Kortrijkse kinderen leren Nederlands door te spelen

De kinderen en begeleiders vierden woensdag hun diploma. © JVGK
Peter Van Herzeele
Peter Van Herzeele Medewerker KW

Meer dan vijftig kinderen tussen 6 en 12 jaar die deelnamen aan de zomerschool voor anderstaligen kregen woensdag hun diploma. De zomerschool is een initiatief van de stad samen met vzw Ajko en flankerend onderwijsbeleid.

Twee maanden zomervakantie zorgt er vaak voor dat kinderen die thuis geen Nederlands spreken opnieuw een (taal)achterstand oplopen tegen het begin van het schooljaar. Om zoveel mogelijk te werken aan gelijke onderwijskansen voor kinderen en jongeren, organiseerde de stad Kortrijk samen met vzw AjKo en Dienst Welzijn met flankerend onderwijsbeleid een zomerschool van 19 tot 28 augustus. Die richtte zich op kinderen tussen 6 en 12 jaar die de overstap naar het lager onderwijs maken of in het lager onderwijs les volgen en voor leerlingen uit de OKAN-klassen.

“Hier leren ze Nederlands via interactieve spelletjes, sport en workshops”, zegt Tom Verhelst. Hij is coördinator van vzw AjKo. “We doen ook een beroep op geëngageerde brugfiguren. De kinderen worden aangestuurd via het OCMW om aan deze zomerschool deel te nemen.”

Meer spreekdurf

“Het Nederlands wordt er geoefend door middel van taalstimulerende creatieve activiteiten. Deze werden voor het basisonderwijs uitgewerkt door studenten lerarenopleiding van OKAN. In de namiddag maakten de kinderen en jongeren kennis met het Kortrijkse aanbod voor vrije tijd”, vult Ella Tappon van Ajko aan. “Er zijn een zestigtal kinderen, goed voor ruim 15 verschillende nationaliteiten”, duidt Hakam van Ajko.

Aan de zomerschool namen onder meer Maryan, Ayoub, Daniel en Rami deel. “Ik heb leren spreken en tellen. Ik kan nu beter met de mensen praten. Ik heb veel vrienden gemaakt”, vertelt Maryan (9) die uit Somalië komt. “Ik ben blij dat ik nu beter Nederlands ken. Als er eens ruzie is, kan ik nu vertellen wat ik voel en waar het over gaat”, zegt Daniel (11) die uit Marokko komt. Rami (8) komt uit Afghanistan. “Het was leuk, maar Nederlands is wel een beetje moeilijk. Nu kan ik het al veel beter spreken. Ook de spelletjes zijn leuk”, zegt hij. “Ik heb veel geleerd in korte tijd. Het was echt leuk”, besluit Ayoub (10). “Het is en was intensief, maar je krijgt er heel veel voor terug. Ze zijn zo trots dat ze nu beter Nederlands kennen. De spreekdurf is veel groter”, aldus Ella.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier