Niels Destadsbader, meer dan trots: “Ik voel hier altijd warmte en verbondenheid”

Kersvers West-Vlaams Ambassadeur Niels Destadsbader: "Mijn wereld is enorm veranderd, maar ik weet waar ik vandaan kom." © Davy Coghe
Bert Vanden Berghe

Hot in Vlaanderen, God in West-Vlaanderen. Presentator, acteur en muzikant Niels Destadsbader mag naast de titel van ereburger van Deerlijk nu ook de titel van West-Vlaams Ambassadeur op zijn naam schrijven. Een hele eer, vindt hij zelf. “West-Vlaanderen is een deel van mijn DNA.”

Voor Niels was het allerminst vanzelfsprekend dat hij aanwezig was op de gala-avond van de West-Vlaams Ambassadeur. Zijn agenda zit dezer dagen nog voller dan zijn drie uitverkochte Sportpaleizen begin december. Repeteren daarvoor doet hij dicht bij huis, in de polyvalente zaal Uzien in ‘zijn’ Deerlijk. Praktisch, ja, maar Niels zet naar eigen zeggen graag zijn thuisbasis in de verf. Net als de hele provincie tout court.

“Ik ben een hele trotse West-Vlaming, ja. Ik steek het ook niet onder stoelen of banken dat ik hier geboren en getogen ben. In mijn eigen gemeente ben ik ook nog het meest op mijn gemak.” Afgelopen zomer werd hij er bekroond met het ereburgerschap en nu mag hij een jaar lang de titel van West-Vlaams Ambassadeur dragen. “Eerlijk, ik dacht dat mijn kansen vorig jaar hoger zouden zijn, omdat ik toen dacht dat ik niet meer zo’n boerenjaar zou meemaken“, lacht Niels. Maar wie zijn parcours wat gevolgd heeft, ziet dat zijn carrière alleen maar crescendo gaat. Dit jaar alleen al vijf MIA’s, een derde Zomerhit en zijn album Boven De Wolken, dat dit momentum perfect omschrijft: the sky is the limit voor de rasentertainer.

Deel van DNA

“Emma Meesseman en Delfine Persoon waren mijn twee favorieten”, vertelt hij over de concurrentie. “Ik kijk heel hard naar hen op. Wat zij het afgelopen jaar alweer gepresteerd hebben… Straf! Bovendien vind ik dat iemand als Delfine en haar sport te weinig aandacht krijgen. Als ik bij wijze van spreken een verkoudheid heb, staat het groter in de krant dan haar nieuwe wereldtitel. Dus ik had het hen absoluut gegund.”

Marietje die van achter de toog drie piepers komt geven, dat is het volkse waar ik hier zo van hou – Niels Destadsbader, West-Vlaams Ambassadeur

“Maar ik ben heel content met deze titel, echt waar. West-Vlaanderen is een deel van mijn DNA. Je probeert altijd jezelf te zijn op het scherm of op het podium. En hoe dichter bij mezelf, hoe dichter bij mijn roots. Bovendien is het als West-Vlaming vaak opboksen tegen allerlei vooroordelen, bijvoorbeeld over ons dialect. Ik heb 15 jaar dictie gevolgd om van dat vooroordeel af te kunnen raken, maar tegelijkertijd vind ik het ook leuk om dat te laten horen, zo van: gasten, ik kanne nog olsan Deirlijks.”

“Want voor mij is het allemaal hier begonnen. En dat vergeet ik niet. In Gent of Antwerpen lopen altijd en overal wel bekenden rond, maar hier niet zozeer, waardoor ze hier ook echt preus kunnen zijn op iemand van hier”, aldus Niels nog. “Ik voel dat ook heel hard als ik optreed in mijn eigen provincie. Meer dan de helft van onze optredens doen we in West-Vlaanderen en dan voel ik altijd weer die warmte en verbondenheid. Marietje die van achter de toog drie piepers komt geven… Dat is echt het volkse waar ik hier zo van hou. Want zo zit ik ook in elkaar. Liever dat dan dat ze ergens alle stoelen aan de kant schuiven voor mij. ‘Hij is nog iemand van ons’, hoor ik vaak. Ik wil hier ook niet weg. In Deerlijk kan ik echt helemaal mezelf zijn, op het gemak. Ik kan hier een paar pinten drinken zonder de hele tijd op de foto te moeten. In Brugge of Kortrijk is dat soms wat anders.” (lacht)

Voetjes op de grond

“Bovendien wonen al mijn beste vrienden hier, mijn familie… Hen zou ik echt niet kunnen missen. En die mensen rondom mij zien mij graag om wie ik ben, niet om wat ik doe. Hier durven ze ook zeggen als iets niet goed is. Ze houden mij met de voetjes op de grond. De laatste jaren is mijn wereld heel hard veranderd, maar ik denk wel dat ik het voordeel heb dat ik weet waar ik vandaan kom en dat ik het niet allemaal van de ene op de andere dag heb bereikt. Die typisch West-Vlaamse nuchterheid, zeker?”

Als je beter wil worden, dan moet je ook mensen om je heen hebben die kunnen en durven zeggen waar het op staat. Mijn moeder is op dat vlak een hele grote maatstaf. Haar oordeel vind ik heel belangrijk, want zij zit er altijd boenk op. Dus nee, ik wil zeker niet weg uit West-Vlaanderen. We hebben het hier heel goed, het is hier fijn vertoeven. Waarom zou ik het elders moeten zoeken? Of het zou al voor een héél knappe madam moeten zijn.” (lacht)

Prive

Niels Destadsbader is geboren in Kortrijk op 19 augustus 1988. Hij groeide op in Deerlijk en haalde zijn diploma woordkunst-drama in Gent. Vandaag woont hij in Deerlijk.

Loopbaan

Na zijn passage bij de jeugdreeks Amika en zijn deelname aan Steracteur Sterartiest begon Niels in 2009 als wrapper bij Ketnet. Hij kroop vanaf toen ook in de huid van Ronaldinho in F.C. De Kampioenen. Vijf jaar later maakte hij als presentator de overstap naar VTM. Als muzikant bracht hij in 2016 zijn eerste album Speeltijd uit. Een jaar later won hij zijn eerste MIA, de Radio 2 Zomerhit en stond hij op het podium van Werchter Boutique. In 2018 ging die succesreeks verder met een opvallende passage in Liefde voor Muziek, een MIA, een Zomerhit, een tweede album en twee uitverkochte Sportpaleizen. In 2019 won Niels vijf MIA’s, voor het derde jaar op rij een Zomerhit, schreef hij mee aan de titelsong voor Thuis en Familie en mocht hij de begingeneriek van Familie inzingen. Afgelopen zomer werd hij ook ereburger van Deerlijk. Dit najaar vult hij drie uitverkochte Sportpaleizen én krijgt hij een glansrol in de vierde film van F.C. De Kampioenen.

Tien West-Vlaamse vraagjes voor Niels

1. Leukste plekje in West-Vlaanderen?

“In de zetel bij mijn ouders thuis. Ik denk dat ik daar meer ben dan bij mij thuis. Als ik lang weg ben, zorgen zij voor mijn hondje. Als ik Nona ga halen, is dat vaak rond etenstijd en heeft mijn moeder vaak nog een bordje aan de kant gehouden. Als er toevallig voetbal op tv is, dan blijf ik er wel eens plakken.”

2. Meest waardevolle herinnering uit West-Vlaanderen?

“Dat moet toch mijn ereburgerschap zijn. Ik vond het altijd wat vreemd dat het zolang heeft geduurd vooraleer ik in mijn eigen gemeente gevraagd werd om op te treden. Achteraf gezien was dat wel charmant, want het betekende dat ze mij vooral zagen als ‘iemand van hier’ in plaats van een artiest. Dat ereburgerschap en dat bijhorend festival was fantastisch. Vooral om te zien hoe dat leefde en wat voor reacties ik kreeg. Ik word er nog altijd over aangesproken.”

3. Favoriete West-Vlaams liedje?

“Ik ben grote fan van Het Zesde Metaal. ‘Ploegsteert’ en ‘Naar de wuppe’ zijn machtige nummers. Wannes is ook een supertoffe gast. Ook al brengt hij iets alternatiefs, toch is hij niet vies om een breed publiek aan te spreken. Een paar jaar geleden sprak hij me aan op de MIA’s en het klikte meteen, West-Vlamingen onder elkaar.”

4. Lekkerste bier van bij ons?

“Ik drink eigenlijk alle bieren graag. Op een trouwreceptie bijvoorbeeld ga je me ook sneller vinden met een pintje dan met een glas cava of champagne. En eentje van ons? Een Kwaremont (gebrouwen door Brouwerij De Brabandere uit Harelbeke, red.) dan maar.”

5. Mooiste West-Vlaamse woord?

“Skrèèmstjin (huilebalk, red.). In een filmpje had Onversneden Stijn mij zo genoemd. Ik kon daar wel mee lachen, want ik kan mezelf ongelooflijk relativeren. De hele dag stuurden mijn maten dan ook dat woord naar mij. En eigenlijk is dat wel een machtig woord.”

6. Mooiste West-Vlaamse uitdrukking?

Het zwin deur de bjiten joagen. Tijdens een optreden vraag ik altijd of het publiek er zin in heeft, maar als ik die uitdrukking in West-Vlaanderen gebruik, dan heb ik ze al meteen mee.”

7. West-Vlaams streekproduct bij uitstek?

“De frietjes van Don Diego in Deerlijk. Iemand als mijn broer kan zichzelf verliezen in smaken of combinaties, maar ik word vooral gelukkig van frieten, een goeie hamburger en een pintje. Een zevengangenmenu, daar word ik ongemakkelijk van. Bij Don Diego ga je niet alleen voor de lekkere frieten, maar ook voor zijn geweldige verhalen. En niet onbelangrijk: je krijgt er ook wachterkes!”

8. Lekkerste West-Vlaams gerecht?

“De balletjes in tomatensaus van mijn moeder. Sinds ik dat eens liet vallen in een interview, maken mensen dat voor een optreden vaak klaar. En ik heb er al veel lekkere geproefd, maar aan die van mijn moeder kan niemand tippen!” (lacht)

9. Mooiste West-Vlaamse traditie?

“De jaarlijkse interclubtennis met mijn vrienden. We zijn dit jaar West-Vlaams kampioen geworden in onze reeks, maar in de kwartfinale van het Belgisch kampioenschap zijn we uitgeschakeld, wat wel balen was. Het was wel geweldig: we zijn letterlijk met een hele bus vanuit Deerlijk naar het ‘grote Antwerpen’ getrokken en waren dus al van tien uur aan het aperitieven. Tja, we blijven wel van Deerlijk, hé. Weet je wat het is? Ik speel met gasten bij wie ik al heel mijn leven in de klas heb gezeten of heb gevoetbald. Dan is dat echt voor het plezier. Wel grappig: al die mannen waren daar in dezelfde propere outfitjes, terwijl wij al blij waren dat we onze tennisschoenen mee hadden.” (lacht)

10. Waar ben je als West-Vlaming het meest trots op?

“De taal. Er wordt dikwijls lacherig over gedaan of moppen over gemaakt. En daar kan ik ook mee lachen. Maar je moet eens luisteren naar alle dialecten in Vlaanderen. Er zitten lelijkere dingen tussen ook. En West-Vlamingen of niet, ze zingen allemaal ‘Skwon meiske’ mee. Nee, we mogen echt preus zijn op onze taal!”

Prive

Niels Destadsbader is geboren in Kortrijk op 19 augustus 1988. Hij groeide op in Deerlijk en haalde zijn diploma woordkunst-drama in Gent. Vandaag woont hij in Deerlijk.

Loopbaan

Na zijn passage bij de jeugdreeks Amika en zijn deelname aan Steracteur Sterartiest begon Niels in 2009 als wrapper bij Ketnet. Hij kroop vanaf toen ook in de huid van Ronaldinho in F.C. De Kampioenen. Vijf jaar later maakte hij als presentator de overstap naar VTM. Als muzikant bracht hij in 2016 zijn eerste album Speeltijd uit. Een jaar later won hij zijn eerste MIA, de Radio 2 Zomerhit en stond hij op het podium van Werchter Boutique. In 2018 ging die succesreeks verder met een opvallende passage in Liefde voor Muziek, een MIA, een Zomerhit, een tweede album en twee uitverkochte Sportpaleizen. In 2019 won Niels vijf MIA’s, voor het derde jaar op rij een Zomerhit, schreef hij mee aan de titelsong voor Thuis en Familie en mocht hij de begingeneriek van Familie inzingen. Afgelopen zomer werd hij ook ereburger van Deerlijk. Dit najaar vult hij drie uitverkochte Sportpaleizen én krijgt hij een glansrol in de vierde film van F.C. De Kampioenen.

Tien West-Vlaamse vraagjes voor Niels

1. Leukste plekje in West-Vlaanderen?

“In de zetel bij mijn ouders thuis. Ik denk dat ik daar meer ben dan bij mij thuis. Als ik lang weg ben, zorgen zij voor mijn hondje. Als ik Nona ga halen, is dat vaak rond etenstijd en heeft mijn moeder vaak nog een bordje aan de kant gehouden. Als er toevallig voetbal op tv is, dan blijf ik er wel eens plakken.”

2. Meest waardevolle herinnering uit West-Vlaanderen?

“Dat moet toch mijn ereburgerschap zijn. Ik vond het altijd wat vreemd dat het zolang heeft geduurd vooraleer ik in mijn eigen gemeente gevraagd werd om op te treden. Achteraf gezien was dat wel charmant, want het betekende dat ze mij vooral zagen als ‘iemand van hier’ in plaats van een artiest. Dat ereburgerschap en dat bijhorend festival was fantastisch. Vooral om te zien hoe dat leefde en wat voor reacties ik kreeg. Ik word er nog altijd over aangesproken.”

3. Favoriete West-Vlaams liedje?

“Ik ben grote fan van Het Zesde Metaal. ‘Ploegsteert’ en ‘Naar de wuppe’ zijn machtige nummers. Wannes is ook een supertoffe gast. Ook al brengt hij iets alternatiefs, toch is hij niet vies om een breed publiek aan te spreken. Een paar jaar geleden sprak hij me aan op de MIA’s en het klikte meteen, West-Vlamingen onder elkaar.”

4. Lekkerste bier van bij ons?

“Ik drink eigenlijk alle bieren graag. Op een trouwreceptie bijvoorbeeld ga je me ook sneller vinden met een pintje dan met een glas cava of champagne. En eentje van ons? Een Kwaremont (gebrouwen door Brouwerij De Brabandere uit Harelbeke, red.) dan maar.”

5. Mooiste West-Vlaamse woord?

“Skrèèmstjin (huilebalk, red.). In een filmpje had Onversneden Stijn mij zo genoemd. Ik kon daar wel mee lachen, want ik kan mezelf ongelooflijk relativeren. De hele dag stuurden mijn maten dan ook dat woord naar mij. En eigenlijk is dat wel een machtig woord.”

6. Mooiste West-Vlaamse uitdrukking?

Het zwin deur de bjiten joagen. Tijdens een optreden vraag ik altijd of het publiek er zin in heeft, maar als ik die uitdrukking in West-Vlaanderen gebruik, dan heb ik ze al meteen mee.”

7. West-Vlaams streekproduct bij uitstek?

“De frietjes van Don Diego in Deerlijk. Iemand als mijn broer kan zichzelf verliezen in smaken of combinaties, maar ik word vooral gelukkig van frieten, een goeie hamburger en een pintje. Een zevengangenmenu, daar word ik ongemakkelijk van. Bij Don Diego ga je niet alleen voor de lekkere frieten, maar ook voor zijn geweldige verhalen. En niet onbelangrijk: je krijgt er ook wachterkes!”

8. Lekkerste West-Vlaams gerecht?

“De balletjes in tomatensaus van mijn moeder. Sinds ik dat eens liet vallen in een interview, maken mensen dat voor een optreden vaak klaar. En ik heb er al veel lekkere geproefd, maar aan die van mijn moeder kan niemand tippen!” (lacht)

9. Mooiste West-Vlaamse traditie?

“De jaarlijkse interclubtennis met mijn vrienden. We zijn dit jaar West-Vlaams kampioen geworden in onze reeks, maar in de kwartfinale van het Belgisch kampioenschap zijn we uitgeschakeld, wat wel balen was. Het was wel geweldig: we zijn letterlijk met een hele bus vanuit Deerlijk naar het ‘grote Antwerpen’ getrokken en waren dus al van tien uur aan het aperitieven. Tja, we blijven wel van Deerlijk, hé. Weet je wat het is? Ik speel met gasten bij wie ik al heel mijn leven in de klas heb gezeten of heb gevoetbald. Dan is dat echt voor het plezier. Wel grappig: al die mannen waren daar in dezelfde propere outfitjes, terwijl wij al blij waren dat we onze tennisschoenen mee hadden.” (lacht)

10. Waar ben je als West-Vlaming het meest trots op?

“De taal. Er wordt dikwijls lacherig over gedaan of moppen over gemaakt. En daar kan ik ook mee lachen. Maar je moet eens luisteren naar alle dialecten in Vlaanderen. Er zitten lelijkere dingen tussen ook. En West-Vlamingen of niet, ze zingen allemaal ‘Skwon meiske’ mee. Nee, we mogen echt preus zijn op onze taal!”