Onze nieuwe Ambassadeur: een bonkige Bruggeling met een hart van chocolade

Dominique Persoone viert zijn titel met zijn vrouw Fabienne, zoon Julius en schoondochter Alina. © Davy Coghe
Olaf Verhaeghe

Altijd puur en authentiek. Wat ruw vanbuiten, maar zacht vanbinnen. Chocolatier in hart en nieren, televisiefiguur in al zijn enthousiasme. En sinds woensdag de nieuwe West-Vlaams Ambassadeur. Dominique Persoone, 53 jaar en rasechte Bruggeling, wordt het komende jaar nóg meer dan hij al was het gezicht en de stem van West-Vlaanderen. Met dank aan zijn sappig dialect, zijn innemende persoonlijkheid en zijn fenomenaal gevoel voor zoetigheid. “Dat iemand over mij zegt mijn West-Vlaams niet te begrijpen, vind ik net machtig.”

Mocht men vertellen dat hij als zeeman de lange omvaart doet, geen mens die het niet zou geloven. Zijn brede schouders, getatoeëerde armen en borstkas en ietwat indringende blik zorgen voor een vleugje bad guy. Een tikje rock-’n’-roll ook. En een aura van onoverwinnelijkheid dankzij keihard werken. Maar achter de stevige façade gaat een zeemzoet hart schuil. Een topchocolatier, die vanuit zijn passie voor wat zoet en puur is een straffe carrière wist uit te bouwen. Een fiere vader die zijn zoon de liefde voor het dessert doorgaf. Een entertainer die in zijn hoogsteigen stijl de kunst voor het koken naar de televisie weet te vertalen. En nu dus ook een West-Vlaams Ambassadeur die alles waar de provincie voor staat, inademt en uitstraalt.

Beste ter wereld

Dominique Persoone groeide op in de keuken en tussen lekker eten. Zijn voorouders waren beenhouwers en bakkers, zijn vader was de patron van het Blankenbergse casino en het restaurant dat daarbij hoorde, zijn moeder genoot zo mogelijk nog meer van het kokkerellen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Dominique als tiener dezelfde richting uit wilde.

De schoolbanken waren niets voor hem. Een loser noemt hij zichzelf daar, in een eerlijk gesprek met De Morgen Magazine in 2016. “In de ogen van de leraren was ik een loser. Maar ik heb me nooit zo gevoeld. Ze wisten op school gewoon geen blijf met mij. Maar ik had mijn fantasie en ik was populair onder de leerlingen.” Hij trok naar Ter Groene Poorte, de gerenommeerde hotelschool in Brugge. Dominique Persoone werd er klasgenoot van én Sergio Herman, én Roger Van Damme én Wout Bru. Hij zat tussen het beste van wat Vlaanderen te bieden zou hebben. Meer nog, hij werd het beste wat Vlaanderen te bieden heeft. Niet alleen als chef-kok, veel meer als chocolatier. Met melk, suiker, cacao en alles waarvan hij denkt dat het lekker smaakt in een praline of dessert.

Zijn boek Cacao, de Chocolade Route werd in 2009 al uitgeroepen tot het beste ter wereld, met zijn wilde ideeën en gekke probeersels kantelde hij de chocoladewereld ondersteboven. “Chocolade is er voor mij altijd geweest, als kind al”, zegt hij daarover. “En chocolade is rock-’n’-roll. Het geeft me vrijheid, het brengt me overal.” Dat laatste mag je letterlijk nemen. Zijn bedrijf The Chocolate Line, de kroonjuwelen in de Brugse binnenstad en hartje Antwerpen, telt intussen bijna 50 werknemers. Zijn cacaoplantage ligt in Mexico, in het Congolese Virunga-park stampte hij samen met prins Emmanuel de Merode een chocoladefabriek mét sociale insteek uit de grond en voor lezingen over chocolade wordt hij overal ter wereld gevraagd.

De kracht van Fabby

Het hart is vol van chocolade. Maar nog meer van zijn gezin. Van zijn Fabienne, sinds zijn 19de steun en toeverlaat, maar ook zakenpartner en leidraad. En van zijn zoon Julius, partner-opvolger bij The Chocolate Line en al even zot van zoetigheid als vader. “Zonder mijn madam was er van succes geen sprake geweest. Ze staat ook op mijn lijf getatoeëerd. Als ik een minder moment heb, kijk ik naar mijn tattoos en denk ik: niet zagen, je hebt alles”, zegt Dominique in een gesprek met onze Frank Buyse in februari van dit jaar. “Op Julius ben ik enorm trots. Niet omdat hij mij opvolgt, maar omdat hij ook zoveel passie in zich heeft. Het was geen cadeau om in Brugge de zoon van Dominique Persoone te zijn, zeker niet in Ter Groene Poorte, waar hij ook school liep. Er zijn leraars die hem hebben gekloot, om zijn familienaam.”

Dominique Persoone ontving zijn oorkonde als Ambassadeur van voorgangster Saghine Lampaert.
Dominique Persoone ontving zijn oorkonde als Ambassadeur van voorgangster Saghine Lampaert. © Davy Coghe

Aan verstoppen doet Persoone niet. Nooit. Ligt er iets op de lever, dan moet het eruit. En kan hij iets betekenen voor een ander, dan zal hij het doen. Van een praline ontwikkelen voor kankerpatiënten die hun smaak verloren tot de meelevende begeleider van kleine bakkertjes in Junior Bake Off. Iedereen die hem ontmoet, spreekt over een warme gloed. “Ik zal altijd mezelf blijven, ook op televisie”, vertelt de bonkige chocolatier over zijn puurheid in KW. “Ik kan niet acteren. En ik relativeer alles. Ik ben al lang de fase voorbij dat ik er hartzeer van zou hebben mocht ik niet meer op tv komen. Zolang de mensen mij geestig vinden, met veel plezier. Mijn job is chocolat, televisie is hooguit iets extra.”

