Natalia Shalikashvili: “In mijn land had ik geen toekomst”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Vandaag: Natalia Shalikashvili. Natalia komt uit Georgië en kan prachtig piano spelen. Door de grijze toekomst in haar moederland trok ze naar België. Eerst woonde ze in Ingelmunster, daarna trok ze naar Kortrijk.

Wanneer ik haar met een vriendin tegenkom op straat en vraag of ze wil praten, twijfelt ze geen moment. Maar zegt die vriendin: ‘Je moet haar horen pianospelen.’ Zelf wil Natalia Shalikashvili ook graag laten horen wat ze aan het klavier vermag. En zo komt het dat we enkele dagen later afspreken in Kaffee Damast waar een vleugelpiano staat opgesteld. Ee paar dagen later, iets voor de middag, hoor ik er de dromerige klanken door de deur naar buiten sijpelen, en meen ik flarden Sjostakovich, Debussy, Einaudi te herkennen, dan weer Yann Tiersen of Federico Albanese. Ik hou wel van pianomuziek, maar ben ver van een kenner. “Nee, niets van dit alles,” zegt Natalia Shalikashvili, “tegenwoordig beperk ik me tot wat improvisaties.”

Wie zo kan improviseren, verdient een podium, maar Natalia ziet het musiceren alleen nog als een hobby. In het Georgië, waarvan ze afkomstig is, studeerde ze ooit zeven jaar lang piano. Ze leerde er ook dirigeren. Maar op haar negentiende vertrok ze. 5000 km ver. De toekomst in haar land oogde grijs. “Ik zag er geen kans om me te ontwikkelen, om mijn dromen waar te maken,” legt ze uit. Het land kreunde onder de corruptie en er was de voortdurende dreiging van de Sovjet-Unie. Natalia kwam eerst in Aarlen terecht. “Ik had er een supergoeie vriendin, Colette Clement, die me geholpen heeft. Daar heb ik ook wat Frans geleerd.” Een jaar later kwam ze in Ingelmunster terecht. Het OCMW zocht er iemand die kon tolken in het Russisch. “De Vlamingen bleken veel minder stug en nors dan de Walen me hadden laten geloven,” vertelt Natalia. “De eerste jaren, toen ik nog geen papieren had, kwam ik afwisselend mensen tegen die het goed en minder goed met me voorhadden. Maar uit alle ervaringen leer je. Eén van de mensen aan wie ik veel te danken had in het begin, was Jean-Pierre Deven, van café De Fagot. Hij had er een buffetpiano staan waar ik mocht op spelen, en hij heeft me vaak geholpen met mijn papieren. Mijn grote geluk was dat in 2000 prins Filip in het huwelijk trad en als gevolg daarvan tal van migratiedossiers werden geregulariseerd. Ik heb uiteindelijk negen jaar in Ingelmunster gewoond. In 2010 ben ik naar Kortrijk gekomen. Hier had ik meer mogelijkheden om te groeien, om te ademen, te ontwikkelen.” Ze zegt het in een mooi, verzorgd Nederlands dat ze soms ongewoon schattig uitspreekt. Ooit kreeg ze een taalbad aan de Gentse universiteit. “Ik heb veel kansen gekregen in België,” zegt ze. “Daar blijf ik dit land eeuwig dankbaar voor.”

Opvoedster zoekt werk

“Aanvankelijk hoopte ik natuurlijk iets te kunnen doen met mijn muziek. Ik heb jaren geleden een stage gevolgd aan de muziekacademie van Tielt, maar werk vinden zat er niet in. En er moest brood op de plank komen. In België bestaat er niet zo’n traditie van live-muziek. Men zet hier makkelijk een cd’tje op. Ik heb het geluk gehad dat ik enkele jaren geleden, dankzij de VDAB in Kortrijk een opleiding kon volgen voor opvoeder-begeleider. Dat gebeurde aan het CVO Miras, een supertoffe school met heel behulpzame leerkrachten. Ik voelde er dagelijks hun steun, hun hulp. En dat betekende heel veel voor mij. Want ik heb een zoon van tien, en het is niet altijd gemakkelijk om alles te combineren. Ik ben intussen afgestudeerd en hoop nu dat er snel iets komt. Ik heb eerder dit jaar een stageperiode afgewerkt in De Kindervriend in Rollegem. Een heel goeie ervaring. Ik heb het graag gedaan. Het komt goed. Er is werk genoeg in de sector. Alleen zijn de uren niet altijd makkelijk. Ik zoek een job waarvan de werkuren zich in de dag situeren, omdat ik er ook wil zijn voor mijn zoon. Misschien kan ik ook wel iets doen met muziek in mijn job. Voor mijn eindwerk heb ik iets met muziektherapie gedaan en daarmee heb ik heel goed gescoord. Dus, wie weet.”

Nuttig voor de medemens

Intussen is Natalia al langer in België dan ze ooit in Georgië was. “Georgië is mijn moederland en België mijn vaderland,” zegt ze met een schuchter lachje. “Ik mis mijn land. Het zit in mijn bloed. Ik ben een Georgische. Maar mijn zoon is hier geboren. Hij gaat hier naar school, heeft hier zijn vrienden. Dat is anders natuurlijk. Ja, ik mis Georgië elke dag. Ik heb veel contact met mijn familie daar. Het is helaas al 2 jaar dat ik er niet meer ben geraakt. Hopelijk lukt het volgend jaar wel. Pas op, ik ben gelukkig hier. België is een goed land. Er is hier geen oorlog. Ik ben iedereen super dankbaar voor de kansen die ik krijg. En heb ik het moeilijk, dan put ik hoop en energie uit mijn muziek en mijn geloof. Elke avond sta ik even stil bij de dag die geweest is. En dan vraag ik me af: heb ik iets nuttigs gedaan vandaag? Heb ik iets goeds gedaan? Een moment van zelfreflectie eigenlijk. Wat was er minder? Wat had ik beter kunnen doen? Ik zou graag nuttig zijn voor de mensen. Iets voor hen betekenen. Of dat nu met mijn muziek is of als opvoedster. Of beide tegelijk. Ik hoef niet rijk te worden. Ik verzamel geen dure objecten. Dat is niets voor mij. Ik zou graag gezond blijven. Met mijn zoon rond mij en andere mensen die ik graag heb.”

Terug naar Georgië

Natalia mag dan vol lof zijn voor haar nieuwe vaderland, ooit wil ze naar haar moederland terugkeren, naar Georgië. Ze heeft er nog haar moeder en een broer en tal van ooms en tantes. “De familiebanden zijn sterk in Georgië. Als we er terugkeren is er voortdurend feest. Het is een prachtig land. Er komen veel toeristen. Het is er warm en de mensen zijn er gastvrij. Poetin tracht de mensen af te schrikken, zegt dat het er onveilig is, maar daar is niets van aan. Hij dreigt voortdurend. Maar ook veel Russen gaan in Georgië met vakantie. Wie van de natuur houdt, de bergen, de zee, lekker eten en goeie wijnen, kan nergens beter terecht. Maar zelf zou ik er van nul moeten herbeginnen. En zolang mijn zoon niet volwassen is, denk ik niet aan terugkeren. Want hij moet zelf kunnen beslissen of hij mee wil of niet. Ik praat wel geregeld Georgisch met hem. Hij spreekt de taal, al hoor je dat hij er niet is opgegroeid. Ik wacht het juiste moment af. Nee, ik heb er absoluut geen spijt van dat ik naar België ben gekomen. Als ik in Georgië was gebleven, had ik me nooit zo kunnen ontwikkelen. Er was heel veel corruptie in het land. Je familie moest geld hebben, wou je kansen krijgen. En hier heb ik wel kansen gekregen. Nee, natuurlijk, het gaat niet vanzelf, maar als je op je luie kont blijft zitten en met je vingers draait, gebeurt er nooit iets.”

Met de zegen van God

“Als ik het moeilijk heb, dan heb ik mijn muziek en mijn geloof,” zegt Natalia. “Gelukkig hebben we hier in Kortrijk een orthodoxe kerk. Mijn zoon en ik nemen ‘s zondags deel aan de liturgie. Ik zing er in het kerkkoor. Ik heb veel steun aan mijn geloof. Ik verwacht niet dat God mijn problemen oplost. Nee, mijn God sterkt me om dat zelf te doen. Hij helpt me om zelf in actie te schieten. Hij heeft ons de hersenen gegeven om creatief te denken. Ik doe mijn best. Ik ben ook maar een mens, verre van perfect. Maar ik probeer goed te doen, tracht anderen geen pijn te doen. Echt blijven, zuiver. Daar gaat het om. En dat is niet makkelijk. Ik ga naar de kerk om mijn ziel te zuiveren en in dialoog te treden met God. Ik ben zo opgevoed. Pas op, onder het Sovjet-regime was het verboden om naar de mis te gaan. Het communisme liet dat niet toe. Maar Georgië is een gelovig land met diepgewortelde tradities. En mensen volgen er die tradities nog.”