SNT geeft Nederlands aan 2.070 anderstaligen in Brugge: “Neen, we leren ze geen Brugs!”

De voorbije drie jaar steeg het aantal cursisten die Nederlands volgen van 1.925 naar 2.070. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Dit schooljaar volgen 2.070 anderstalige cursisten samen 477.236 uren Nederlandse les aan SNT in de Arsenaalstraat. Een record! SNT is uitgegroeid tot hét grootste opleidingscentrum, waar anderstaligen Nederlands aanleren. “Vroeger hadden we ook een klasje Brugs voor anderstaligen. Maar dat is teruggefloten.”

Nieuwkomers van buiten de Europese Unie zijn verplicht zich aan te melden bij het lokaal agentschap voor inburgering en integratie, dat hen na een oriënteringsproef doorverwijst naar een school in de buurt van hun verblijfsplaats. “Voor EU-onderdanen geldt die verplichting niet. Zij doen dit op vrijwillige basis. Maar zij moeten zich wel aanmelden bij het agentschap voor eenzelfde proef, want anders mogen wij cursisten niet inschrijven”, zegt SNT-directeur Dirk Temmerman.

Dit schooljaar gaat het om 2.070 anderstalige cursisten van 101 nationaliteiten. Naast 4.803 anderstalige Belgen vormen de Roemenen (199), de Polen (141), de Afghanen (100), de Syriërs (92) en de Irakezen (79) de grootste groepen. Maar er zijn ook veel Spanjaarden (54), Italianen (46), Nepalezen, (43), Portugezen (39), Russen (36), Thai (36), Fransen (34), Brazilianen (33) en Indische vluchtelingen van Iraakse afkomst (33) bij.

Brugs voor anderstaligen

“Allemaal samen zijn zij dit schooljaar ingeschreven voor 477.236 lesuren Nederlands”, vervolgt Dirk Temmerman. Dat zijn er bijna vier keer zoveel als in het schooljaar 2000-2001 (124.020 lesuren) en ruim het dubbele van het schooljaar 2009-2010 (213.696 lesuren). De voorbije drie jaar steeg het aantal cursisten die Nederlands volgen van 1.925 naar 2.070.

“Vroeger hadden we ook een klasje Brugs voor anderstaligen, omdat veel nieuwkomers in het dagdagelijkse leven geen sikkepit Brugs begrijpen. Maar onze school is hiervoor teruggefloten door het Departement Onderwijs”, aldus de directeur.

Wij mochten deze week een les bijwonen bij lerares Leen Van Eenoo, die een beginnersklasje met tien onlangs gearriveerde nieuwkomers heeft. “Zij volgen bij mij vier namiddagen per week Nederlands, telkens van 13.30 tot 17.15 uur. In totaal een pakket van 120 lesuren, waarna ze eventueel naar een hogere graad kunnen.”

Leen hanteert de onderwijsmethode van ‘riedel en ritme’: de cursisten horen alledaagse dialogen op band, voorzien van een percussie ritme, en moeten die zinnen nazeggen. Deze les heeft als thema ‘ziek zijn’, de studenten herhalen diverse keren zinnetjes als ‘ik voel mij niet goed’, ‘ik heb koorts’ en ‘ik denk dat je griep hebt’. Misschien is dit effectief wel zo voor een drietal klasgenoten, want die zijn afwezig…

De lerares Nederlands maakt handig gebruik van onze aanwezigheid om na te gaan hoeveel woordenschat haar leerlingen uit de vorige lessen onthouden hebben. Vol enthousiasme, ietwat haperend na amper vier weken les worden we bestookt met vragen als: Wat is uw naam? Waar woont u? Bent u gehuwd? Hebt u kinderen? Wat doet u graag? wat eet u het liefst?

“Nederlands is moeilijk”

Wie zijn die cursisten? Ali (32) komt uit Irak en zegt: “Ik zoek werk en leer daarom Nederlands. Het is een mooie taal, maar Nederlands is toch moeilijk. Ik besef dat de taal leren een voorwaarde is om aan werk te geraken. Mij is het om het even in welke sector, maar ik wil geld verdienen om in mijn onderhoud te kunnen voorzien.”

Ziyad (27) is een Jemeniet, maar studeerde en werkte in Saoedi-Arabië: “Toen de firma waarvoor ik werkte haar activiteiten stopzette, moest ik het land uit. Als buitenlander zonder werk mag je niet in Saoedi-Arabië blijven wonen. Ik ken wat Engels en zie verwantschap met het Nederlands. Ik zou graag later hier aan de universiteit studeren, want ik wil IT’er worden.”

Mariana (31) is Argentijnse, de liefde dreef haar naar Brugge: “Twee jaar geleden doctoreerde ik in de biologie aan de UGent en leerde er een Bruggeling Thomas kennen. De tweeklanken zijn het moeilijkst in het Nederlands. En de spelling van het woord verschrikkelijk…”

Hosein (29) uit Iran woont al een jaar in ons land: “Ik woonde eerst in Doornik, maar ik had erg veel moeite met het Frans. Nederlands leren lijkt mij iets gemakkelijker, behalve het schrijven.”

Droom van job als IT’er

Arwah (35) is een Syriër, die acht jaar in Saoedi-Arabië woonde, maar zijn job kwijtraakte: “Mijn vierjarig zoontje en mijn vrouw zijn naar Syrië teruggestuurd. Ik mis hen zo, maar ik vluchtte noodgedwongen naar Turkije en vandaar naar Europa. Indien ik terug ga naar Syrië, moet ik het leger in en dat wil ik niet.” De Roemeen Sylvio (19) kwam twee maanden geleden samen met zijn oom een loodgieter en een elektricien naar België: “Mijn oom werkt hier als klusjesman, ik droom van een job als IT’er en leer nu eerst Nederlands.” De Marokkaanse Amissia (23) woont zeven maanden in Brugge: “Ik ben hier gehuwd met Nordin, een Marokkaanse Belg. Ik wil met mijn buren en met de handelaars kunnen praten. Nederlands is een mooie taal, ik hoop snel bij te leren, want ik zou graag over enkele maanden in een winkel in Brugge werken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier