Nachtopvang voor daklozen ook in Roeselare meer dan ooit nodig: “Anders zou ik bevriezen”

Wouter (fictieve naam) is al drie jaar dakloos en maakt intensief gebruik van de nachtopvang.©STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Wouter (fictieve naam) is al drie jaar dakloos en maakt intensief gebruik van de nachtopvang.©STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Philippe Verhaest

De haast Siberische temperaturen van afgelopen week waren voor weinig mensen een pretje. Niet in het minst voor zij die geen dak boven hun hoofd hebben en de straat als thuis (moeten) omschrijven. De stedelijke nachtopvang van Roeselare draait momenteel overuren en daar zijn de gebruikers dankbaar voor. “Zonder dit dak boven ons hoofd zat ik nu ergens half te bevriezen.”

De nachtopvang voor daklozen in Roeselare werd in de winter van 2013 en 2014 opgestart. “We kregen toen verschillende signalen over een toenemende problematiek rond dak- en thuisloosheid”, duidt OCMW-voorzitter Bart Wenes (CD&V). “Met financiële steun van de provincie hebben we toen een winternachtopvang gerealiseerd.” Daarbij werden enkele woningen, verspreid over de stad, ingezet, waar daklozen zonder begeleiding konden overnachten.

Pas in 2017 werd een permanent initiatief op poten gezet, met één gecentraliseerde plek langs de Noordlaan waar tien mensen of dertien tijdens extreme weersomstandigheden konden overnachten. “Mét de nodige opvolging om hun situatie grondig aan te pakken.”

In 2017 maakten 238 unieke personen gebruik van de nachtopvang, afgelopen jaar waren dat er 210. “Een lichte daling, maar het aantal gemiddelde personen blijft wel stijgen”, vervolgt Bart Wenes. “Door Covid-19 hebben we onze capaciteit ook moeten halveren, maar door de samenwerking met hotel De Bonte Os konden we toch voldoende overnachtingsplaatsen aanbieden. Al moesten we in 2020 maandelijks gemiddeld 67 mensen ontgoochelen omdat onze maximumcapaciteit bereikt was. Extra ruimte is dus meer dan nodig.”

Die komt er ook, want de werken aan de nieuwe nachtopvang zijn ondertussen gestart. “De grondwerken zijn aan de gang en bedoeling is dat we in de loop van volgende winter ‘t PosThuis zullen kunnen in gebruik nemen: een nieuwe veilige haven met 21 slaapplaatsen, te vinden nabij de koer van het voormalig Bpost-gebouw langs de Hugo Verrieststraat. Een stevige inspanning, maar wel een broodnodige.”

Nachtje doorwandelen

Dat beseft ook Wouter*. De 47-jarige Roeselarenaar is ondertussen een goeie drie jaar dak- en thuisloos en maakt intensief gebruik van de nachtopvang. “In 2016 ben ik door drugsgerelateerde feiten in de gevangenis beland”, legt hij uit. “Ik werd op basis van vermoedens veroordeeld en moest zes maanden achter de tralies, maar die hebben mijn hele leven wel op losse schroeven gezet. Terwijl ik in de gevangenis zat, kon ik de huur van mijn woning niet meer betalen en zo raakte ik het dak boven mijn hoofd kwijt. Toen ik vrij kwam, was ik zo goed als alles kwijt.”

“Gewapend met soep en koffie willen we zoveel mogelijk mensen in nood bereiken”

Overdag leeft Wouter in de straten van het Roeselaarse stadscentrum, maar klopt hij ook regelmatig aan bij de dagopvang op Site Noord. “En ‘s nachts verblijf ik in de nachtopvang in de Noordlaan of in De Bonte Os. Eerlijk? Dit initiatief is levensreddend. Zonder deze plaatsen zou ik deze week ergens half aan het bevriezen geweest zijn. In het verleden heb ik al nachten met stevige vriestemperaturen op straat doorgebracht. Dan zoek je een ‘warm’ plekje in het station of wandel je gewoon een hele nacht door. Om de koude toch een beetje proberen te verdrijven.”

