75 jaar Hotelschool Ter Duinen: “Hier krijgen leerlingen de passie voor de stiel mee”

In de aanloop naar de 75ste verjaardag investeerde Ter Duinen in de renovatie van ‘De Mijn’. “Hier is nu een gloednieuwe, state-of-the-art keuken in ondergebracht”, zegt directeur Peter Verbeke. (foto WVH)
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

Bij Hotelschool Ter Duinen zetten ze het nieuwe schooljaar in met een grote verjaardagstaart met 75 kaarsjes. Directeur Peter Verbeke blikt terug op het verleden, maar geeft ook zijn visie voor de toekomst van de school.

Peter Verbeke is 55 jaar en woont in Brugge. Hij was eerder als leerkracht en als directeur aan de slag in het college van Oostende. Sinds 2015 is hij directeur van Hotelschool Ter Duinen. Koken is niet aan hem besteed, maar hij tafelt wel graag.

Er is een grote bedrijvigheid in de inkomhal van Hotelschool Ter Duinen; in de volksmond beter bekend als ‘Hotelschool Koksijde’ of kortweg HK. De bordjes met nieuwe ambassadeurs worden opgehangen, de tijdslijn krijgt er een nieuw paneel bij en het standbeeld van de oprichter wordt uitgepakt. De voorbode van een stevig jaarprogramma.

Jullie laten die 75ste verjaardag hier duidelijk niet zomaar voorbijgaan.

Peter Verbeke: “Zeker niet! Als hotelschool kennen wij natuurlijk iets van feesten en als directeur zet ik graag mijn schouders onder dergelijke projecten. Dit is nog maar mijn zevende schooljaar, dus mijn eigen aandeel in die lange geschiedenis is beperkt. Ik wil echter herinnerd worden als een trendsetter en daarom werk ik met veel plezier nieuwe ideeën uit, samen met het hele schoolteam.”

Wat maakt deze school zo bijzonder?

“In de eerste plaats zijn er de leerlingen, die al op jonge leeftijd een heel bewuste studiekeuze maken. Er is hier immers maar één studierichting: je krijgt een opleiding om later in de horeca aan de slag te kunnen. Dat is dus helemaal anders dan in het ASO en daar bewonder ik die jongeren voor. Daarnaast stond ik hier ook te kijken van het uitgebreide netwerk. We schakelen onze oud-leerlingen – de Coxydiens – dikwijls in voor schoolbezoeken of stageplaatsten en daar werken zij telkens vol enthousiasme aan mee. Dat komt wellicht doordat 95 procent van onze leerlingen hier op internaat zit. Zelfs wie in de buurt woont, wil hier overnachten, uit schrik om anders iets te missen. Zo schep je vanzelf een bijzondere band met je medeleerlingen en ook met de begeleiders.”

Dat internaat kwam vorig jaar dikwijls ter sprake in de Coxydienschallenge, waarbij jullie oud-leerlingen vroegen om de school te omschrijven in één woord. Wat als ik die vraag aan u stel?

“Dan ga ik voor een ander veelgehoord antwoord: passie. Dat typeert de stiel, naast de hoge werkdruk. Onze leerkrachten en de stagebegeleiders moeten dat fameuze feu sacré dan ook trachten door te geven aan de leerlingen, zonder evenwel het beroep te romantiseren. De praktijklessen zijn onze grote troef, doordat veel leerkrachten ook met één been in het werkveld staan. Zo weten zij hoe het er echt aan toe gaat in de keuken en hoe je een eigen zaak draaiende moet houden. Hier leer je dus niet alleen maar restaurantje spelen, we stomen je echt klaar voor het werkveld.”

Er prijken drie nieuwe naambordjes van oud-leerlingen tegen de muur. Wat wordt er van hen verwacht, als ambassadeurs?

“Het ambassadeurschap is een nieuwe traditie die we in 2015 hebben opgestart. We kiezen daarbij telkens een trio uit dat zijn strepen verdiend heeft in de gastronomie, als sommelier en in de hotelwereld. Dit jaar gaat het om Jeroen Meus, Sofie Dumont en William Wouters. Enerzijds is dat een award die wij hen uitreiken, uit erkenning voor hun werk. Anderzijds vragen we hen om extra aandacht te besteden aan jongeren bij hun werkzaamheden, en om de hotelschool daarbij in de kijker te willen zetten.”

Is dat dan nodig? Gaat jullie leerlingenaantal achteruit?

“Die dalende cijfers zijn een trend die we de jongste jaren in àlle technische en beroepsopleidingen zien. Jongeren willen langer studeren en kiezen minder snel voor een vak. Tien jaar geleden zorgde Jeroen Meus met zijn Dagelijkse Kost hier nog mee voor een boost in het aantal inschrijvingen, maar sindsdien ging dat aantal achteruit. We vragen hem echter niet om leerlingen te ronselen, want we willen vooral dat de studenten hier op hun plaats zijn. De gevreesde corona-impact bleef overigens uit. Met ruim 350 inschrijvingen voor dit nieuwe schooljaar bleven die cijfers vrij stabiel.”

Geen paniek, dus?

“Zolang er gepassioneerde leerlingen en leerkrachten zijn die vol overtuiging kiezen voor de horeca – en die zijn er zeker – zie ik inderdaad geen reden tot paniek. Daarom hebben we vorig jaar overigens fors geïnvesteerd in de renovatie van het mijngebouw, waar nu een gloednieuw restaurant ‘Auguste’ is ondergebracht. Dat neemt niet weg dat we niet blind mogen zijn voor die maatschappelijke tendensen. Het specialisatiejaar, ons volwassenenonderwijs en de nieuwe bacherloropleiding Culinary arts, in samenwerking met Vives, zijn voorbeelden van hoe wij hier reeds op inspeelden. Dit, bovenop het promoten van buitenlandse stages voor de zesdejaars.”

Dit jaar staan jullie stil bij het roemrijke verleden van de school, maar wat brengt de toekomst?

“Ik vind het belangrijk dat we blijvend werk maken van de wederzijdse, goeie band met onze oud-leerlingen. Dit doen we bijvoorbeeld ook door de leerlingen menu’s van sterrenchefs te laten serveren in ons schoolrestaurant ‘De Villa’. Op die manier laten we ineens ook externen kennismaken met de school en tonen we zo onze openheid en gastvrijheid. Qua opleidingenaanbod volgen we de culinaire trends op de voet, maar willen we toch vooral blijven inzetten op de klassieke keuken, als stevige basis.”

En hoe ziet u hier persoonlijk uw toekomst?

“Ik vrees dat ik te laat ben gestart om het record van mijn voorganger te evenaren, die hier bijna twintig jaar directeur was. Niettemin wil ik hier zeker tot mijn pensioen aan de slag blijven in deze functie. Voor mij is dit immers de mooist denkbare job. Ik kan er echt van genieten om hier even rond me te kijken, lessen mee te volgen of bij oud-leerlingen langs te gaan. Dat geeft mij elke dag goesting om mijn werk voort te zetten!”

(WV)

Lees volgende week meer over de geschiedenis van de school.