrassing. Dat doet wel deugd. Ik heb de jongste tijd een aantal kloppen te verwerken gekregen, die emmer vult zich almaar. Positieve ervaringen zijn noodzakelijk, anders blijf je hangen in die donkere gedachten. Er zullen altijd dagen zijn dat het eens wat minder gaat, maar ik probeer de toekomst zo rooskleurig mogelijk te zien. Ik hoop dat ik nog kan blijven zoals het nu is en nog rustig een jaar of dertig kan doorgaan. Komende zomer zou ik graag nog eens terugkeren naar het KEI (Koningin Elisabeth Instituut, red.). De begeleiding daar is echt ongeëvenaard, vind ik. In de vier maanden dat ik daar verbleef, heb ik een enorm goede training gehad. En verder… Nog eens op reis gaan. Naar Spanje bijvoorbeeld, met de CM. Dat zou mooi zijn.”

Eric kijkt naar de foto’s van zijn vrouw, zijn zoon en zijn hondje. “Ik hoop vooral dat mijn familie gezond mag blijven. Zij zijn hét belangrijkste voor me. Een kleinkind zien opgroeien? Misschien wel. Ze zijn gesetteld, hebben hun huisje en zijn op hun gemak. Evy zegt dat het voor haar 30ste mocht gebeuren. Ze is er nu 28…”