Barnum en VISO Roeselare willen één school worden in 2024

De directie van de scholengroep Sint-Michiel, de directies van beide scholen en een vertegenwoordiging van de leerlingen © STEFAAN BEEL
Jos Remaut

Dat hebben de beide Roeselaarse middelbare scholen beslist na een ruime inspraakronde, en dit werd recent ook bekrachtigd door de Scholengroep Sint-Michiel. Die neemt nu het voortouw in twee nieuwbouwprojecten op en rond Barnum, waar de scholen vanaf 2024 zullen samenvloeien.

Na het definitief begraven van het grote schoolhervormingsplan van de scholengroep Sint-Michiel wegens te veel protest, in oktober vorig jaar, luidde het dat scholen die elkaar konden vinden in een samenwerkingsproject altijd zelf iets op poten konden zetten en dat ze daarbij zelfs de steun konden krijgen van een externe begeleider. Dat Barnum en VISO dat nu relatief snel hebben gedaan, is eigenlijk niet echt een verrassing, want het was bij de voorstelling van de allereerste hervormingsplannen in juni 2017 al duidelijk dat dit de enige twee scholen waren die warm liepen voor wat toen op tafel lag : er was toen al sprake van een samenvoeging van beide in een nieuwbouw op de zogenaamde site Noord, en dat is wat nu ook gaat gebeuren.

De beide scholen vullen elkaar ook goed aan : Barnum, 482 leerlingen, biedt ASO aan, VISO, 1130 leerlingen op twee vestigingen, biedt TSO en BSO aan. Ze kunnen mekaar dus alleen maar bevruchten, en het is dan ook de bedoeling dat vanaf 2024 een gemeenschappelijke, oriënterende eerste graad zal worden aangeboden. Tot dan blijven beide nog als aparte school bestaan, al zullen vanaf 2020 leerlingen wel al keuze-uren kunnen volgen uit het aanbod van de andere school.

In de tweede en derde graad zal er voor de leerlingen een sterk en divers keuzeaanbod zijn, waarbij alle huidige richtingen behouden blijven. “We blijven daarbij, zowel als school als individueel naar de leerlingen toe de lat hoog leggen“, zeggen de directeurs Veerle Vanoost (VISO) en Serge Verlinde (Barnum). “Elke leerling zal blijvend les krijgen in klasgroepen op zijn niveau en zal in zijn talenten maximaal worden uitgedaagd.”

En al is er officieel enkel sprake van samenwerking op zowel pedagogisch als infrastructuurvlak, het is duidelijk dat men in de praktijk streeft naar één school met één korps, dat geven de beide directeurs ook toe. Over een nieuwe naam is nog niet nagedacht, zegt men.

Site Ter Berken

De vooropgestelde nieuwbouwprojecten moeten zowel het dagelijkse schoolleven als het gemeenschappelijk pedagogisch project een boost geven. Op de site Barnum zelf zullen het huidige C- en D-gebouw worden afgebroken om plaats te maken voor een nieuw scholenblok, een volledig nieuwe sporthal en een vernieuwd restaurant. Ook het internaat Noord wordt in een nieuw kleedje gestopt, zowel dat voor de meisjes als dat voor de jongens.

Maar er komt ook een tweede, nog indrukwekkender gebouw in de onmiddellijke omgeving van Barnum : hiervoor denkt men aan de site van het leegstaande rusthuis Ter Berken, dat zou worden afgebroken, om er in de plaats een gebouw voor 900 leerlingen neer te zetten. “We hebben bij het stadsbestuur meteen al een aanvraag ingediend om de site Ter Berken te kunnen verwerven”, zegt voorzitter Jan Vincent Lefere van de scholengroep Sint-Michiel. Hij heeft goede hoop dat het antwoord positief zal zijn.

De blokken A en B van het huidige Barnum zullen in de toekomst blijven bestaan, maar na de ingebruikname van de nieuwe gebouwen (waarvan het ene allicht voor de gemeenschappelijke eerste graad zal zijn en het andere voor de bovenbouw) zal VISO zijn vestigingen op het Polenplein en de Dr. Delbekestraat volledig verlaten en zullen de gebouw door de eigenaar, in hoofdzaak de kloostercongregatie, worden verkocht.

“Ruime participatie, wat men ook zegt”

Directeur Serge Verlinde gaat ook nog eens gedetailleerd in op het ruime participatietraject dat in de voorbije maanden is doorlopen, waarmee hij de kritiek wil weerleggen die al vlotjes circuleert op de sociale media en die wil laten geloven dat die participatie maar een schijnvertoning was en de resultaten werden gemanipuleerd. Serge Verlinde : “Wij geven hier in alle eerlijkheid de cijfers, u kan ze zelf komen nakijken, we hebben geen truuks gehanteerd en er zitten er ook geen in onze mouw.”

De bevraging van het personeel leverde volgende resultaten op : Bij Barnum was 92,6 % van het personeel pro samenwerking (5 mensen waren tegen), bij VISO zelfs 98,8 % (1 iemand tegen). Eén blanco stem werd niet meegerekend.

Aan de jastemmers werd daarna gevraagd welke vorm van samenwerking zij in eerste orde verkozen. Bij Barnum koos 65,1 % voor een volledige samenwerking, 34,9 % enkel voor gemeenschappelijke infrastructuur. Bij VISO zijn de cijfers nog uitdrukkelijker : 98,8 % was hier voor volledige samenwerking. Bij de mensen die kozen voor volledige samenwerking was er dan telkens nog een meerderheid die koos om die uit te rollen over de volledige cyclus en een minderheid die dat enkel in de eerste graad wou.

Bij de bevraging van het LOC (vakbond) was men in Barnum voor een volledige samenwerking enkel in de eerste graad, in VISO voor samenwerking in alle graden. Ook oudercomité, leerlingenraad, campausraad en schoolraad waren in VISO telkens voor die hoogste vorm van samenwerking.

In Barnum lag dat iets genuanceerder : in het oudercomité waren 3 van de 11 leden niet voor samenwerking te vinden. Bij de 8 die dat wél waren, waren er 3 die enkel voor infrastructurele samenwerking te vinden waren, en 5 voor de volledige samenwerking. In de leerlingenraad van Barnum kwam het tot een patstelling 9-9 wat het geloof in een samenwerking betreft, en zij die er wel in geloven zien dat enkel infrastructureel. De pedagogische raad van Barnum was pro de volle samenwerking, en de schoolraad ging voor enkel infrastucturele samenwerking of de volledige samenwerking in alle graden, afhankelijk van een aantal voorwaarden.

Er kan dus niet ontkend worden dat het in Barnum wel een beetje moeilijker en gevoeliger ligt, maar het personeel lijkt toch behoorlijk enthousiast. Het denkt door de samenwerking meer werkzekerheid te hebben en meer kansen tot ontplooiing te kunnen krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier