Het is een bekend zomers zicht in Oostende: de paardenkoetsen door het Maria-Hendrikapark en op de Visserskaai. Normaal gezien hadden ze al van met de paasvakantie door de stad moeten rijden, maar het coronavirus legt ook deze activiteit aan banden. De koetsiers kijken vooral in de richting van de horeca.
In normale omstandigheden kon je nu al nabij het Klein Strand een koets bestijgen en je voor 19 euro vergapen aan al het moois dat de stad te bieden heeft. Maar dit zijn geen normale omstandigheden. Het coronavirus legt ook deze lekker ouderwetse vakantieactiviteit stil. “We zijn erg afhankelijk van het toerisme”, zegt Gaëtane Malefason (34), die al sinds 2005 met paard en koets rondrijdt. “Het is dus zinloos om rond te rijden als er geen toeristen zijn. Daarom kijken we vooral naar de heropening van de hotels, cafés en restaurants. Want er zullen pas bezoekers naar zee komen, als ook zij weer mogen opstarten. Zo niet, staan wij aan onze startplaats niks te doen.”
Oostende is Brugge niet
Tatianna Kalenberghe (53) rijdt al van 1985 met paardenkoetsen door Oostende. Ze is daarmee de meest ervaren koetsier van de stad. “We hebben al slechte zomers meegemaakt, maar de coronacrisis is een heel ander verhaal”, vertelt ze. “We weten hoegenaamd niet wanneer we opnieuw kunnen rondrijden. Nu is er sowieso geen volk. We mikken op juni, wanneer restaurants zouden mogen heropenen. Let wel, je mag de paardenkoetsen van Oostende niet vergelijken met pakweg Brugge. Daar leven ze het hele jaar door van het toerisme, terwijl wij het echt moeten hebben van strandtoerisme.” Alle zeven koetsiers van Oostende doen dit in bijberoep. Zo baat Tatianna al 13 jaar een broodjeszaak uit in deelgemeente Zandvoorde, Gaëtane is chauffeur van schoolbussen. “In Brugge zijn er koetsiers die dit fulltime doen.”
“Mikken op Belgen”
Patrick Bloes (59) is, naast taxichauffeur, met zijn 31 jaar ook een ervaren koetsier. Hij hoopte al op 18 mei opnieuw te kunnen rijden met de koets, omdat er even sprake was om dan al tweedeverblijvers opnieuw naar de kust te laten komen. “Dan hadden wij toch ook onze activiteiten kunnen heropstarten met het oog op Hemelvaart”, denkt Patrick. “Ik zie niet in waarom je wel het openbaar vervoer zou mogen nemen, maar geen koetsritje mag maken… Op de bus, tram of trein zit je in een afgesloten ruimte, terwijl je bij ons in de buitenlucht zit én op veilige afstand. De rijders zelf zitten met hun rug naar de mensen. We kunnen onze koetsen ook perfect ontsmetten na elke rit, zodat geen enkele passagier schrik moet hebben om misschien besmet te geraken. Gocarts, bijvoorbeeld, zullen ze straks ook moeten ontsmetten voor de veiligheid, hé. Ik rij nu ook met taxi’s rond. Ook al is er maar één persoon per rit toegestaan, toch mogen we onze ritten maken. Nogmaals: ik zie dus niet in waarom wij straks geen rondritten mogen maken.” Voor de collega-koetsiers in Brugge ziet Patrick het minder positief in. “Ach, zij moeten het hebben van de vele internationale toeristen, zoals Chinezen, Japanners en Spanjaarden. Volgens mij zal het nog even duren voor zij weer het vliegtuig mogen nemen. Wij aan de kust moeten het vooral hebben van pakweg Limburgers en Walen. Ik vermoed dat zij wel op reis gaan mogen in eigen land. Alleen in augustus merkte ik vooral veel Duitse toeristen op, waarschijnlijk gaan we die ook niet snel terugzien.”
Dialoog
Hina Bhatti (Open Vld), als schepen bevoegd voor het taxi- en koetsbeleid, verduidelijkt. “Sowieso mogen koetsiers er nu niet op uittrekken, tenzij ze hun paarden moeten verzorgen of voederen. Paardenkoetsen worden beschouwd als recreatief, niet-essentieel vervoer. We mogen nog maar net weer de auto nemen. De paardenkoetsen zullen nog even geduld moeten hebben. Wij wachten net als de koetsiers de richtlijnen van de hogere overheid en Nationale Veiligheidsraad af met het oog op toerisme. We staan wel met elkaar in dialoog en als stad wezen we de koetsiers ook op mogelijke compensatiemaatregelen.” (TVA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier