Nathan en Maaike Bruinink wonen in Gijverinkhove: “Zalig rustig thuis na een dag in de drukte”

Nathan Bruinink en Maaike Wullaert met hun 16 maanden oude dochter Nora. “We zijn blij dat ze in een dorp met leeftijdsgenootjes zal kunnen opgroeien.” (foto AB)©Anne Bovyn
Nathan Bruinink en Maaike Wullaert met hun 16 maanden oude dochter Nora. “We zijn blij dat ze in een dorp met leeftijdsgenootjes zal kunnen opgroeien.” (foto AB)©Anne Bovyn
Redactie KW

Nog geen duizend inwoners, maar toch een dorp uit de duizend. Dat is Gijverinkhove voor Nathan Bruinink (32) en zijn vriendin Maaike Wullaert (26) en dochtertje Nora. Nathan groeide op de boerenbuiten op, Maake in de stad. “Alles kan altijd beter, maar nadelen aan deze plek zien wij niet.”

Nathan Bruinink groeide twee straten verder op in de Izenbergse Sleutelstraat waar zijn ouders een schapenboerderij hadden. Maaike is afkomstig van Diksmuide centrum, maar bracht haar jeugd door in Oostduinkerke vooraleer ook nog drie jaar in het centrum van Veurne te wonen.

“Toen ik zeven jaar geleden via een gemeenschappelijke vriendin Maaike leerde kennen, woonde ik in een piepklein rijhuisje zonder tuin in Poperinge”, vertelt Nathan. “Ik dacht: dit is een goed begin. Maar niets is minder waar. Een stukje eigen tuin is toch echt wel een must voor iedereen, denk ik. Onze gezinswoning moest dus al zeker een tuin hebben.”

Minstens even prioritair was de kostprijs: “Wij waren allebei jonge starters toen we gingen samenwonen. We hadden een budget en konden daar niet boven gaan. De locatie was ook van belang; ons huis lag bij voorkeur tussen Vleteren – waar ik werk – en Koksijde, waar Maaike werkt. En het moest een hedendaags en instapklaar huis zijn, geen ruïne. Voor het eerst samenwonen, is al een hele uitdaging, Maaike zag de stress van verbouwen absoluut niet zitten.”

“Ik vond het ook belangrijk om buren te hebben en met hen een goed contact te hebben”, komt Maaike tussen. “Te velde gaan wonen, was voor mij geen optie.”

De Drie Ridders

Nathan en Maaike gingen enkele huizen bekijken. Zo was er onder meer een huis in Leisele dat er op foto goed uit zag, maar in de realiteit een stuk minder. “Er waren veel kosten en werk aan en de vraagprijs was vrij hoog”, vertelt Maaike. “We zijn gelukkig vrij snel in Gijverinkhove uitgekomen. Langs de Weegschede, naast restaurant De Drie Ridders, waren net vier nieuwe huizen gebouwd en er was er nog eentje vrij. De woning beantwoordde aan al onze vereisten en amper een dag na de rondleiding hebben we het pand gekocht.”

Dat er in Gijverinkhove geen winkels zijn, vindt het koppel geen minpunt. “Ik werk in een grootwarenhuis en een deel van onze boodschappen koop ik daar. Voor een bakker gaan we naar Lo of naar Alveringem. Hebben we iets te kort, dan is de Spar in Leisele of Lindsey’s supermarkt in Alveringem niet ver. Korte keten vind ik heel belangrijk! Groenten en fruit komen zo veel mogelijk van bij de boer en vlees kopen we in de hoeveslagerij van De Drie Ridders hier tweehonderd meter verder”, klinkt het. “Onze dochter Nora gaat in Beveren naar de crèche. Ook dat is vlakbij. Pas op, mocht er hier opnieuw een dorpswinkel komen, dan zouden wij die met open armen ontvangen. Er is wel een nieuw restaurant op komst. Ook dat is leuk!”

Buren zijn vrienden

Maaike geeft toe dat ze initieel enthousiast was over het huis, maar een stuk minder opgetogen over de ligging. “Ik heb altijd in een stad met veel voorzieningen gewoond waar je alles te voet of met de fiets kon doen. Maar nu zou ik hier niet meer weg willen. Na de drukte van de job is het zalig thuiskomen in de stilte, hoewel hier bepaalde periodes van het jaar ‘s morgens vroeg en ‘s avonds laat behoorlijk veel zwaar landbouwverkeer passeert.”

“De buren – links en rechts zijn het jonge mensen – zijn ondertussen vrienden geworden. Dat maakt het plezant. Op een mooie zomeravond gaan we wel eens picknicken op het speelplein. Dat het dorpscafé Fairplay vermoedelijk geen lang leven meer beschoren is, is wel spijtig. Nathan en de andere jonge vaders uit de straat gaan er wel eens graag samen een pintje drinken. Een dorpscafégaan de mannen hier wel missen.”

(AB)