Naar jaarlijkse gewoonte trekken de leerlingen van het zesde jaar verzorging van het Vesaliusinstituut op pad langs de kleuter- en lagere scholen in Oostende in de strijd tegen het immer terugkerende luizenprobleem.
‘Vesalius tegen de luis’ loopt ongeveer een tiental jaar. Daarbij trekken de leerlingen langs de kleuter- en basisscholen in de stad om te kinderen te screenen op luizen. “Vorig jaar konden we dat niet doen door de intussen bekende reden”, vertelt leerkracht Els Hennebert. “Of dat het luizenprobleem vergroot heeft? Dat denk ik niet, maar het blijft belangrijk om de screening elk jaar te doen.”
De leerlingen gebruiken daarvoor de ‘natkam’ methode. Dat is een natuurlijke manier om luizen enerzijds op te sporen en anderzijds om ze te verwijderen. “We doen dat op een discrete manier”, vervolgt Hennebert. “Daarvoor gebruiken we codes opdat andere leerlingen niet zouden doorhebben dat een leerling besmet zou zijn. Dat doen we om geen pestgedrag te creëren. Afhankelijk van de school krijgen de leerlingen een brief mee naar huis waarin staat of er al dan niet luizen werden aangetroffen en een bijhorende brief met uitleg over de behandeling van het probleem.”
Kampen
De screening gebeurt altijd kort na de zomervakantie. “Dat doen we omdat men sneller luizen kan krijgen op kampen of dergelijke. Kinderen komen al eens sneller in contact met elkaar. Wie het meest kans heeft op luizen? Luizen zijn gek van iets langer haar en van donkerder haar. Maar als ze geen andere keuze hebben, dan is eigenlijk alle haar goed voor hen. Vooral bij leerlingen van het vijfde of het zesde leerjaar zien we een stijging van het aantal besmettingen. Dat komt door de opkomst van de gsm. Leerlingen krijgen op die leeftijd vaak een telefoon van hun ouders en dan wordt er al eens een selfie genomen en dat verhoogt uiteraard de kans op besmetting”, aldus Els Hennebert.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
