“We willen meer meisjes op onze schoolbanken”

Redactie KW

Het is 1 september en dat betekent dat alle scholen de deuren weer openzetten. In het VTI van Tielt gebeurt dat met een nieuw directeursduo. Aida Van Haverbeke en Liesbet Vroman zijn respectievelijk de kersverse directeur en adjunct-directeur van de school. Twee vrouwen dus aan het hoofd van een school met vooral veel typische jongensrichtingen. “Maar dat maakt volgens ons weinig uit.”

Deze reportage maakt deel uit van ons Dossier Weer naar school.

Aida Van Haverbeke (44) heeft er al een lange loopbaan in het VTI opzitten. Ze gaf jarenlang Engels en Nederlands in de school. In 2007 werd ze coördinator, vier jaar later adjunct-directeur. Voor Liesbet Vroman (40) is de school vrij nieuw. Oorspronkelijk werkte ze in de welzijnssector. In 2004 begon ze les te geven in het Sint-Jozefsinstituut. In 2012 ging ze aan de slag als orthopedagoog in Buso De Ster.

Was de ambitie er al lang om jullie huidige functie op te nemen?

Aida: “Ambitie is misschien veel gezegd, ik had zeker niet de ambitie om nu al directeur te worden. Maar een carrière loopt zoals ze loopt. Je engageert je om mee te werken om zo van je school een goede school te maken. Ik wist in de middelbare school trouwens al dat ik wilde gaan lesgeven.”

Liesbet: “Ook bij mij is deze functie gewoon voortgevloeid uit mijn eerdere carrière als lesgeefster en orthopedagoog. Ik was in die laatste functie ook al veel met beleid bezig.”

Jullie komen als twee vrouwen aan het hoofd van een school die nog altijd aanzien wordt als een mannenbastion. Komen daar opmerkingen over?

Aida: “Eerlijk gezegd sta ik daar zelf niet zo bij stil. Is dit echt zo uitzonderlijk? Het is wel een feit dat onze leerlingengroep voor het grootste deel uit jongens bestaat, ook al hoeft dat niet noodzakelijk zo te zijn. De school staat ook open voor meisjes, en we zouden heel graag nog meer meisjes op onze school zien. Maar eerlijk gezegd maakt het voor ons weinig uit of er nu vrouwen of mannen aan het hoofd staan.”

Liesbet: “Als je naar ons lerarenkorps kijkt, zie je ook dat er echt al heel veel vrouwen lesgeven in onze school. Zo mannelijk is het dus al lang niet meer.”

Jullie hebben allebei net je nieuwe functie opgenomen. Hoe verloopt de samenwerking?

Aida: “We zijn nu een paar weken samen aan het werk, maar we kenden elkaar al een beetje van toen Liesbet bij De Ster werkte. We zijn het schooljaar volop aan het voorbereiden en de samenwerking verloopt vlot.”

“Er geven ook al heel veel vrouwen les in deze school, zo mannelijk is het VTI dus al lang niet meer”

Zijn er al verrassingen opgedoken in het takenpakket?

Liesbet: “Tot nu toe herken ik veel dingen uit mijn vorige werkervaringen. Er zullen vast en zeker nog dingen op mijn weg komen die nieuw zijn.”

Aida: “Uiteraard is deze job wel anders, je draagt uiteindelijk de eindverantwoordelijkheid. Maar aan de andere kant werken we met een directieteam, dus er is ook wel gedeelde verantwoordelijkheid.”

Wat zijn de uitdagingen voor de scholen van vandaag?

Aida: “De maatschappij en ons onderwijs zijn sterk veranderd en dat ondervinden alle scholen. Er komen heel wat verwachtingen en vragen op ons af: van de overheid, ouders, de samenleving, leerlingen zelf. De uitdaging is om hierin samen een weg te vinden.”

Wat wordt jullie eerste ‘project’ bij de start van het nieuwe schooljaar?

Liesbet: “Ik wil in de eerste plaats de school goed leren kennen. Zo kan ik me een goed beeld vormen van de werking en de leerlingen en leerkrachten zo goed mogelijk ondersteunen.”

Aida: “Voor mij is de eerste taak om alles wat bij de functie komt kijken goed te leren kennen. Een grote uitdaging wordt ongetwijfeld de hervorming van het secundair onderwijs en de bijhorende impact op onze school en de scholengroep. We zijn een school voor wetenschap en techniek en willen goed onderwijs bieden voor alle leerlingen.”

“Daarnaast vinden we het belangrijk om in te zetten op de zorg voor alle leerlingen. Dat willen we doen door de talenten van leerlingen centraal te zetten, hen juist te oriënteren en aandacht te hebben voor hun welbevinden. Je kan pas goed leren als je je ook goed voelt.”