Straathoekwerker Thomas Goethals en OCMW-voorzitter Bart Wenes in de nachtopvang in de Noorderlaan. Die wordt straks voor een nieuw en groter complex ingeruild. (foto SB)©STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Straathoekwerker Thomas Goethals en OCMW-voorzitter Bart Wenes in de nachtopvang in de Noorderlaan. Die wordt straks voor een nieuw en groter complex ingeruild. (foto SB)©STEFAAN BEEL Stefaan Beel

Tijdens de eerste lockdown sloot de nachtopvang even helemaal de deuren. “Toen had ik geen andere keuze dan mijn nachten op straat door te brengen of aan te kloppen bij vrienden en kennissen. Elke ochtend ontwaakte ik met dezelfde vraag: ‘waar zal ik vanavond slapen?’. Dan pas besef je hoe belangrijk dergelijke initiatieven zijn. Ik word hier ook écht geholpen. Samen met mijn coach ben ik bezig om mijn papieren opnieuw aan te vragen en ik wil straks ook een opleiding volgen. Ik heb vroeger altijd in de bouwsector gewerkt, straks wil ik daar opnieuw in aan de slag. En drie weken geleden had ik een intakegesprek om naar een doorgangswoning te verhuizen. Mijn toekomst ziet er opnieuw rooskleurig uit, met dank aan de mensen die me hier helpen. Ik hoop dat ik binnen afzienbare tijd mijn drie kinderen met wie ik nog altijd een goed contact heb weer in mijn eigen huis kan zien.”

Drempel blijft hoog

Dat is net de bedoeling van het hele verhaal, benadrukt Bart Wenes. “Onze straathoekwerkers Nele Sercu en Thomas Goethals gaan elke avond minstens één keer op pad om dak- en thuislozen aan te spreken. Afgelopen weken deden ze dat zelfs bijna dagelijks, gewapend met warme soep en koffie. Op die manier willen we zoveel mogelijk mensen in nood bereiken, al is de drempel vaak nog hoog. Terwijl dat echt zo niet hoef te zijn. We zijn er om een helpende hand te reiken. Want niemand verdient het om op straat te moeten leven.”

*Wouter is een fictieve naam. Identiteit en contactgegevens bij de redactie bekend.

Het profiel

De leeftijd van de gebruikers van de nachtopvang varieert sterk. Ongeveer de helft bevindt zich in de leeftijdsgroep tussen 25 en 40 jaar. “Al stellen we wel een stijgende groep jongeren tot 25 jaar vast”, stelt OCMW-voorzitter Bart Wenes. “Zij vormen nu ongeveer tien procent van onze volledige gebruikersgroep. Een minderheid is ouder dan vijftig en heel uitzonderlijk moeten we ook ouderen van boven de zeventig jaar opvangen.”

Twee derde van alle gebruikers is alleenstaand en man. “In 2019 was er dan weer een sterke stijging van het aantal koppels. Dat jaar maakten zijn twintig procent van het totaal uit. We vermijden wel om gezinnen met kinderen te moeten opvangen, iets waar we in 2019 in slaagden. Van zodra er een cliëntsysteem wordt aangemeld waarin ook sprake is van minderjarige kinderen die in dakloosheid verkeren, zoeken we meteen een andere oplossing. We willen hen absoluut niet met de nachtopvang confronteren. Dan zetten we het stadspatrimonium in, doen we beroep op caritatieve organisaties en werken we samen met partners zoals het CAW.

Zeventig tot tachtig procent van alle geregistreerde gebruikers heeft de Belgische nationaliteit. “Van het resterende aantal is ongeveer de helft Europeaan. Iets wat bewijst dat nachtopvang een erg autochtoon verhaal is. De allochtone bevolking verzorgt heel sterk een eigen netwerk.

De grootste reden waarom iemand dakloos wordt, is uithuiszetting of andere huisvestingsproblematieken. “Maar ook relationele of familiale problemen en psychische of verslavingskwesties kunnen aan de basis liggen.” (PVH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier