Na de ‘neen’ van Beke: Zuid-West-Vlaamse gemeenten zetten toch zelf contactopsporing op

Wouter Beke, Vlaams minister van Welzijn, en het Agentschap Zorg en Gezondheid geven de lokale initiatieven geen toestemming om de platformen en databanken van de Vlaamse contacttracers te gebruiken. © belga
Olaf Verhaeghe

Het overleg tussen de 14 Zuid-West-Vlaamse gemeenten, minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) en het Agentschap Zorg en Gezondheid heeft niet het verhoopte resultaat opgeleverd. De 14 gemeenten krijgen geen toelating om gebruik te maken van de Vlaamse databanken en platformen. Zeker 5 van die 14 gemeenten gaan nu toch zelf aan contacttracing te doen: Kortrijk, Menen, Deerlijk, Wervik en Waregem. “En er volgen er zeker nog.”

Zoals bekend willen 14 Zuid-West-Vlaamse gemeenten een regionaal contactopsporingscentrum op poten zetten. Om de aanpak te stroomlijnen met de Vlaamse contacttracers vroegen de gemeenten toestemming aan het Agentschap Zorg en Gezondheid, om gebruik te maken van de geijkte Sciensano-platformen en databanken. Dubbele telefoontjes – en dus dubbel werk – vermijden was daarvoor de voornaamste reden.

Maar die toestemming van Vlaanderen kwam er niet. Het Agentschap Zorg en Gezondheid en het kabinet van Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) hielden het been stijf, ook tijdens een overleg donderdagnamiddag. Dat overleg – volgens insiders een ‘hallucinante vertoning waarbij de lokale besturen aan het lijntje werden gehouden’ – mondde uit in een ‘neen’ voor de lokale initiatieven. Het Agentschap Zorg en Gezondheid houdt het opbellen van mensen die positief testten en hun contacten liever centraal in handen.

Meteen vijf gemeenten ingestapt

Maar W13 – de welzijnsintercommunale in Zuid-West-Vlaanderen – en de Zuid-West-Vlaamse gemeenten zetten toch door. Voorzitter van de welzijnsintercommunale Philippe De Coene (SP.A-schepen in Kortrijk) stelt dat alle middelen, mensen en methoden voorhanden zijn om op een kwaliteitsvolle manier van start te kunnen gaan. “We zijn absoluut in staat om lokaal aan contacttracing te doen”, zegt hij. “We hebben de data via onze huisartsen, we hebben de wettelijke basis, we hebben artsen op rust die willen en kunnen opbellen: alles is in orde.”

Het regionale contactopsporingscentrum zal niet enkel wie positief testte contacteren, maar samen de lijst met contacten overlopen én ook die contacten opbellen. Een telefoontje kan je dus krijgen om twee redenen: ofwel testte je zelf positief, ofwel kwam je heel recent in contact met iemand die besmet is en gaf die persoon jouw naam door. Het gaat vooral om dichte contacten, zoals familie en vrienden.

Na een korte rondvraag bij de gemeentebesturen in de regio toonden vijf gemeenten zich meteen bereid in te stappen: Kortrijk, Menen en Deerlijk lieten binnen het uur weten mee te doen. Vrijdag gingen ook Wervik en Waregem op de uitnodiging in. “En er zullen er ongetwijfeld nog volgen”, aldus De Coene. “We weten meer over de besmettingen in onze regio. We weten het sneller en we staan dichter bij de mensen. We kunnen alles doen om de lokale besmettingshaarden op te sporen en zo snel mogelijk in te perken.” De effectieve werking gaat vrijdag nog van start, op basis van de gegevens van de huisartsen.

Nieuw overleg?

Maandag staat een nieuwe conferentie van burgemeesters op de agenda, waarbij alle 14 gemeentebesturen in de regio vertegenwoordigd zullen zijn. Daarna wil W13 op zijn minst het gesprek met minister Beke en Zorg en Gezondheid opnieuw openen. “Wij zullen uiteraard alle informatie die via dit initiatief inwinnen, delen met de Vlaamse overheid. Dat spreekt voor zich”, besluit Philippe De Coene. “Ik denk dat we bewijzen dat we absoluut te goeder trouw handelen. Dat kan niemand tegenspreken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier