Oostende beschermd tegen stormen, maar nog niet autoluwer

Het nieuwe plein oogt mooi en moet voor een betere doorstroming van het verkeer zorgen. © Peter MAENHOUDT
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

Tien maanden nadat de werken aan de Albert I-promenade en de Montgomerykaai startten, werden ze onlangs afgerond. Oostende moet nu nog beter beveiligd zijn tegen stormvloeden. De stad maakte op haar beurt van de gelegenheid gebruik om de doorsteek van de Visserskaai naar de Albert I-promenade aan te pakken. Maar eenrichtingsverkeer op de Visserskaai komt er voorlopig niet en ook op het ‘bereikbaarheidsplan’ voor het centrum van Oostende is het nog even wachten.

Het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) en de stad Oostende sloegen vorig jaar in september de handen in elkaar om de stad verder te beschermen tegen overstromingen vanuit zee. Tegelijkertijd zou de doorsteek ter hoogte van het Klein Strand een complete metamorfose ondergaan. Afgelopen maandag werden de werken officieel afgerond in het bijzijn van Vlaams minister Lydia Peeters (Open VLD), burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) en schepen van Openbaar Domein Björn Anseeuw (N-VA).

“Het is belangrijk dat we verder inzetten op de heropwaardering van de stad”, vertelt burgemeester Bart Tommelein. “Het Vlaams gewest heeft hier een bijzondere inspanning gedaan om dat fraaier, maar vooral ook veiliger te maken. De zone tussen het Zeeheldenplein en de Visserskaai vormde nog een zwakke schakel in de beschermingsgordel van Oostende.”

Vaste stormmuur

Tussen de bestaande stormmuren op het Zeeheldenplein en de Visserskaai bouwde het MDK een nieuw stuk vaste stormmuur. Daarnaast werd ook alles voorzien om een mobiele stormmuur op te kunnen stellen bij stormweer. “We hebben een mobiele kering geplaatst, die eigenlijk een verborgen kering is”, vertelt Peter Van Besien, directeur Infrastructuur Kust. “In normale omstandigheden merk je er niets van, met uitzondering van plaatjes met bouten in de grond. Als er melding is van een storm in aantocht, dan hebben de technische dienst en de brandweer voortaan de tijd om mobiele keringen te plaatsen. Op die plaatsjes worden dan aluminium kolommen geplaatst, met daartussen aluminium schotbalken. Zo kunnen we op heel korte termijn een stormmuur bouwen, die ons beschermt tegen die stormvloeden vanuit zee.”

“Met het Masterplan Kustveiligheid hebben we de ambitie om de hele kust te beschermen tegen stormen met een retour van 1000 jaar. We kozen voor een mobiele stormmuur vanwege het uitzicht. Of we dan voor 100 procent beschermd zijn? We kiezen altijd voor een bepaald niveau. We hebben nu de bescherming tegen de zogenaamde 1.000-jarige storm, maar als er een nog zwaardere storm afkomt, dan zijn we toch al voor een groot deel beschermd. Er zijn aan onze kust nog enkele missing links. We zijn zo goed als rond wat de kust zelf betreft, maar er is nog wat werk in de havens. Eens die hele contour afgewerkt is, kunnen we stellen dat we voor 100 procent veilig zijn tegen overstromingen vanuit zee.” De voltooiing van de werken in Oostende is de kers op de taart van het recent gevierde ’tien jaar Masterplan Kustveiligheid’.

Stadsvernieuwing

Stad Oostende maakte van de gelegenheid gebruik om de Albert I-promenade tussen de Van Iseghemlaan en de Cirkelstraat en daarbij ook de Montgomerykaai opnieuw aan te leggen. “Dit stuk ter hoogte van Het Klein Strand is een belangrijk stuk, want iedereen die van het station komt en richting strand trekt, moet hier passeren”, vertelt schepen Björn Anseeuw. “Het was niet het meest aantrekkelijke stuk van de stad en dus kozen we resoluut om de voetpaden flink breder te maken en opnieuw aan te leggen. Het feit dat de voetpaden breder zijn, geeft een heel andere beleving aan de wandelaars. De aanwezige horecazaken kunnen daardoor ook hun terras wat uitbreiden. Het nut van het rond punt is dan weer dat de doorstroming van het verkeer zal verbeteren.”

Er is al heel wat gezegd en geschreven over de Visserskaai. Even werd geopperd om er éénrichtingsverkeer in te voeren, maar voorlopig komt van die plannen niets in huis. “We werken momenteel aan een bereikbaarheidsplan voor het centrum”, vervolgt de schepen. “Daarnaast koesteren we de ambitie om het centrum autoluw te maken. Het is wel degelijk de bedoeling dat alles in het centrum bereikbaar blijft. Meer nog: we willen die bereikbaarheid nog verhogen. De Visserskaai is een stuk van dat centrum en zal deel uitmaken van het globale plan. Of dat éénrichtingsverkeer er al dan niet komt, kunnen we nu nog niet zeggen. We zijn bezig met het opmaken van die plannen en er werd nog geen enkele beslissing genomen. Er wordt nagedacht over pistes voor het hele centrum. We gaan het centrum niet autovrij maken, maar autoluw. Dat wil zeggen dat de doorstroming er beter moet en dat auto’s minder eindeloze rondjes moeten rijden.”

Autoluw

Niet iedereen is echter fan van een autoluw centrum. “Heel veel mensen uit het centrum willen wel degelijk een kwaliteitsvollere omgeving”, aldus Anseeuw. “Tegelijk stellen ook een aantal mensen zich vragen over hoe het er concreet zal uitzien. Daarvoor is het nog wat te vroeg. Mensen denken dat we het centrum zullen afsluiten voor auto’s, maar dat is helemaal niet zo. Alle vervoersmiddelen krijgen een plaats en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Maar we gaan wel keuzes maken om de kwaliteit van de omgeving te verbeteren. Dat zal er voor een belangrijk deel uit bestaan dat mensen met de wagen vlotter op hun bestemming raken in het centrum, waardoor er minder kilometers moeten worden gereden. Daarover gaat het bereikbaarheidsplan ook. Of er autovrije straten bijkomen? Het is niet zo dat er nu plots heel wat autoloze straten bijkomen en dat de voetgangerszone zal verdubbelen. Dat is ook een evolutief proces in de geschiedenis. Denk maar aan de jaren ’70. Toen kon er zelfs nog gratis geparkeerd worden in de Kapellestraat. Dat lijkt anno 2021 ondenkbaar. Die evolutie zet zich verder”, aldus Anseeuw.

De totale kostprijs van de verfraaiing en de stormmuren is 3,9 miljoen euro. Daarvan neemt de Vlaamse overheid een klein miljoen euro voor haar rekening. Stad Oostende investeert 1,7 miljoen euro en Farys neemt 1,1 miljoen euro voor hun rekening.

John Crombez: “Zo snel mogelijk concreet mobiliteitsplan nodig”

“Het bereikbaarheidsplan om het stadscentrum autoluw te maken, had al af moeten zijn.” Dat zegt Vooruit-fractieleider John Crombez. De oppositiepartij wil dan ook zo snel mogelijk een concreet plan op tafel zien liggen.

“Een paar jaar geleden was er breed over de politieke partijen heen consensus dat een groot project rond mobiliteit in en rond het centrum nodig is”, zegt John Crombez. “We zijn nu drie jaar verder en er is nog steeds niets te zien of te horen. Grote projecten, zoals het zwembad, die nu af zijn, komen van het vorig bestuur, maar de nieuwe projecten zijn er niet. Het is nochtans hard nodig. Voor wat betreft het centrum stelt Vooruit dat bewoners, handelaars en minder mobiele mensen zich vlot moeten kunnen verplaatsen, maar wie niet per se in het centrum moet zijn, moet er ten eerste niet lang rondrijden en ten tweede niet te lang parkeren.”

“Dat betekent dat éénrichtingsverkeer rond het centrum, met meer plaats voor de fiets, de beste aanpak is en al had gerealiseerd kunnen zijn. Zo kunnen wagens bestemd voor het centrum naar de parkeergelegenheden geleid worden, zodat ze niet eindeloos in het centrum rondrijden, zoekend naar een plek.”

“Het sluitstuk is natuurlijk een grote parking net buiten het centrum, maar ook daar horen we nog steeds niets van. Het ziet er naar uit dat er in deze legislatuur veel tijd al is verloren gegaan zonder werk te maken van grote projecten die het gezicht van Oostende zouden moeten bepalen.”

Stad voorziet watertoevoer voor de paarden

De Oostendse koetsiers vreesden even dat de beloofde watertoevoer voor hun paarden ter hoogte van het Klein Strand er niet zou komen. Maar tussen de opening maandag en het verschijnen van deze krant leek het dan toch in orde te zullen komen.

De Oostendse koetsiers zijn een stukje erfgoed. Sinds jaar en dag staan ze opgesteld ter hoogte van het Klein Strand. Ze proberen er hun boterham te verdienen door toeristen langs de ontelbare toeristische trekpleisters te brengen. Vorig jaar beloofde het stadsbestuur om de mogelijkheid te bekijken om watervoorzieningen te plaatsen, met fris stromend water om de paarden te verkoelen tijdens de warme zomerdagen. Daar bleek even niets van in huis te komen.

“50 meter verderop kan men dan wel heel wat fonteinen plaatsen voor de mensen, maar hier water voorzien voor de paarden, dat lukt dan weer niet”, zei een boze Shirley Bogaert (36) ons, vlak na de opening van de site. “We voelen ons in de steek gelaten. De heraanleg van dit stuk was het ideale moment om de nodige stappen te ondernemen om de watertoevoer voor onze paarden te voorzien. We moeten ons eigen water meebrengen, maar op echt warme zomerdagen hebben wij onvoldoende water.”

De koetsiers reageerden wat voorbarig, want schepen Hina Bhatti (Open VLD) – bevoegd voor de paardenkoetsen – laat weten dat de watertoevoer er wel degelijk komt. “Het plein waar de koetsiers opgesteld staan is pas toegankelijk sinds maandag. Sinds het in voege gaan van het nieuwe reglement op de huurkoetsen, gaat extra aandacht naar het welbevinden van de paarden. Dit voorziet onder andere dat er fris stromend water moet worden gegeven aan de dieren. Daarom voorzien wij als stad de watertoevoer en zelfs dichter bij hun standplaats dan voorheen. Dinsdag werd de kast boven de hydrant al geïnstalleerd en sinds donderdag kan men daar gebruik van maken”, aldus de schepen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier