Op de Mercator met foorkraamster Natacha Semay: “De mensen zijn altijd blij dat we er weer zijn”

Natacha Semay: “Het sociaal contact is een van de leukste kanten van de job.” © Davy Coghe
Leen Belpaeme
Leen Belpaeme Medewerker KW

De Oktoberfoor is terug in de binnenstad. Voor Natacha Semay (50) is het een thuismatch. Ze werkt al 35 jaar op de kermis en baat net als haar broer Walter een lunapark uit. Ze werden geboren op de kermis en stapte in de voetsporen van haar ouders.

Natacha bezocht nog nooit eerder de Mercator in Oostende. Ze is van plan om zeker nog eens terug te komen om het schip te ontdekken. Ze is de helft van het jaar weg voor de foor, maar ze keert ook graag terug naar huis aan zee. De kermiswereld is in al die jaren sterk veranderd, maar het blijft voor de Oostendse een enorm leuke job.

Hoe is het opgroeien als kind van de kermis?

“Vroeger gingen kinderen van de kermis naar een deeltijdse school. Er waren toen twee scholen voor foor- en schipperskinderen. Als klein meisje heb ik ook op internaat gezeten van maandag tot vrijdag. Voor ons was dat eigenlijk normaal. Wij konden ons niet voorstellen hoe het anders was. Het was pas door contacten met andere kinderen dat ik het verschil zag met hun thuissituatie. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik ongeveer 13 jaar was. Mijn mama stapte toen uit de kermis en ging ergens wonen. In het begin waren wij mee met onze mama, maar wij waren dat niet gewoon en ik ben dan terug naar de kermis gegaan naar naar mijn papa.”

Je werkt al sinds je 15 jaar mee op de kermis, was dat een logische keuze?

“Eigenlijk wel ja. Van mijn papa mochten we wel kiezen, maar er was thuis werk genoeg en ik heb dat zo geleerd. Ik had me daar geen vragen bij gesteld. Het is pas later, toen ik vrienden kreeg buiten de kermis, dat ik me wel eens afvroeg of ik niet beter ook eens iets anders had gedaan. Ik denk dat iedereen dat wel eens heeft in de loop van zijn carrière.”

Je baat een lunapark uit, is dat een zware job?

“Ja, het is echt zwaar. Het is een groot kraam en je moet telkens het transport en de opzet doen. Het is niet enkel aan de kassa staan, maar ook met de jetons sleuren is behoorlijk lastig. Ik wil dit blijven doen tot ik 60 jaar ben, als dat lukt op vlak van mijn gezondheid. Ik voel dat nu al enorm na een druk weekend. Het is ook een stressvolle job.”

Is er veel veranderd door de jaren heen?

“De mensen zijn veel mondiger. Veel mensen hebben geen geduld, maar er zijn gelukkig ook nog altijd veel vriendelijke mensen. Je moet ook veel meer dan vroeger de rages opvolgen. Het volgt elkaar veel sneller op en je moet maken dat je mee bent. Anderzijds is dat ook wel leuk, dat maakt de job boeiend.”

Hoe zit de sfeer onder de foorkramers?

“Het is toch een soort gemeenschap. We zullen elkaar helpen, maar het blijven wel zaken. Er is al eens ruzie over een plaats op de kermis, maar als iemand in panne valt zullen we elkaar wel helpen.”

Veel mensen hebben uitgekeken naar de komst van de Oktoberfoor, merken jullie dat?

“In Oostende is dat altijd zo. De mensen en de handelaars zijn altijd blij dat we er zijn. Ze zeggen dat ook. Dat is weliswaar niet overal het geval. Ik merk wel sinds corona dat er een andere sfeer is onder de bezoekers. Ze amuseren zich echt. Dat valt op.”

Heb je vaste klanten?

“Ik heb heel veel vaste bezoekers. Als ik een jaar eens iemand niet zie, dan vraag ik me ook af of alles wel in orde is. Dat sociaal contact is één van de leukste dingen aan onze job. Het vergt veel energie, maar het schenkt me veel plezier. Sommige mensen komen zelfs een cadeau brengen omdat ze zo dankbaar zijn. Iemand heeft ons zelfs eens uitgenodigd voor een dagje op de paardenkoers. Ze vond dat ik een uitstap verdiend had. In de zomer staan we altijd een maand in Mariakerke en daar zien we veel bekende gezichten terug die met de hele familie langskomen.”

Op welke kermis sta je het liefst?

“Hier in Oostende natuurlijk, omdat ik hier woon, maar ook in Aalst. De mensen amuseren zich daar ook super graag en zijn heel vriendelijk. Zelfs als we op zondagmorgen aankomen om 5 uur ’s morgens, staat er een vrouw klaar met koffie van een plaatselijk restaurant. Ze laat de deur open voor als we naar het toilet zouden moeten. Er zijn zelfs handelaars die boterhammen smeren voor ons.”

Hoeveel ben je eigenlijk thuis op een jaar?

“De helft van het jaar. Ik neem de woonwagen niet meer overal mee. Ik doe dat wel nog in Antwerpen en Aalst, maar als we bijvoorbeeld in Gent staan, kom ik terug naar huis. Het is ook allemaal heel duur geworden. Je betaalt eigenlijk twee keer. Je hebt je woning en de woonwagen die moet opgesteld worden.”

Ben je blij als je na lange tijd weer in Oostende komt?

“Ik ga vertrek graag naar de foor, maar ik verlang ook altijd om terug te komen. Ik heb zo mijn vaste plaatsen waar ik graag eens naartoe ga, zoals de Petrus. Ik ga ook graag eens naar de zeedijk.”

Bio

Privé: Natacha Semay werd geboren op 7 februari 1972 in Sint-Amandsberg. Ze heeft met Walter één broer. Ze woont in Oostende, maar is de helft van het jaar van huis weg voor de kermis. Ze is getrouwd.

Opleiding en loopbaan: De Oostendse startte al met werken bij haar ouders op de kermis toen ze 15 jaar was. Ze werkt al 35 jaar op de foor.

Vrije tijd: In haar weinige vrije tijd spreekt Natacha met vrienden af, gaat ze op vakantie of wandelen in de stad.

Lees meer over: