Moslimgemeenschap roept op tot solidariteitsdenken na amok op Grote Markt“Religie of afkomst speelde hier geen rol”

Onderschrift tag with 7 point dummy text. Onderschrift tag with 7 point dummy text. Onderschrift tag with 7 point dummy text.
Christophe Lefebvre
Christophe Lefebvre Medewerker KW

De massale vechtpartij op 2 juli, die de Grote Markt van Menen heel even omtoverde tot een heus slagveld na de EK-match Italië-België, blijft voor beroering zorgen. De Vlaamse regering trok haar portefeuille open om de strijd tegen radicalisering en extremisme aan te gaan en ook Menen kreeg een cheque overhandigd. “60.000 euro kwam onze richting uit om de problemen met de moslimextremisten in de gemeente aan te pakken. Heb jij ze al gevonden, die extremisten? Wij ook niet!” hekelt Lahcen Oudaha (55), spreekbuis voor de Meense moslimgemeenschap, de polarisering na de incidenten.

Politiezones uit de brede regio die ter plaatse kwamen, vier agenten gekwetst, één persoon van zijn vrijheid beroofd en het imago van de stad die een aanzienlijke deuk kreeg. Het laatste woord over de vechtpartij in Menen na de voetbalmatch tussen Italië en België op het EK is overduidelijk nog niet geschreven. Het deradicaliseringsproject van de Vlaamse overheid wordt door de Meense moslimgemeenschap als olie op het vuur ervaren.

“De amokmakers waren nog bezig met de boel af te breken op de Grote Markt toen op Facebook al de eerste berichten verschenen over moslims, en dat de gevechten hun schuld waren. De vreemdelingen hadden het weeral eens gedaan en het spel zat op de wagen.” Lahcen Oudaha, zelf ondernemer in de volkswijk De Barakken, zet zich al jaar en dag in voor een betere verstandhouding tussen alle lagen van de bevolking. De beschuldigende vinger in de richting van vreemdelingen en moslimjongeren kwam dan ook keihard aan bij de handelaar. “Niemand stond stil bij het feit dat religie of afkomst hier geen enkele rol speelde, het was eenvoudiger om alles in de nek van de moslims te schuiven en daarmee was de kous af. De opmerkingen die dan volgden over budgetten die werden vrijgemaakt voor het bestrijden van extremisten waren zout in de wonde. Het stadsbestuur gaf nadien dan ook toe dat ze hun bewoording misschien anders hadden moeten kiezen, maar het kwaad was ondertussen al geschied.”

Groot actieplan

Hoewel de wrevel er is, spreekt Lahcen ook zalvende taal en wil hij zich blijven inzetten voor een betere communicatie en samenleving. “60.000 euro werd vrijgemaakt en de stad zelf gooit er nog meer dan 10.000 euro bovenop. Wat gaan ze daar nu mee aanvangen?” De vraag lijkt logisch, maar blijft onbeantwoord. “Ze willen de relaties tussen jongeren, vreemdelingen, moslims, het gemeentebestuur en politie verbeteren, maar hebben ze eigenlijk al eens aan ons gevraagd hoe ze dat zouden moeten aanpakken? We worden constant rond de oren geslagen met verplichtingen, regels en wetten, waardoor de nieuwkomers jullie beter kennen dan Belgen de nieuwkomers kennen. Misschien moeten we de rollen eens omdraaien en moeten we alle groepen bij een groot actieplan betrekken? Ik denk maar luidop, maar waarom zou een stadswacht van vreemde origine geen goed idee zijn? Ze spreken de taal, ze kennen de mensen, maar ze vertegenwoordigen ook de stad. Zij kunnen, in geval van wrevel, meteen inspreken op de probleemsituaties en de zaak ontmijnen. Dat lijkt me alvast heel wat beter dan puin ruimen en vingerwijzen nadien.”

Gouden kans

Lahcen spreekt ook openlijk over de wrevel en wrok die er heerst bij de jeugd en hoe ze steevast in de kou blijven staan. “Het zou niet mogen maar anno 2021 bestaat racisme nog steeds”, zucht hij. “Je mag over alle talenten ter wereld beschikken, als de naam Mohammed of Mustafa bovenaan je cv prijkt, dan heb je in veel gevallen al afgedaan nog voor je bent begonnen. Wat doen die jonge gasten dan? Ze zoeken hun lotgenoten en troepen samen. Giet daar nog wat frustraties bij van het puberen en andere problemen en je krijgt een gevaarlijke cocktail. Als ze dan te lezen krijgen dat men ze als extremisten bestempelt en hen de schuld van al het onheil in de wereld in de schoenen schuift, dan is het hek helemaal van de dam. Ze zijn constant op zoek naar hun plaats in deze maatschappij en vinden die niet, waardoor ze die gaan zoeken in meer louche circuits. Is dat de piste die Menen wil gaan bewandelen? Dan kunnen we hier binnen 10 jaar een soort ‘mini Brussel’ verwachten.”

“De stad kreeg, helaas door een enorme vechtpartij, een gouden kans om nu werk te maken van de toekomst”, gaat Lahcen verder. “In onze gemeente zit zoveel potentieel, maar we moeten durven handelen. Ik denk bijvoorbeeld meteen aan de Meense boksclub. Het is het toevluchtsoord voor heel wat jongeren die in de knoop liggen met zichzelf. Door het sporten hebben ze een uitlaatklep en hebben ze meteen ook een coach die hen op het rechte pad houdt. Ze vragen al jaren om een eigen zaal, maar krijgen die niet. Het geld is er en het oude stationsgebouw wacht op een nieuwe bestemming, het lijkt me een eenvoudige rekensom. We kunnen nu natuurlijk hervallen in het eeuwenoude cliché van ‘de vreemdelingen krijgen alles’, maar die oplossing lijkt ons alvast heel wat effectiever dan het aanstellen van een radicaliseringsambtenaar. We moeten dringend afstappen van het hokjesdenken en echt stilstaan bij een gemengde gemeenschap die elkaar vooruit helpt. Een goede buur zijn is meer dan alleen maar het juiste kleur of geloof hebben.”