Onze man belt 80-plussers in lockdown op: “Ik heb echt deugd gehad van uw ‘telefongske’”

Veel 80-plussers hebben het in deze tijden zwaar. Een telefoontje kan vaak wonderen doen.©Dobrila Vignjevic Getty Images
Veel 80-plussers hebben het in deze tijden zwaar. Een telefoontje kan vaak wonderen doen.©Dobrila Vignjevic Getty Images
Philippe Verhaest

In tijden van crisis moeten we meer dan ooit voor elkaar zorgen. Zeker voor wie minder sociaal contact heeft. Heel wat steden en gemeenten bellen opnieuw op regelmatige basis 80-plussers op om te vragen hoe het met hen gaat en of ze hulp nodig hebben. Wij waren benieuwd hoe dat exact verloopt en plaatsten een journalist aan het telefoontoestel van het stadsbestuur van Izegem.

Izegem was tijdens de eerste lockdown een van de eerste steden in Vlaanderen die besloot om systematisch alle 80-plussers op haar grondgebied op te bellen. Het initiatief wordt nu herhaald en kan opnieuw op flink wat bijval rekenen. 26 vrijwilligers en 28 medewerkers van de stad bellen liefst 1.072 senioren op en stellen hen de meest eenvoudige vraag ter wereld: hoe is’t?

“En die aanpak wordt wel geapprecieerd”, duidt maatschappelijk werker Lieselot Depoortere. “Toen de tweede lockdown van start ging, hebben we die hele groep opnieuw gecontacteerd en vroegen we hen of ze nog een vervolgtelefoontje wilden. Dat resulteerde in 323 senioren die we sindsdien wekelijks even opbellen.” Die gesprekjes leveren vaak een schat aan informatie op. “Heel vaak zijn het losse gesprekjes en zijn de mensen al blij dat ze even hun hart kunnen luchten of vertellen hoe het met hen gaat, maar af en toe krijgen we ook heel concrete noden te horen. En dan kunnen we de juiste stadsdiensten inschakelen. Zo hebben we al drie mensen naar onze poetsdienst doorverwezen en bij twee senioren is de klusjesdienst al langs geweest. Ook onze technische dienst en vervoersdiensten boden dankzij de telefoontjes al enkele keren hun diensten aan. Zonder die belrondes waren die vragen nooit boven water gekomen.”

A4’tjes vol richtlijnen

Maar hóe pak je zo’n telefoontje met een willekeurige 80-plusser nu concreet aan, wil ik te weten komen. Daarom bied ik mijn luisterend oor een voormiddag lang aan en belde ik zelf enkele Izegemnaren op. Maar voor ik het eerste telefoonnummer intoets, krijg ik eerst een dubbel A4’tje vol richtlijnen onder mijn neus geschoven. Een voorbereid man is er minstens twee waard, dus bestudeer ik het document met argusogen en maak ik me de basisregels eigen. Het ideale gesprek duurt tussen de tien en vijftien minuten en ik krijg ook de raad om de taal van de persoon in kwestie te hanteren. Met taal wordt uiteraard het West-Vlaams bedoeld, want Algemeen Nederlands kan extra afstand opwekken.

Mijn eerste telefoontje heeft me welgeteld 13 minuten gekost, maar ik heb de dag van 84 jarige dame aan de andere kant van de lijn volledig opgefleurd

Ik word ook geadviseerd om me meteen duidelijk voor te stellen en het doel van mijn oproep te verklaren, zodat de tachtiger meteen weet waarom je hem of haar wil spreken. Een resem richtvragen om het gesprek gaande te houden, moet me helemaal wapenen om via de hoorn de huiskamers binnen te dringen.

 ©Frank Meurisse Frank Meurisse
©Frank Meurisse Frank Meurisse

Ik draai – of liever: toets – het nummer van mijn eerste gesprekspartner in. Bernice* heet ze, 84 jaar jong en een geboren optimist, zo hoor ik meteen. “Hier is alles goed”, geeft ze meteen mee. “Ik hou me staande, hoewel diene corona het er niet makkelijker op maakt. In februari is het negen jaar geleden dat mijn man gestorven is. Ik woon alleen, maar gelukkig heb ik een toffe poetsvrouw die elke week langs komt. Verder doe ik mijn ménage , kijk ik televisie en rust ik veel.”

Klinkt redelijk geruststellend, maar heeft ze nog voldoende sociaal contact, wil ik weten. “Och, meneer… Ik mis mijn vrienden wel. Vroeger gingen we vaak samen een potje koffie drinken, nu kan dat niet meer. Maar ik volg de regels tot in de puntjes. Diene corona mag en zal mij niet te pakken krijgen.”

“Het is goed te weten dat het stadhuis over ons waakt” – Irma* tegen onze journalist

Ik krijg nog te horen dat haar dochter aan de kust woont, maar dat ze elkaar elke dag bellen. “En mijn twee kleinkinderen hebben me met de iPad leren werken. Zo kunnen we videobellen.” Bernice raakt steeds meer op dreef en vertelt me hoe trots ze op haar kroost is en dat ze hoegenaamd niet opziet tegen de feestdagen. “Het is wat het is, hé. Op televisie zullen er ook wel schone programma’s zijn.” Of ze dan écht niks te kort heeft, vraag ik nog voor ik afscheid neem. “Soms heb ik wel nood aan vervoer voor kleine verplaatsingen. Dat zou me wel vooruit kunnen helpen.” Ik bezorg Bernice het telefoonnummer van de Izegemse mindermobielencentrale en wens haar het allerbeste toe. “Awel, ik heb echt veel deugd gehad van uw telefongske . Ik hoop dat jullie me volgende week opnieuw bellen.”

Spraakwaterval

Dit heeft me welgeteld 13 minuten gekost, maar ik heb de dag van Bernice volledig opgefleurd. “Die reactie krijgen we heel veel”, zegt Lieselot Depoortere. “Het is een kleine moeite, maar je maakt er een wezenlijk verschil mee.”

Dat bewijzen ook mijn andere belletjes, onder andere naar Irma*. Ietwat argwanend start ze het gesprek, maar voor ik het goed en wel besef, is de kranige 87-jarige getransformeerd in een spraakwaterval. “Ik klaag niet”, zegt ze. “Mijn dochter woont in Tielt, maar komt veel af. We doen samen boodschappen en mijn (achter)kleinkinderen komen op bezoek om aan de voordeur een klapke te doen. Ze komen niet binnen, op mijn leeftijd wil ik zo weinig mogelijk risico’s nemen.”

Ondanks haar hoge leeftijd heeft Irma weinig hulp nodig. “ Neeg , ge kunt me echt met niets helpen”, lacht ze. “’t Stad bezorgt me elke dag een warme maaltijd en voor de rest kan ik op mijn dochter rekenen. Maar ik ben wel blij met jullie telefoontje. Het is goed te weten dat het stadhuis over ons waakt. Eén ding zou je wel mogen veranderen, maar dat valt niet binnen uw bevoegdheid, zeker? Ik vind het doodjammer dat ze met Nieuwjaar het vuurwerk hebben verboden. Ik sta altijd vol bewondering door mijn venster te kijken, nu zal het stil blijven. Hopelijk is corona tegen eind volgend jaar verleden tijd. En zie ik de hemel weer fel oplichten.”

*Fictieve namen. Identiteit en contactgegevens bij de redactie bekend.