Sappig taaltje

Dat extraatje weet hij te kleuren met het pure West-Vlaams. Dominique Persoone blijft wie hij is, waar hij ook komt en met wie hij ook babbelt. Of hij nu staat te koken op Njam! of Cook Ensemble, met Otto-Jan Ham, Imke Courtois en Jani Kazaltsis een oceaan overvaart of met Julius iets he-le-maal nieuws probeert in een praline: altijd doet hij het in zijn sappige dialect. Toen hij zijn eerste stapjes op tv zette, probeerden regisseurs zijn West-Vlaams te onderdrukken. Té West-Vlaams, klonk het. Het moest opnieuw. Maar Dominique Persoone in het Nederlands is Dominique Persoone niet. “Ik ben ervan overtuigd dat je in je eigen taal meer jezelf kan zijn. Dat iemand dan zegt: ik begrijp niet wat u zegt, vind ik net machtig. Als ik commentaar krijg op mijn dialect, zie ik dat niet als iets negatiefs, maar net als een pluspunt.”

Zo machtig hij het West-Vlaams vindt, zo machtig vindt West-Vlaanderen Dominique Persoone. Dat zowel de lezers, surfers, kijkers en luisteraars van De Krant van West-Vlaanderen, van Radio 2 als van Focus-WTV in de Brugse bonk met het chocoladen hart de ideale ambassadeur voor de provincie zien, mag geen verrassing meer zijn. Dat de vakjury en voorzitter Michel D’Hooghe volledig zijn gesmolten voor de puurheid evenmin. Het eerste kiekevel tussen de tattoos op zijn onderarmen woensdagavond maakte nagenoeg meteen plaats voor een immens gevoel van trots. “Ik ben aangedaan, dat meen ik. Alez vint, ik? Tussen Will Tura, Flip Kowlier, Jennie Vanlerberghe en Boven de Wolken? Ik? Ik kan het niet geloven. Maar ik ben zo, zo preus. Ik heb al veel prijzen gewonnen in mijn leven, voor mijn chocolade, van bakkers, van koks, in keukens overal ter wereld. Dit is de erkenning die me het meeste deugd doet. Van allemaal.”

Hier thuis

Dat hij altijd met West-Vlaanderen verbonden zal blijven en nooit elders echt zou kunnen aarden, voel je in hoe hij spreekt over zijn wortels. “Als ik na een van mijn reizen naar Mexico, Japan of de VS weer naar huis kan komen, geniet ik. Hier ben ik thuis. Toen, nu en altijd. Lustert, ik ben een simpele mens. Keihard werken, altijd met de voeten op de grond. Maar ook keihard feesten als het kan. Genieten van alles wat je krijgt, kan en mag doen. Ik zeg het: ze peizen dikwijls elders dat ze de man zijn, dat ze alles kunnen. Maar de echte vikings zitten in West-Vlaanderen. Wij zijn de stoerste van allemaal, de beste van allemaal. En dat mogen we nu en dan wel zeggen. Wat ik nu zal doen als ambassadeur? Mezelf blijven. Van nature draag ik West-Vlaanderen al uit, dat zal niet veranderen. Integendeel.”


5 West-Vlaamse vragen aan Dominique Persoone

1. Mooiste plekje in West-Vlaanderen?

“Damme, de stad waar ik woon. Niet de zondag, dan zijn er te veel toeristen. Maar elke dag van de week. Niets is er ver weg, maar tegelijk zit je ver van alles. De max vind ik dat. Damme is min pleksje. Wandelen langs de Damse Vaart en dan gaan eten in De Sifon. Een paling in de room, een dame blanche en een Irish coffee om af te sluiten. Beter kan niet.”

2. Je favoriete West-Vlaams woord?

Brave is gin gave zei mijn grootmoeder altijd. Dat is iets wat ik altijd heb onthouden en meeneem in wat ik doe. Maar als ik echt moet kiezen, doe dan maar sjette geev’n en doe moa voort. Dat is typerend voor de West-Vlaming. Hard werken, zonder veel pretentie, maar even goed hard feesten en genieten.”

3. Mooiste West-Vlaamse liedje?

Min Moatn van Flip Kowlier. Zonder twijfel. Hij was voor mij trouwens dé man om West-Vlaams Ambassadeur te worden. Als er iemand West-Vlaanderen vertegenwoordigt, is hij het wel. Wist je trouwens dat veel mensen me verwarren met Flip? De kale kop zeker.“ (lacht luid)

4. Lekkerste West-Vlaams gerecht?

“Daar moet ik zelfs niet over nadenken: zurkelpatatten met worst, een spieringkoteletje en een putje in de patatjes voor de saus. Dat putje moét erbij, anders mis je het beste van heel het bord.”

5. Waar ben je als West-Vlaming het meest trots op?

”Mijn maten van buiten West-Vlaanderen zeggen me vaak dat het heel lang duurt eer je bij een West-Vlaming echt binnen raakt. Wij zijn toch een kliek die een beetje argwanend naar een buitenstaander kijkt. Maar net dat vind ik iets heel schoons. Die verbondenheid die wij hebben en een keer dat je binnen bent, ben je ook echt een deel van die kliek. Dat gevoel van toope. Dáár ben ik preus op.”

WVLA21_logo