Oostendenaars met Afghaanse roots volgen gebeurtenissen vol afgrijzen: “Alsof de geschiedenis zich herhaalt”

Mila Rasule en haar papa Ashraf, afkomstig uit Afghanistan, hebben het moeilijk met wat nu gebeurt in hun land van oorsprong. © Peter Maenhoudt
Gillian Lowyck

De beelden die deze week de wereld rondgaan van de duizenden Afghanen die in een wanhoopspoging het land proberen te ontvluchten, staan op ieders netvlies gebrand. Voor Mila Rasule en haar familie komen die beelden dubbel zo hard aan. Zij trokken dertien jaar geleden weg uit Afghanistan, op de vlucht voor de taliban. “Voor ons is dit een herhaling van de geschiedenis.”

Mila Rasule (27) was vijftien, toen ze met haar familie wegvluchtte uit Kaboel, de hoofdstad van Afghanistan. Vandaag is Mila een trotse Oostendse. Ze studeert rechtspraktijk, werkt bij Meli en is vrijwilliger bij FMDO (Federatie voor Mondiale en Democratische Organisaties). Zes jaar geleden dong ze nog mee naar het kroontje van Miss België. Dingen die ze allemaal niet zou kunnen doen mocht ze nog in Afghanistan wonen, beseft ze heel goed.

Nooit teruggekeerd

Mila wil graag samen met haar papa Ashraf (57) getuigen over de situatie in hun thuisland, want ze vinden dat wat nu gebeurt onder de aandacht moét blijven. “Voor ons is het gewoon een herhaling van de geschiedenis, maar dan nog veel erger”, zucht Mila. “Zeker voor meisjes en vrouwen is dit gewoon vreselijk. Wij weten hoe het is. De taliban gaan huis aan huis om meisjes te dwingen om te trouwen. Dat deden ze vroeger ook, maar toen hanteerden ze nog de leeftijdsgrens van vijftien jaar. Vandaag gaat het over kinderen van twaalf. Twaalf jaar! Ik werk, ik studeer, ik help bij FMDO. Je kan je het niet voorstellen dat ik al die dingen niet zou mogen doen, gewoon omdat ik een vrouw ben. In Afghanistan mogen meisjes zelfs niet naar school. En als ze dat wel mogen, leren ze enkel maar over de Koran.”

In de dertien jaar dat de familie Rasule in Oostende woont, keerde ze geen enkele keer terug naar Afghanistan. “Mijn papa heeft er wel nog altijd enkel ooms wonen, vrienden en oud-collega’s… Hij heeft geprobeerd om ze te contacteren, maar het gaat heel moeizaam. Het internet ligt plat. Voor ons is het echt een enorme schok om te zien wat er aan het gebeuren is. Mijn zus was twaalf, toen we weggingen uit Afghanistan, maar ook zij herinnert zich nog hoe erg het vroeger was. We hebben al heel wat slapeloze nachten achter de rug.”

“Wij kwamen toen in feite niet buiten”, gaat Mila verder. “Wij hadden met niemand contact, omdat we zo bang waren. Mijn papa herinnert zich nog hoe een vrouw gestenigd werd, gewoon omdat ze witte schoenen droeg. ‘We gaan je schoenen de kleur van onze vlag geven. Rood’, zeiden ze tegen haar.”

Mijn papa herinnert zich nog hoe een vrouw gestenigd werd, gewoon omdat ze witte schoenen droeg

“Dit is al de tweede keer dat wij dit meemaken”, pikt Ashraf in. “Dit is een heel donkere en zware periode. Het is vooral moeilijk, omdat niemand ziet hoe er een einde aan zou kunnen komen. De taliban, dat is een terroristische groepering. In plaats van het land beter te maken hebben ze al die jaren niets anders gedaan dan het vernietigen en mensen te vermoorden. Wij zien de taliban als moordenaars. Ze doen niets voor de Afghaanse bevolking.”

Mila trekt zich het lot van meisjes en vrouwen erg aan. “Ja, dat is echt iets dat mij heel na aan het hart ligt. Wij weten dat ze nu al huis aan huis aan het gaan zijn op zoek naar mensen die bijvoorbeeld actief waren bij vrouwenorganisaties. Onder de taliban worden vrouwen verkracht, vermoord, gemarteld. Ze zijn gewoon een voorwerp. Mannen van veertig, vijftig jaar die trouwen met kinderen van twaalf jaar? Dat is toch gewoon pedofilie”, zegt Mila. “Over de hele wereld zijn er de rechten voor het kind, vrouwenrechten… Maar in Afghanistan niet. Ik kan me daar gewoon niet bij neerleggen”, foetert ze. “En als vrouwen niet mogen werken, wat dan met zij die hun man verloren zijn? Of een man hebben met een beperking? Mannelijke dokters mogen geen vrouwen behandelen, maar vrouwen mogen niet studeren. Ze hebben dus geen medische zorg. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan…”

Hulpeloos

“Verre familie van ons heeft een schoonheidssalon. Ze heeft een heel groot en populair Instagramaccount en een van de bekendste zangeressen van Afghanistan, Aryana Sayeed, ging bij haar langs. Zó trots dat wij waren op haar! Je moet weten, Aryana Sayeed is bijna zoals pakweg Madonna hier. Echt enorm populair. Wel, alle foto’s die onze familie van haar in het salon deelde, zijn ondertussen al verwijderd. Er staat een prijs op het hoofd van de zangeres.”

Voor Mila is het erg zwaar om te zien wat er allemaal gaande is. “Mijn ouders zijn weggevlucht uit Afghanistan om hun kinderen een toekomst te geven. Het is heel zwaar geweest voor ons. Uit mijn eigen ervaring besef ik nu hoe moeilijk het moet zijn voor de mensen ginder. Je voelt je zo hulpeloos, maar je kan niet iedereen helpen. En het ging eindelijk beter, er was veel veranderd. En nu? Al die jaren zijn voor niets geweest. Afghanistan is een arm land, maar de mensen maakten wel iets van hun leven. Nu kunnen heel gewone dingen niet meer. Naar de fitness gaan bijvoorbeeld, of gaan dansen. Voor ons is dat iets normaal, toch? Je doet dat gewoon voor jezelf, om fit en gezond te blijven. Een Afghaanse vrouw die naar de fitness ging, staat nu doodsangsten uit. Gewoon omdat ze ging sporten.”

“In Kaboel, waar wij woonden, is het ook nog anders dan op het platteland”, zegt Ashraf. “Het is een grote stad en de mensen hebben een andere levensstijl. Ze hebben vaak hogere studies gevolgd in het buitenland en keerden dan terug naar Afghanistan. Maar nu… We vrezen dat onze ergste angsten werkelijkheid zullen worden.”

De beelden van de Afghanen die probeerden weg te vluchten, raakten Mila en Ashraf heel erg. “We vonden het heel shockerend. Je weet gewoon dat die mensen liever sterven dan terug te gaan naar de taliban. Ze weten dat ze gedood zullen worden. Wat er nu gaat gebeuren? Het is afwachten of de diplomatieke wereld de taliban en hun regime zullen erkennen, wat de rol zal zijn van andere landen. Het enige wat wij van hier kunnen doen, is proberen om mensen wakker te schudden. We hebben contact gehad met een organisatie uit Antwerpen en Brussel om misschien samen iets te doen, een samenkomst of vredevolle steunmars. In Oostende is er trouwens een grote gemeenschap Afghanen. De meesten onder hen zijn weggevlucht voor de taliban. Voor iedereen is het echt een grote nachtmerrie. Sowieso zullen we niet zwijgen. Mensen moeten absoluut weten wat er gaande is.”