Hoera, niet naar school! Drie gezinnen getuigen over thuisonderwijs

Christopher Deleu (8) was dolblij toen zijn mama Veronique Rossel besloot om voor thuisonderwijs te gaan. © Davy Coghe
Redactie KW

Nog één weekend respijt en dan start een nieuw schooljaar. De eerste schooldag is voor veel kinderen een blij weerzien met vriendjes, anderen stappen met een klein hartje de schoolpoort binnen. Maar er zijn ook kinderen voor wie 1 september – dit jaar 2 september – een dag als een andere is: zij die thuisonderwijs krijgen. Hun aantal zit de laatste jaren in de lift.

Veronique (37) en Christopher (8): “Elke schooldag was een worsteling”

Haar twee oudere kinderen gaan gewoon naar school, maar voor jongste zoon Christopher (8) bleek dat niet langer haalbaar. De jongen krijgt vanaf september thuis les. “Elke schooldag was een worsteling, nu is hij opgelucht”, zegt mama Veronique Rossel uit Kortrijk.

De schoolcarrière van Christopher liep – op zijn zachtst gezegd – niet van een leien dakje. “Al van in de kleuterklas merkten we dat dit voor hem niet goed liep. Het eerste en tweede kleuterklasje is hij dan ook thuis gebleven, pas in het derde is hij echt naar school gegaan. We dachten dat hij dit wel zou aankunnen, omdat hij al ‘ouder’ was maar dat bleek niet zo te zijn. Hij raakte heel snel overprikkeld en ontwikkelde daardoor gedragsproblemen. Weglopen, agressie, volledig blokkeren. Na zo’n schooldag was hij altijd doodmoe, echt afgepeigerd en kroop hij stilletjes in een hoekje”, zegt mama Veronique.

In het eerste leerjaar botste Christopher meermaals met een lerares. “Een strenge vrouw. Van de andere leerkrachten hoorden we dat de problemen opnieuw opdoken, maar die lerares zelf ontkende dat en zei dat ze alles onder controle had. Maar ook Benjamin (14) en Charlotte (12), de oudere broer en zus van Christopher die in dezelfde school zaten, vertelden me dat Christopher onhandelbaar was tijdens de speeltijd. In de klas moest hij echt op zijn tanden bijten om vol te houden, om stil en ‘braaf’ te zijn maar eens op de speelplaats kwam alles eruit. Al snel had mijn kind de naam van een agressieveling te zijn”, zegt mama Veronique.

Wachtlijst

Na passages bij psychiaters en psychologen besloot Veronique om thuisonderwijs te geven. “Er was eigenlijk maar één school in de omgeving, Bemok, waar Christopher met zijn problematiek terecht zou kunnen. Ik heb er negen dagen gekampeerd om hem te kunnen inschrijven, maar we belandden op de derde plek op de wachtlijst. Geen plaats dus. Dan heb ik de knoop doorgehakt: we gaan voor thuisonderwijs. Ik werkte voltijds, maar nu blijf ik thuis. Ik beschouw het als een privilege dat ik dit voor Christopher kan doen. Voor hem was het een enorme opluchting dat hij niet meer naar school moest.”

“Elke schooldag was een worsteling. Pas tegen het einde van een schooldag verscheen er opnieuw een glimlach op zijn gezicht. Ik wil me niet inbeelden hoeveel andere kinderen in dezelfde situatie er nog vast zitten in die ‘gevangenis’. Veel ouders van zulke kinderen denken dat thuisonderwijs onhaalbaar en onbetaalbaar is. Dat klopt niet. Het is een offer dat je brengt, maar je doet het voor je kind. In de school stond Christopher meer in de gang, omdat hij gestraft werd, dan in de klas. Wat leert hij daar dan? Niets. Wat hij nu nodig heeft, is vooral emotionele opvang. Wie anders dan zijn eigen moeder kan hem dat het beste geven? Er zijn meer en meer kinderen die een bepaalde problematiek hebben en die belanden dan in een klas met 25 andere kinderen. Met één leraar. Die er dan na vijf jaar uitgeblust de brui aan geeft. Wie is daar mee gebaat?”

Lindsey (38), Stefan (47), Roan (10) en Maithé (8): “Kinderen hebben dit zelf beslist”

Ook in de moestuin kunnen Maithé en Roan bijleren, vindt mama Lindsey Knockaert.
Ook in de moestuin kunnen Maithé en Roan bijleren, vindt mama Lindsey Knockaert.© Davy Coghe

Toen Roan (10), de zoon van Lindsey Knockaert (38) en Stefan Vanbrabant (47) uit Moerkerke, in maart zelf besliste dat hij thuisonderwijs wou krijgen, volgde zijn zusje Maithé (8) al snel. Eigenlijk wou mama Lindsey dat de kinderen minstens het lager onderwijs op school zouden afwerken. “Maar de kinderen hebben zelf anders beslist. Roan voelde zich al langer niet goed in zijn vel op school. We zagen dat hij niet gelukkig was. Hoe langer hoe meer kroop hij in zijn schulp. Dan was hij met zijn Nintendo bezig of kreeg hij thuis woedeaanvallen. Als ouders wisten we niet wat er aan de hand was. Hij is dan naar een Steinerschool gegaan in Brugge, maar ook daar voelde hij zich niet goed”, vertelt mama Lindsey.

“De kinderen waren daar agressief. De juffen en meesters zagen dat wel, maar ze deden er niets aan”, zegt Roan zelf. Na een passage in nog een andere basisschool hakte Roan de knoop in maart helemaal zelf door. “Tegen een vriendje had hij gezegd dat hij thuisonderwijs zou volgen omdat hij zich daar beter bij voelde en omdat dit beter bij hem paste. Mooi toch, hoe hij dat zelf in zijn eigen woorden uitgelegd kreeg? Ik wist wel meteen dat ik de ouder zou zijn die het thuisonderwijs op mij zou nemen. Als zelfstandig transformatiecoach kan ik mijn uren goed plannen, terwijl mijn man door zijn job bij de politie minder flexibele uren heeft”, zegt mama Lindsey. Een week nadat Roan de knoop doorhakte, volgde ook zijn zusje Maithé. “Ik heb nog even getwijfeld maar nu weet ik dat ik ook thuis les wil krijgen”, zegt het meisje.

Examens

Van talmen zal weinig sprake zijn. “Roan wordt volgend jaar elf en dus zal hij in juni examen moeten afleggen bij de examencommissie. Voor het vak wiskunde hebben we alvast hulp ingeroepen in de vorm van bijles. De andere vakken doe ik zelf. Al het lesmateriaal staat hier thuis in een kast, maar lesgeven kan ik overal doen. Aan de keukentafel, maar ook in de zetel of buiten in de tuin.”

“Thuisonderwijs is niet van tien tot twaalf en van twee tot vier, het is vierentwintig uur op vierentwintig. Overal en altijd kan je de kinderen iets bijleren. Hebben ze ruzie bijvoorbeeld, dan kan je daar dieper op ingaan. Hoe los je het op? Hoe vermijd je het in de toekomst? Op school halen ze de kinderen uit elkaar en dat is het. Leerkrachten hebben op school simpelweg geen tijd om van elk kind de talenten te ontdekken en te laten bloeien.”

“Maithé was vaak veel sneller dan de andere kinderen klaar. Haar juf zei dan dat ze het iets rustiger aan mocht doen. Maar dat wou ze niet. Dat werkte niet voor haar. Nu kan ik mijn kinderen, elk op hun eigen tempo, onderwijs geven. Veel vakken kan je ook koppelen aan elkaar. Er zit wiskunde in biologie, er zit Nederlands in geschiedenis, enzovoort. Maar ook uitstapjes naar de bibliotheek en het zwembad, samen eten maken of werken in de moestuin, kan voor hen heel leerrijk zijn”, zegt Lindsey.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Toen ze de knoop doorhakte om thuisonderwijs te geven, botste Lindsey ook op sceptische reacties en vooroordelen. “Een van mijn zussen is leerkracht in het secundair onderwijs. Zij maakte zich ook zorgen omwille van sociaal contact, dat ze geen vriendjes zouden hebben. Maar dat is niet zo. Ze hebben veel vriendjes en ze hebben veel meer en veel meer divers sociaal contact dan kinderen die godganse dagen op school zitten. Als ik aan mensen vertel dat ik thuisonderwijs geef, reageren de meesten wel geïnteresseerd. Anderen hebben bedenkingen omdat ik ‘er toch niet voor gestudeerd heb’. Dat klopt, ik moet zelf ook eens nadenken over wat een bijvoeglijk naamwoord nu weer is, maar dat is toch geen obstakel? Het enige obstakel dat ik zie, is het financiële plaatje. Je krijgt geen subsidies, geen schooltoelage en je moet alles zelf betalen. Dat is de keuze die je maakt, maar ik ben blij dat ik ze gemaakt heb. Roan heeft zoveel talenten, maar die kwamen er op school niet uit. Logisch: als je een vis beoordeelt op zijn kwaliteiten om in een boom te klimmen, dan zal de vis er altijd slecht uitkomen”, zegt Lindsey. “Een vis kan toch niet in bomen klimmen, mama?”, reageert Roan gevat. “Dat leg ik je later allemaal wel nog eens uit”, glimlacht Lindsey.

Maïté (39) en Noah (7): “Ik kon het niet erger verbrodden dan de juf”

Terwijl zoon Noah op kamp is, maakt Maïté zich klaar voor een nieuw schooljaar.
Terwijl zoon Noah op kamp is, maakt Maïté zich klaar voor een nieuw schooljaar.© Davy Coghe

De keuze voor thuisonderwijs voor haar zoon Noah was er voor mama Maïté Van Lysebetten eentje uit noodzaak. “Ik heb alle opties overlopen en uiteindelijk voor thuisonderwijs gekozen. Nog geen seconde spijt van gehad”, zegt Maïté.

Haar zoon Noah is op kamp en kon tijdens het interview niet aanwezig zijn. “Nu kan hij dat, op kamp gaan. Toen hij nog naar school ging, was hij zodanig overprikkeld van een hele dag op school dat zoiets er niet meer bij kon. Eigenlijk zou Noah zijn hobby’s, dansen en voetbal, aan de kant moeten zetten om het aan te kunnen om een hele dag op school te zitten. Dat kan toch ook de bedoeling niet zijn?”, vraagt Maïté Van Lysebetten uit Sint-Denijs zich af.

Nochtans startte Noah als kleuter wel in het eerste kleuterklasje. “Tot in november ging dat telkens goed, maar vanaf dan zag ik dat hij zich altijd maar slechter in zijn vel voelde. Dan volgden er woede-uitbarstingen, wist hij met zichzelf geen raad”, vertelt Maïté. “Ik herkende veel signalen van ADHD bij Noah – ik heb het ook – en uiteindelijk heb ik hem op zijn zes jaar laten testen en bleek hij het ook te hebben. De directie van de school waar hij toen zat, wou wel mee in het verhaal maar de juffen niet. En dan stopt het natuurlijk. Als je de juffen niet mee hebt, heb je brute pech”, klinkt het.

Sociaal contact

Noah startte nog in het eerste leerjaar, maar stapte uiteindelijk toch over naar thuisonderwijs. “Ik durfde de stap eerst niet zetten. Als je zelf het onderwijs organiseert, heb je zijn toekomst helemaal zelf in handen en dat maakte me onzeker. Anderzijds was ik er zeker van dat ik het niet nóg erger kon verbrodden dan de juffen en dus waagde ik de stap”, zegt Maïté.

Met succes. “Noah had een gloeiende hekel aan schrijven. Op school ging het te snel, hij voelde dat hij niet mee kon. Met een andere schrijfmethode lukt het hem wel en nu schrijft hij graag”.

Angst voor een gebrek aan sociaal contact met andere kinderen heeft Maïté niet. “Hoeveel sociaal contact hebben ze op school? Ja, ze zien veel kindjes maar ze moeten stil zijn in de klas. Twee keer per dag een kwartiertje speeltijd, is dat sociaal contact? Noah ziet nu ook veel kindjes en dat gaat beter dan op school. Hij is rustiger en de kindjes zijn dus ook liever voor hem”, zegt Maïté. Ze kreeg ondertussen al de inspectie over de vloer. “Met een positief rapport. Ze komen vooral kijken of wat je aanbiedt wel kwaliteitsvol is en of je de eindtermen respecteert. Zolang Noah het zelf wil, zal hij thuisonderwijs krijgen. Oké, er zijn nadelen, zoals het financiële aspect. Of het feit dat ik mijn vaatwasser niet kan legen als Noah zich moet concentreren. Maar die vervallen in het niets als ik zie hoe mijn zoon open bloeit op een manier die hij op school nooit had kunnen bereiken.”

Hoe werkt dat, thuisonderwijs?

In Vlaanderen geldt de leerplicht voor kinderen tussen zes en achttien jaar, vanaf schooljaar 2020-2021 vanaf vijf jaar. Leerplicht – geen schoolplicht – en dus is het toegelaten om je kinderen zelf onderwijs te geven. Kinderen die thuisonderwijs krijgen, moeten examens afleggen bij de examencommissie, op controle gaan bij een Centrum voor Leerlingenbegeleiding en er worden ook inspectiebezoeken thuis georganiseerd. Tot daar de verplichtingen, voor het overige zijn ouders betrekkelijk ‘vrij’ bij het invullen van hoe ze het onderwijs organiseren. Het is die vrijheid die voor vele ouders de doorslag geeft om voor thuisonderwijs te kiezen. Geen evidente keuze, want naast het persoonlijke engagement heeft het ook financiële gevolgen. Thuisonderwijs wordt niet gesubsidieerd en dus draai je op voor alle kosten van lesmateriaal.

Interactie

“Thuisonderwijs is in Vlaanderen inderdaad een kleinschalig fenomeen”, bevestigt ook pedagoog Pedro De Bruyckere van de Gentse Arteveldehogeschool. “Er zijn zoveel redenen om voor thuisonderwijs te kiezen. Soms heeft men een eigen visie op onderwijs die niet strookt met het schoolsysteem, soms zijn er religieuze redenen maar soms gaat het ook om een kind met bepaalde psychische noden dat moeite heeft om te aarden in het ‘gewone’ onderwijs”, zegt De Bruyckere. Hij wijst erop dat thuisonderwijs in Vlaanderen niet zo strikt gereglementeerd is als in Nederland. “Toch lijkt de politiek er beducht op dat thuisonderwijs niet te groot wordt. Men wil absoluut vermijden dat kinderen bepaalde basiskennis niet aanleren. Een mogelijk gevaar van thuisonderwijs schuilt volgens mij in het gebrek aan interactie, zowel met andere kinderen als met andere visies. In privéscholen – die strikt genomen ook onder thuisonderwijs vallen – is dat minder een probleem dan bij kinderen die echt bij hen thuis onderwezen worden”, waarschuwt de onderzoeker.

Vooroordelen

Die bezorgdheid is nergens voor nodig, zeggen ze bij de vzw Vlaams Huisonderwijsverbond. “Het vermeende gebrek aan sociaal contact is het grootste vooroordeel over thuisonderwijs dat er bestaat”, zegt voorzitster Katrien Roos. “Alsof thuisonderwijzers van ‘s morgens tot ‘s avonds aan hun keukentafel over de boeken gebogen zitten en hun huis niet uitkomen. Het omgekeerde is waar: thuisonderwijskinderen hebben doorgaans veel meer en veel diverser sociaal contact dan kinderen die elke dag op school zitten. Ze hebben veel meer kans om buiten te komen en sociale contacten te leggen”, klinkt het. Ook bij de vzw merken ze dat thuisonderwijs in de lift zit. “Zowel bij mensen die uit pure overtuiging de keuze maken als bij mensen die dat noodgedwongen doen. Die laatste groep begint er meestal aan met het idee om het een jaar te proberen, maar we merken dat ze bijna altijd blijven volhouden”, zegt Katrien Roos.

Lees ook de opinie van onze redacteur Laurens Kindt: “Niet elk kind past zomaar in het systeem”.