Op het kantelpunt met coronacommissaris Pedro Facon: “Ik ga op reis, ja. Dat zal ook moeten”

Pedro Facon: “Of het einde van de coronarit is ingeslagen? Ik hoop het wel, maar ik moet eerlijk zijn: dat weten we niet zeker.”© Christophe De Muynck
Pedro Facon: “Of het einde van de coronarit is ingeslagen? Ik hoop het wel, maar ik moet eerlijk zijn: dat weten we niet zeker.”© Christophe De Muynck
Olaf Verhaeghe

Versoepelen op 9 juni zal lukken en komende zomer wordt het stap per stap beter. Maar festivalorganisatoren rekenen zich nu al te rijk en leggen te weinig verant-woordelijkheid aan de dag, vindt coronacommissaris Pedro Facon. Er komt tijd voor reizen, tijd voor rust ook. En toch lukt het niet om het virus helemaal los te laten.

“Als het pijn doet, mag ik het mee uitleggen in de kranten en op tv. Het goede nieuws brengen, dat is het voorrecht van de politici. Maar het is hen gegund. Honderd procent.” Coronacommissaris Pedro Facon (40) gniffelt wat ondeugend, een teken van ontspanning. Het jongste Overlegcomité heeft ook hem en zijn team extra zuurstof en goede moed gegeven.

Tachtig procent van de kwetsbaren een eerste keer ingeënt en minder dan 500 bedden bezet op intensieve zorgen. Halen we die voorwaarden?

“We zien de druk op de intensieve zorgen stelselmatig dalen. Dat is bemoedigend. Ook de vaccinatiecampagne is op volle snelheid en de vaccinatiegraad, algemeen beschouwd, ligt hoog. Alle indicatoren evolueren in de goede zin, de verwachting is dat het wel zal lukken. Maar er is nog veel werk om de overgang van acuut crisisbeheer naar een proactief risicobeheer te maken. We staan op het kantelpunt.”

Hoe moet die aanpak er voor u uitzien?

“Ik zie vooral verdedigingslinies. Preventie uiteraard. Testen, goede isolatie en quarantaine, maar ook doorgedreven contactopvolging. Op die facetten hebben we al enorme stappen vooruit gezet. Voor andere, zoals ventilatie, is er nog ruimte voor verbetering. Ik ben blij dat het Overlegcomité daar nu op gehamerd heeft, maar over ventilatie is het laatste woord zeker nog niet gezegd.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Komt die focus er niet heel laat?

“Je kan dat debat voeren. Als ik kijk naar de prioriteiten die we hebben gesteld, dan stond ventilatie lang niet bovenaan. Dat klopt. Het is ook een moeilijk concept. Er is de wetenschappelijke discussie, er zijn vragen rond de normen, er zijn de nieuwe ontwikkelingen op vlak van luchtzuivering… Dat alles maakt dat de politieke besluitvormers het antwoord over wat er concreet moest gebeuren, nog niet helemaal klaar zagen.”

Ben Weyts, minister van Onderwijs, die begin april ventilatiemaatregelen afdoet als ‘praatjes’ helpt niet meteen.

“Ik kan en zal niet reageren op individuele uitspraken van ministers. (denkt lang na) Er is onomstootbaar bewijs om te stellen dat luchtkwaliteit een belangrijke factor is die het risico op besmetting verlaagt. De vraag die we kunnen stellen, is welke normen we precies hanteren. Wat is op het terrein haalbaar? En wie moet de investeringen betalen?”

Is de weg naar het einde van de coronarit ingeslagen? Wordt het enkel maar beter?

“Ik hoop het wel, maar ik moet eerlijk zijn: dat weten we niet zeker. Men moet beseffen dat er onzekerheden zijn. Denk aan de virusvarianten. De wetenschappers zijn bezorgd, omdat zij vertrekken vanuit het voorzorgsprincipe. De politici hebben een andere rol. De vraag is: voelen we ons voldoende zeker om een aantal beslissingen te nemen? De politiek vindt van wel.”

Zal het geaccepteerd worden om op die aankondigingen terug te komen?

“Zeker is: 500 bedden op intensieve zorgen – dat is al veel voor alle duidelijkheid – en meer is onaanvaardbaar. Zolang we daaronder blijven én de tendens is dalend, dan weten we dat we positief evolueren. We kunnen een debat voeren over die cijfers, maar belangrijk is dat de politiek de parameters heel goed opvolgt. Mocht de daling fors keren, dan kan er niet worden beslist om die versoepelingen toch uit te voeren. Dan kan je die drempel niet aan de kant schuiven.”

Over ventilatie is het laatste woord niet gezegd – Pedro Facon, coronacommissaris

Die lijn trekt u, ook al is dat geen makkelijke boodschap.

“Je moet duidelijk zijn, niet te veel gezever. Ik ben in dat opzicht veeleisend, voor mezelf maar ook voor anderen. Als ik vind dat bepaalde zaken niet lopen zoals het moet, kan ik me daar wel in frustreren. Natuurlijk raakt kritiek me persoonlijk, maar sommige zaken hebben wij niet in de hand. Hebben we alles gedaan wat we konden? Dan stopt mijn verantwoordelijkheid.”

Hoe kijkt u naar uw eigen zomer?

“Ik heb de ambitie om rond die verdedigingslinies een onderbouwd dossier te vormen om na te gaan wat goed werkt en wat nog moet verbeteren. En ik wil kijken hoe we een aantal zaken – de testcentra of de callcenters – kunnen verankeren op langere termijn. Het is aanlokkelijk om het einde van de pandemie te willen aankondigen, maar we zijn daar niet, hé. Zelfs al kunnen we positief zijn over hoe het evolueert in België en in Europa, we moeten alert blijven.”

Zal er tijd zijn voor ontspanning? Bent u van plan om op reis te gaan?

“Ik zou graag wat reizen in Spanje en Frankrijk, uiteraard volgens alle regels van het Europese gr een passport. Ik ben dat van plan, ja.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Voelt u een nood? Het tempo lag voor u bijzonder hoog.

“Ik heb daar een aantal gevolgen van gevoeld, begin dit jaar. (Pedro Facon viel in januari anderhalve maand uit met een burn-out, red.) Ik was fysiek uitgeput, maar dat was ook een stuk frustratie. Er zal dan ook ontspanning moéten zijn. Toch zal mijn agenda grotendeels bepaald worden door hoe goed we het virus onder controle hebben.”

Is een festival voor u ontspanning? Die zijn een beetje een symbool van de vrijheid.

“Het uitgangspunt dat er in de zomer, zeker in de tweede helft van augustus, veel meer mogelijk moet zijn, is op zich niet onlogisch. Eind juli is de vaccinatiecampagne in grote mate al afgerond. Maar het is geen geheim dat wij met het commissariaat en de experten van de GEMS liever maximumaantallen hadden gezien, ook voor die grote events.”

U weet ook: op een festival zit je niet aan tafeltjes van vier op anderhalve meter van elkaar.

“Laat me duidelijk zijn: festivalorganisatoren hebben er álle baat bij om hun festivals op een zo veilig mogelijke manier te organiseren. In dat opzicht betreur ik ten zeerste dat sommige onder hen doen alsof er geen enkele veiligheidsmaatregel moet zijn. Dat getuigt niet van enige verantwoordelijkheid.”

Hoe kijkt u naar de vele aankondigingen van politici?

“Dat men allerlei heel precieze aankondigingen met cijfers en data doet naar de bevolking toe vind ik niet meteen productief. Ik vind het jammer dat politici het zichzelf soms moeilijk maken.”

Hebt u zelf politieke ambities?

“Toen ik jong was, heb ik op lokaal niveau wat aan politiek gedaan. Ik wil vooral met beleid bezig zijn, waar of in welke rol maakt minder uit.”

Is de vraag gekomen? Of denkt u dat die na oktober komt?

“Ik sluit niets uit. Als de situatie zich stelt, zal ik daarover nadenken.” (lacht)

Tot dan ligt de focus op het virus. Waar kijkt u zelf het meest naar uit, na corona?

“Zonder twijfel: het reizen. En dat zal er deze zomer toch wel inzitten.”

Pedro Facon (40) is geboren in Kortrijk en groeide op in deelgemeente Rollegem. Vandaag woont hij in Beersel, vlak bij Brussel. Hij heeft een master politieke wetenschappen aan de KU Leuven. Tussen 2005 en 2013 werkte hij bij het RIZIV, waarna hij in 2013 kabinetschef gezondheidszorg bij toenmalig minister Maggie De Block (Open VLD) werd. In 2017 nam hij de taak van directeur-generaal bij de FOD Volksgezondheid op zich. In oktober 2020 werd hij door premier Alexander De Croo (Open VLD) aangesteld als coronacommissaris.