Oostendse Liliane werd Leon om toch maar op zee te mogen

Liliane Saudemont, hier in café 't Bakhuus bij 'Zwarte Maria' (links), zag er uit als een jongen. © gf
Hannes Hosten

Liliane Saudemont, die dit jaar 90 wordt en in het Britse Folkestone woont, is zonder twijfel een opmerkelijke Oostendse. In de jaren vijftig verkleedde ze zich als man en veranderde ze haar naam op haar identiteitskaart om toch maar mee te mogen varen op een vissersschip. Sofie Lemaire, die de eerste aflevering presenteerde van ‘Meer vrouw op straat’ op Canvas, noemde het verhaal van Liliane vorige week in onze krant nog haar lievelingsverhaal. Toch komt ze niet in aanmerking voor een straatnaam, want ze leeft nog.

Roland Desnerck (81), vooral bekend als auteur van het Oostends Woordenboek, publiceerde ook heel wat over de geschiedenis van de visserij.

In 1986 schreef hij in zijn boek De Oostendse visserij over Liliane Saudemont. “Heel Oostende sprak destijds over haar”, weet Roland nog. “En in de negatieve zin. Een vrouw op een vissersboot, dat mocht nièt. De meeste vrouwen waren toen nog huisvrouw hé. Er was geen enkele wet die vrouwen aan boord verbood, maar de visserij accepteerde dat niet. Het bracht ongeluk. Een spletmatroos, zo werd een vrouw op een schip genoemd.”

“Voor mijn Oostends woordenboek ging ik regelmatig langs bij Free Wolle, een heel bekende Oostendse visser, die heel goed kon vertellen. Hij was toen al gepensioneerd. Zo vertelde hij me hoe je een zootsje moest maken, een bereiding met vis en zeevruchten die met zeewater werd klaargemaakt in één grote ketel. Free was ook de schipper van de O.305 François Musin, een schip van de rederij Oostendse Motorvisserij waar Liliane in 1955 aan boord ging onder de naam Leon.”

Slapen bij mannen

“Liliane groeide op in de Docksy, een café op de plaats waar je nu ‘t Zeezotje vindt”, weet Roland Desnerck. “Haar vader kwam uit een vissersfamilie, haar moeder heette Marguerite Haeck en was ook een telg van een Oostendse familie. Liliane had een broer, André, die nog bokskampioen van Vlaanderen was, ook zeeman werd en later het café overnam. Haar andere broer Jean-Pierre kwam in 1954 bij een scheepsramp om het leven. Maar dat schrok Liliane niet af.”

Liliane koesterde wrok tegen haar thuisstad

“In 1953 scheepte Liliane in op een Noors schip dat naar Canada voer. Maar de Canadese immigratiediensten ontdekten dat er iets niet klopte met haar papieren. Er was argwaan over haar geslacht en er kwam een geneeskundig onderzoek, waarbij ze snel door de mand viel. Nochtans had niemand van de bemanning in de stoere knaap een vrouw vermoed. Ze deed het zwaarste werk en deelde de kajuit met een ‘echte’ matroos. Canada was erg ruimdenkend op dat vlak, maar maakte er wel een probleem van dat met de papieren was gefoefeld. Ze keerde ontgoocheld naar Oostende terug.”

Lichtmatroos ziek

“In 1955 probeerde ze het nog eens, en wel op het schip waar Free Wolle schipper was. Als een visser monsterde op een schip, moest het waterschoutambt op de hoogte zijn. Maar daarvan wordt afgeweken in geval van overmacht. Bijvoorbeeld als een bemanningslid op het laatste moment ziek werd. Nu bleek er op de O.305 – een IJslandvaarder – een lichtmatroos te ontbreken omdat die zogezegd zijn duim had geplet. Er wordt gezegd dat ze dit vooraf hadden afgesproken.”

Liliane (links) verloor haar broer Jean-Pierre (rechts) in 1954 bij een scheepsramp. Maar dat weerhield haar er niet van om haar droom te willen waarmaken.
Liliane (links) verloor haar broer Jean-Pierre (rechts) in 1954 bij een scheepsramp. Maar dat weerhield haar er niet van om haar droom te willen waarmaken.© gf

“De vader van Liliane, die het spelletje mee speelde, was eerder bij de rederij geweest om werk te vragen voor Leon Saudemont, eigenlijk Liliane. Toen een lichtmatroos onverwacht uitviel, kreeg Liliane de kans om mee te varen. Ze waren nog niet ver in zee toen Free Wolle de papieren van de nieuwe lichtmatroos in orde wou maken. Hij zag dat er op de identiteitskaart gefoefeld was met de naam Leon. Hij kende het verhaal van twee jaar eerder en vroeg: jij bent toch Liliane Saudemont, niet?”

Onrechtvaardig

“Ze antwoordde niet direct en daarop zei Free Wolle: Achter God zie ‘k ik heer en meester aan boord. Ik ‘en ‘t recht om joen te onderzoeken. Dat heeft Free me zelf verteld. Liliane liep naar buiten en ging wenend tegen de schoorsteen staan. Het schip maakte rechtsomkeer en keerde terug naar Oostende. Er ging een zeedag verloren, dat was financieel verlies, maar de rederij heeft daar geen probleem van gemaakt.”

Liliane was woedend omdat ze haar levensdroom niet mocht waarmaken. Ze sloot zich op in haar huis en wou niemand ontvangen, zelfs haar familie niet. “Ze vond het erg onrechtvaardig”, weet Roland Desnerck. “Later behaalde ze de nodige brevetten om in de koopvaardij te gaan varen en ging ze in het buitenland aan de slag. Ze kreeg verantwoordelijke jobs. Maar naar Oostende terugkeren, dat wilde ze niet meer. Ze koesterde wrok tegen haar thuisstad en wou geen Oostendenaars meer zien.”

Kapitein Saudemont

Ook kustgids Dominique Gondry deed onderzoek naar Liliane Saudemont. Hij ontdekte dat ze in 1959 als eerste vrouw in België het diploma van tweede stuurman haalde en in augustus 1961 het brevet van motorist ter visserij aan de Stedelijke Visserijschool John Bauwens in Oostende. In januari 1962 ontving ze het ‘certificaat van bekendheid met de wetten betreffende de navigatie’.

Flor Vandekerckhove vermeldt in zijn blog ‘De laatste vuurtorenwachter’ dat Liliane enige tijd ter kustvisserij voer omdat het waterschoutambt dat tolereerde. “Ze heeft echter ambities die de Belgische visserij niet kan inlossen. Ze verlaat de Vlaamse kust en gaat als matroos op buitenlandse vrachtschepen werken. In Panama verwerft ze het brevet van tweede stuurman ter lange omvaart. Dat laat haar toe om op de brug van een cargo te staan die de kusten van de Middellandse Zee bevaart. Voortaan wordt ze aangesproken als kapitein, kapitein Liliane Saudemont.”

Liliane Saudemont komt niet in aanmerking om een straatnaam te krijgen in Oostende. Gelukkig maar, want ze is nog alive and kicking. En dus kan er geen straat of plein naar haar worden genoemd. Het is maar de vraag of ze het zou willen.

‘Meer vrouw op straat in Oostende’ op dinsdag 17 maart om 21.20 uur op Canvas.

Al drie parken en een sporthal kregen naam van vrouw

Oostende heeft al behoorlijk zijn best gedaan om het straatbeeld meer te vervrouwelijken. Drie parkjes en een sporthal kregen de naam van een vrouw en binnenkort komt er nog een vierde park bij. Op de Churchillkaai is de tekst Zeg nie toet ziens van volkszangeres Lucy Monti aangebracht.

– In april vorig jaar werd een parkje achter de vroegere campus Sint-Jozef van het AZ Damiaan genoemd naar ballerina en balletleerkracht Rose d’Ivry. Rose d’Ivry officieel Rosette Doom startte in 1949haar eigen balletschool. Ze overleed in 2008.

– In juli kreeg de nieuwe sporthal aan de Schapenstraat de naam van turnster Marie-Thérèse De Gryse (1926-2005), die in 1948 deelnam aan de Olympische Spelen.

– In oktober 2019 kreeg ook vroedvrouw Leontine Demey (1868-1944) een parkje tussen de Elisabethlaan, de Meerkoetstraat, de Aalscholverstraat en de Roerdompstraat. De legendarische vroedvrouw hielp maar liefst 11.868 kleine Oostendenaartjes ter wereld.

– In november 2019 volgde nog een parkje, begrensd door de Verenigde-Natieslaan, de Spoorwegstraat en het parkeerterrein aan het stadhuis, dat de naam ‘Aimée Thononpark’ kreeg. Aimée Thonon leidde vanaf 1961 een hele reeks succesvolle Oostendse koren. Ze overleed in 2007.

– Het liedje van Lucy Monti, Zeg nie toet ziens, heeft intussen een plek op de Churchillkaai.

– Eén procedure loopt nog: een park in de verkaveling Mispelplein wordt genoemd naar Cécile Heems (1925-2013), de eerste vrouwelijke piloot met een Belgisch brevet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier